Toen Herman Brusselmans nog gewoon over de zomer kon praten: “Je kunt niet drie weken geen schrijver zijn”
We zitten op het zonnige koertje van het huis aan de rand van Gent-centrum dat hij en zijn Nederlandse Lena delen met hun hondje Aqui en hun 17 maanden oude zoontje Roman. Buiten, omdat er binnen niet gerookt mag worden. Zijn recentste boek ‘Ex-roker’ heeft niet mogen baten. Normaal gezien doet hij deze week een nieuwe poging om te stoppen. Al is het nu misschien niet het ideale moment…
Want kort na onze babbel verscheen de column in Humo met die ene wel heel spitante zin waar de Joodse wereld zwaar over struikelde. Terwijl hij met zijn typerende overdreven overdrijvingen leek te willen weergeven dat hij als prille vader niet kon verdragen wat de vele onschuldige kinderen in die eindeloze Israëlische oorlog wordt aangedaan. Meer dan ‘geen commentaar’ kan en wil hij over alle commotie niet kwijt. Zijn advocaat beklemtoont in de pers dat Brusselmans zeker geen antisemiet is. Wat hij wel is, is een immer blaffende hond die nooit bijt. Zacht, vredelievend en met een soms heel eigen brutale stijl die kan doen wat een scherp keukenmes doet wanneer het uit zijn context gerukt wordt. Dus voor alle duidelijkheid, de wereld zag er nog anders uit, toen we ons gesprek begonnen met deze vraag:
Herman, laten we het over de zomer hebben. Dan denk ik aan meer licht, meer zon, langere dagen en meer tijd om van het leven te genieten.
“Ik denk aan regen van oktober tot juni en niet kunnen buitenkomen. Als we dan eens even wat warmere dagen hebben, zijn ze vaak té warm. Alles staat bij ons tegenwoordig in het teken van ‘de kleinen’, van onze Roman. Dus als we buitenkomen, is het naar een speeltuin of zoals tijdens de Gentse feesten naar de kinderanimaties aan het Zuid. Je wil dat mannetje wat impulsen geven, wat dingen om te beleven. Maar eigenlijk heb ik me voor de rest nooit iets aangetrokken van het feit dat het zomer was. De meeste mensen gaan op reis. Ik niet, nooit gedaan. En Lena is ook al geen reiziger. Zij is van Amsterdam. Dus gaan we binnenkort voor vijf dagen naar Amsterdam. Dat is het. Op reis gaan tijdens de vakantie, daar was in mijn jeugd ook nooit sprake van. Bij ons thuis was dat de tijd om te hooien en op het land te werken.”
Maar geef toe: een zonnige dag kan een mens wel blij maken.
“Ja, het geluk hangt wel ten dele af van het weer. Als het regent, zoals het dit jaar al overvloedig heeft gedaan, dan kan je zitten zeiken omdat je moet binnenblijven. Weet je, ik heb die Jacotte Brokken ook al wel eens op haar bakkes willen slaan als ze er weer eens glad naast zat: ‘morgen lichte regen’ en als je buiten komt met je hond, begint het te hozen.”
Brengt de zomer rust in uw hoofd?
“Ik kan me voorstellen dat mensen die acht uur op een bureau zitten of in een fabriek werken een knop hebben die ze af en toe kunnen uitzetten. Maar in mijn vak bestaat die knop niet. Je kunt niet drie weken geen schrijver zijn. Ik neem ook nooit vakantie bij Humo of zo. Ik doe gewoon door. Vaak zie je dat mensen die de spanning van een heel jaar werken kwijt willen in die drie weken weer andere spanning gaan opzoeken door te gaan reizen in overvolle vliegtuigen of in een wagen met twee, drie jengelende kinderen uren in de file gaan staan. Ik kan me ook wel voorstellen dat het leuk moet zijn om eens ergens anders te zijn … New York bijvoorbeeld. Nu zijn we wat anti-Amerikaans geworden, Lena en ik, door de toestand in Gaza, maar los daarvan zie ik me daar ook nooit geraken, want zes uur in het vliegtuig; ik heb daar geen zin in.”
Nooit in Amerika geweest?
