Nieuw SP.A-boegbeeld Conner Rousseau toont zich razend ambitieus: “Een nieuwe partijnaam kan de kers op de taart zijn”

GENT Conner Rousseau. Onthoud die naam. Amper 26, en al fractieleider in het Vlaams parlement. Een stormram. Rázend ambitieus. De socialistische hoop in bange dagen. In zijn maideninterview in deze krant trapt de flamboyante Oost-Vlaming meteen enkele heilige huisjes omver. Hij sluit zelfs het voorzitterschap niet uit. Zijn spontaniteit is alvast een verademing.

Het is in pak en das dat Conner Rousseau dinsdag zijn eed aflegde. Dat is wat anders dan het t-shirt waarmee hij enkele weken geleden in Terzake verscheen. “Mijn oma vond dat niet kunnen. Doe maar een das aan voor de eedaflegging, zei ze. Ik heb geluisterd. Ik ben een brave jongen, hè. (lacht) Dat kostuum had ik trouwens twee jaar geleden gekocht voor mijn thesisverdediging. Maar ik ben dat niet elke keer van plan. Ik hou van mooie kledij, maar dan wel casual. Het is niet omdat ik nu politicus ben, dat ik me anders ga kleden, hè.”

Genoeg vestimentaire intimiteiten. De politiek dan. Rousseau is bezig aan een blitzcarrière binnen de SP.A. De voorbije jaren werkte hij als communicatieman achter de schermen. Zijn eerste verkiezingen waren die van 26 mei. En zie: meteen lijsttrekker, meteen verkozen, en meteen fractieleider. We hebben afspraak op het terras van de Vooruit in Gent, het socialistische huis bij uitstek. Of hij zijn debatfiches klaar heeft, vraag ik. Hij lacht. “Neen. Écht niet. Ik beloof alleen maar eerlijke antwoorden te geven.”

Welaan dan. Met welk gevoel ging u op zondagavond 26 mei slapen?

Met een slécht gevoel. Mijn moeder vond dat vreemd. Je hebt toch goed gescoord, zei ze. Maar zie eens de volledige uitslag. Mijn partij heeft barslecht gescoord en tegelijk heeft Vlaams Belang goed gescoord. Dan kan je niet tevreden zijn.

“Het voorzitterschap? Ik ga nu niets uitsluiten. Ik weet het nog niet”

Hoe verklaart u dat succes van Vlaams Belang?

Dat gaat over vreemdelingen, hè. We moeten daar niet flauw over doen. Zelfs vrienden van mij hebben daarvoor gestemd. Ik vind dat jammer. Ik geloof níet dat achttien procent van de Vlamingen racistisch is. Ik geloof wél dat er een verkeerd beeld bestaat over nieuwkomers. Veel mensen denken dat zij alles in hun schoot geworpen krijgen. Dat is niet zo. Maar we moeten óók naar onszelf kijken. Wij gaan scherpere taal moeten spreken.

Wil u een strenger migratiebeleid?

How can we make it work? Dát is de vraag. Ik kijk in de eerste plaats naar integratie. Wat stoot tegen de borst? Dat iemand niet werkt en de taal niet spreekt, maar toch een uitkering krijgt. Dat werkt in op het rechtvaardigheidsgevoel. Dat begrijp ik ook. Wie wil genieten van de sociale zekerheid, moet ook bijdragen. Ik ben daarom voor bindende afspraken. Wie een uitkering krijgt, moet de taal leren en werk zoeken. Alleen zo kunnen we dat beeld bijstellen. Dat moet onze boodschap zijn.

Wat vond u van de eedaflegging van Meyrem Almaci (Groen)?

Belachelijk. Voilà. Je ziet: geen debatfiches. (lacht) ‘Waarom moet zij weer speciaal doen’, zei mijn oma. En deze brave vrouw zal niet de enige zijn die zo denkt.

“De eedaflegging van Almaci was belachelijk. Wat heeft ze daarmee bereikt?”

Almaci voegde aan haar eed toe dat ze zou opkomen voor de rechten van elke mens, wat een sneer was naar Vlaams Belang.

(laconiek) Wat heeft ze daarmee bereikt? Ze heeft extreemrechts een groot plezier gedaan. Ik deel haar strijd, hoor. Vlaams Belang deugt niet. Dat bewijzen ook de onaanvaardbare uitspraken over holebi’s. Maar ik wil die strijd niet voeren op een protocollair moment. Dat neigt naar aanstellerij.

In Franstalig België weigert men zelfs naast parlementsleden van Vlaams Belang te zetelen. Wat vindt u daarvan?

Dat is ook hysterie, hè. Ik geloof niet dat je zo één kiezer kan overtuigen. Je moet de kiezer aantonen dat je eigen verhaal beter is. Dat wil ik de komende jaren doen.

Uw partij haalde amper tien procent, een historisch dieptepunt. Hoe verklaart u dat?

De verkiezingen kwamen één jaar te vroeg. De laatste vier maanden van de campagne waren goed. We kwamen eensgezind en positief naar buiten. John (Crombez, red) is erin geslaagd onze thema’s op de agenda te zetten. De pensioenen bijvoorbeeld. Veel mensen gaven ons ook gelijk. Alleen: we kampen met een gebrek aan geloofwaardigheid. Dat is volgens mij het grootste probleem.

Hoe komt dat?

Tja, we hebben wel wat ‘shit’ gekend, hè. (aarzelend) Ik heb geen zin om alle gebeurtenissen uit het verleden op te sommen. U weet wat ik bedoel. De schandalen. De schuld van de sossen. Men bleef ons als een bestuurspartij zien. We hebben enkele jaren vooral gezwalpt. Je krijgt dat op vier maanden niet rechtgetrokken.

Is de analyse niet fundamenteler? Wat is de bestaansreden van de partij?

Dat heeft onze campagne toch bewezen? Zorgen voor zekerheid. Dat is SP.A. (op dreef) Zie de drama’s in de zorg. Zie de stijging van de kinderarmoede. Zie de lage pensioenen. Dát rechtzetten, dát is onze bestaansreden. Evenals een tegengif vormen voor de verzuring in de samenleving, voeg ik eraan toe.

“Wij zijn niet aantrekkelijk voor jongeren. Dat beeld moeten we omkeren. Ik ga daarvoor zorgen. De partij zal over vijf jaar opnieuw sexy zijn”

Waarom hebt u voor SP.A gekozen?

Ik kom uit een socialistisch nest. Dat is één reden. Maar dat is niet dé reden. We zijn met vier thuis. Ik vrees dat er twee níet voor SP.A gestemd hebben. Maar we blijven goed overeenkomen, hoor.

Wat was dé reden?

De ideologie. De strijd tegen onrecht. Mijn overgrootmoeder, Maria Desmet, was één van de eerste vrouwelijke senatoren van dit land. Zij trok elk weekend met de fiets van huis tot huis om mensen te overtuigen van de socialistische strijd. Ongelooflijk. Zij heeft trouwens een eigen plein in Kortrijk. Haar vader was daar de oprichter van de vakbond. Ik mag dan tot de zogenaamde hippe generatie behoren, die verhalen ontroeren mij. Ik was als kind al gefascineerd door Daens en Les Misérables. Onrecht maakt mij kwaad. Bovendien wou ik een progressief verhaal. Dus was SP.A een logische keuze.

 

Uw moeder Christel Geerts is ook senator geweest, en burgemeester van Sint-Niklaas. Is zij fier op u?

Fier én bang. Ze vreest dat het allemaal te snel gaat. Ik heb thuis gezien wat politiek kan doen met iemand, positief en negatief. Wellicht had zij gehoopt dat ik daarom niet voor de politiek zou kiezen. Maar het is net haar verhaal dat mij getriggerd heeft. (lacht) Ze kwam vaak laat thuis als burgemeester. Toch wou ik dat ze nog even in mijn kamer kwam vertellen over haar dag. Ik vond die verhalen machtig.

En uw vader?

Hij is gemeenteraadslid in Nieuwpoort, ook voor SP.A. (zucht) Dus ja, nu gaat iedereen denken dat ik een stamboomsocialist ben. Wat niet zo is. Ik heb niets cadeau gekregen. Ik ben geen fractieleider geworden omdat mijn ma senator geweest is. Zij heeft vandaag, met alle respect, niets te zeggen in de partij.

U bent eigenlijk een poulain van voorzitter John Crombez.

(knikt) Hij heeft mij de politiek ingeloodst. Ik organiseer al enkele jaren zomerkampen voor jongeren. We besteden daarbij speciale aandacht aan jongeren uit de bijzondere jeugdzorg. Dat is ook een bekommernis van John. We geraakten in dat kader toevallig eens aan de praat. Ik kreeg de vraag of ik zijn communicatiedienst wou versterken. Hij was toen net voorzitter geworden. Hij moet mijn profiel interessant gevonden hebben: een felle bek en bekommerd om welzijn. Mijn ouders verklaarden mij gek. Ik heb toch ja gezegd. (lacht)

Boegbeelden zoals Hans Bonte en Bruno Tobback wijzen naar de voorzitter om de nederlaag te verklaren.

(zucht) Was het zo makkelijk, dan smeten we John buiten, kozen we een nieuwe voorzitter en zijn alle problemen van de baan. Neen, dus. Ik geloof daar niet in. We verliezen al zestien jaar verkiezingen, hè. Laat ons eerlijk zijn: we kampen met meerdere problemen. De internationale trend is één. Maar de geloofwaardigheid is het grootste probleem. Het helpt echter niet dat die mensen telkens opnieuw naar buiten komen met hun kritiek. Ze moeten hun bagger intern uitspuwen. Dat is ook respectvoller tegenover de militanten.

Dit najaar houdt uw partij voorzittersverkiezingen. Zou u Crombez steunen, als hij een nieuw mandaat wil?

(aarzelend) Dat is een moeilijke vraag. Wil hij dat wel? En wat is dan zijn plan? Ik moet dat eerst weten, vooraleer ik kan antwoorden. Maar het is geen geheim dat ik fan ben van hem.

U wordt ook getipt als kandidaat. Zou u dat zien zitten?

Ik lees dat ook. En ik vind dat wel leuk om te lezen. Maar uw vraag is gevaarlijk, hè. Zou ik dat óóit zien zitten? Ja, want ik ben ambitieus. Maar ik weet niet of nu het juiste moment is. Ik heb net een nieuwe job, hè. Fractieleider ís een grote uitdaging.

U twijfelt wel, voel ik.

Eerlijk