“Nee. Waar ben ik geweest? Ik ben eens in Rome geweest. Toen we ten tijde van ‘Het Huis van Wantrouwen’ een geldprijs wonnen, zei Mark Uytterhoeven: ‘we gaan met het hele team een weekend op reis’. Drie dagen strontregen. Ik ben ook een keer met mijn ex, Tania, naar Saint-Tropez geweest. Met de trein, want ik wou niet vliegen. Dat was in september. We zouden vijf dagen blijven, maar het was zo’n rotweer dat we na drie dagen al terug waren. En hier was het 24 graden en scheen de zon. Ik ben ook eens op Ibiza geweest. En dat is het. Met Lena heb ik, als je dat reizen kunt noemen, Londen, Parijs en Berlijn gedaan. Dat ligt me veel meer. Maar ik ga niet naar de Caraïben trekken. Nu zijn we uitgenodigd om tussen kerst en nieuwjaar naar Lanzarote te gaan voor vijf dagen en daar zijn we nu een beetje over aan het twijfelen. Want de kleine gaat dan natuurlijk mee, maar wat met de hond? Moet je die meenemen? Wellicht mag dat niet. Ik ben het type dat dan al vlug denkt: laat maar zitten, dan blijven we gewoon thuis. Ik voel het ook niet als een gemis. Ik zal op mijn tachtigste niet denken: och, ik heb de zeven wereldwonderen niet gezien. Steek al die wereldwonderen in je reet. Wat kunnen mij de Hangende Tuinen van Babylon schelen.” (lacht)
“De meeste mensen gaan op reis. Ik niet, nooit gedaan”
Is de zomer voor u een mooi seizoen?
“Ik ben meer voor de lente. Ik ben een motard. Dan begin je weer buiten te komen. Als je nu op de motor kruipt, ben je doorweekt met dat pak. Een oude volkswijsheid zegt dat het seizoen waarin je geboren wordt, je favoriete seizoen is. In mijn geval is dat de herfst. Dus dat klopt al niet. Ik ben geboren op dezelfde dag als John Lennon én diens zoon Sean, die ze speciaal hebben laten afkomen uit Yoko Ono op 9 oktober, want John wou dat zijn zoon op dezelfde dag geboren was als hij. Maar de lente is mijn seizoen… Al hou ik wel van de lange dagen in de zomer. Het is altijd hetzelfde hé: ieder voordeel heeft zijn nadeel en omgekeerd.”
Bent u ooit een zeemens geweest?
“Nee. Ik heb watervrees. Ik ben ooit bijna eens verdronken toen ik negen was. Ik schijt in mijn broek van alles wat met water te maken heeft. Ze hebben me ook gevraagd voor ‘Over de Oceaan’, want ze moeten aan negen man geraken. Ik vind dat trouwens ongelooflijk gevaarlijk. Het zou toch kunnen dat zo’n bootje op de oceaan zinkt. Alleen nog maar als ik eraan denk, doe ik in mijn broek.”
Dat zou wel memorabele tv zijn.
“Als negen BV’s verzuipen in de Atlantische Oceaan. En hun lijken worden nooit teruggevonden.”
Er zijn gelukkig andere dingen om naar uit te kijken. Binnenkort kunt u ‘s zomers naar de pretparken.
“We zijn al naar de Efteling geweest. Onze jongen mag natuurlijk nog niet op de echte attracties omdat hij nog veel te jong is. Maar hij blijft dan wel een half uur hangen bij een paddenstoel in het sprookjesbos en dan bij de volgende paddenstoel opnieuw, terwijl ik dan denk: ik wil naar huis. Maar tegelijk ben ik verrast van mezelf dat ik er wel mee omkan. Als hij huilt, vind ik dat ook wel storend en niet leuk, maar het is niet dat ik er echt gek van word. Je hebt mensen die zeggen: ‘ik zou hem achter het behang plakken als hij blijft krijsen’, maar ik heb dat niet. Al twijfel ik of ik het zou aanraden aan 65-jarigen om op die leeftijd een eerste kind te hebben (lacht). Als je fysiek en mentaal in orde bent, is dat geen probleem. Maar je zit wel met de realiteit dat als je kleine vijftien is en eigenlijk zijn vader wel nodig heeft, dat ik dan tachtig ben. Als ik nog leef…”
Is dat een gedachte die u bezighoudt?
“Ja. Uiteraard. Zo ben ik mezelf elke dag aan het zeggen: ik moet stoppen met roken voor die kleine, zodat ik belachelijk oud word. Nu ga ik weer stoppen op 19 augustus, de verjaardag van Lena. Voor de honderdste keer. Ik hoop dat ik 90 word, dan kan ik mijn kind nog een twintiger zien worden. Ik heb ooit eens gezegd: ‘ik wil met mijn kleinkinderen nog de Dodentocht van Bornem lopen.’ Dat zal er niet echt inzitten, denk ik.”
Intussen is Hermans hond Aqui de muur aan het likken.“Aqui, wat is dat met jou? Hebben ze je verstand getrokken in plaats van je tanden?”, zegt hij tegen het beestje dat ongestoord blijft likken.
Herman Brusselmans
Geboren op 9 oktober 1957 in Hamme.
Woont al een eeuwigheid in Gent.
Heeft samen met Lena (32) een zoontje van 1,5 jaar.
Schreef 88 boeken. Zijn tweede, ‘De man die werk vond’, is met 120.000 verkochte exemplaren zijn bestseller.
Columnist voor Humo, Fwiet! en Motor.nl.
Sinds begin de jaren 90 frequente gast in tal van Vlaamse en Nederlandse tv-programma’s.
“De boekenwereld is echt kapot. Ik verkoop bijna niets meer”
“Als we ergens gaan, nemen we hem ook overal mee. Maar we hebben geen auto. Iedere verre verplaatsing gebeurt met de trein … Je kunt je de taferelen inbeelden als je met je kind een stampvolle trein op moet met de kinderwagen én een hond. Laten we zeggen dat ik twintig jaar geleden niet had gedacht dat ik dit nog zou meemaken (lacht). Ik denk erover om weer een auto te kopen. Lena heeft geen rijbewijs. Mensen uit Amsterdam hebben geen rijbewijs. Maar ik heb veertig jaar niet in het verkeer gezeten.”
Binnenkort zorgt Elon Musk voor de zelfrijdende wagen.
“Dat zou ik helemaal niet moeten hebben. Hoewel, het zou wel tof zijn om in zo’n wagen waarvan de mensen niet weten dat hij zelf rijdt, een baby achter het stuur te zetten.”
Roman zal grenzen verleggen.
“Hij heeft al twee circussen gezien. Eén keer ben ik mee geweest. Was me dat een ellende. Een koorddanser op twintig centimeter van de grond en een paard dat al drie keer begraven is en weer opgegraven (lacht). Eigenlijk is Roman nog te jong voor dergelijk vertier. Maar goed, dat was ook met flikkerende lichtjes en zo, dat prikkelt hem eveneens. Hij is voorts al mee geweest naar optredens van mij. Bij ons is het natuurlijk zo, wij hebben geen ouders. Mijn ouders zijn overleden, Lena haar moeder is ook overleden, haar vader leeft nog, maar die woont in Amsterdam en heeft daar zijn tweede gezin …”
En is er anders niets meer van familie?
“Mijn zus ja, die woont in Hamme. Ze heeft één keer een namiddag op Roman gepast en ze zei: ‘dit is ook niet voor elke maand’ (lacht). Haar eigen dochter is inmiddels 35. Ze zit al lang niet meer in de luierfase.”
Lijdt uw schrijftempo niet onder het vaderschap?
“Natuurlijk. Dertig jaar lang schreef ik twee boeken per jaar, nu zal het nog één boek in twee jaar zijn. Maar ja, waarom moet ik nog boeken schrijven? De boekenwereld is echt kapot. Ik heb het laatst nog in Humo geschreven: mijn laatste 36 romans zijn geflopt (lacht). Maar het is ook zo. Ik verkoop bijna niets meer.”
Wat is dat, niets?
“6 à 7.000. Maar ik kom van 40.000.”
‘Theet 77’ scoorde toch nog goed?
“Die zit inderdaad rond de 15.000. Maar dat is ook een van de weinige van mijn boeken die nog een beetje aandacht gekregen heeft. Ik heb mijn column nog in Humo en nog een paar andere maandelijkse columns…Maar hoeveel schrijvers verkopen er nog? Zelf heb ik eigenlijk weinig echte bestsellers gehad. Ondanks het feit dat er meer dan een miljoen mensen naar ‘De Slimste Mens’ kijken, waarvan de helft zegt: ‘ik heb je gisteren gezien, leuk, leuk …’ Dan denk ik: waarom loop je niet naar de boekenwinkel om een boek van mij te proberen? Maar voor iedereen die mijn schrijfsels kan smaken, zijn er een aantal die zeggen: ‘die langharige aap was vroeger …’ Nu ja, langharig, ik doe mijn best om mijn haar weer te laten groeien. Dus nu verdien ik mijn geld voor zeventig procent met tv. En ik krijg ook 1.500 euro pensioen. Net genoeg om er mijn sigaretten van te betalen.”
“Zattemansklap, daar kan ik al heel lang niet meer tegen”
Ook Herman Brusselmans vroegen we naar zijn favoriete zomerdrank… “In het begin stonden die alcoholvrije pilsjes nog niet op punt, maar nu is zo’n 0.0 even lekker als een gewone pint. En je wordt er niet zat van. Vroeger dronk ik vijftien pinten, nu twee, als het veel is. Het is niet dat ik erdoor in de verleiding zou komen om weer te beginnen drinken. Ik ben intussen meer dan 30 jaar van de alcohol verlost en ik voel in geen opzicht een gemis. Als ik ergens op een barbecue zit en rond 12 uur is iedereen in de wind, dan verdwijn ik. Zattemansklap, daar kan ik al heel lang niet meer tegen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier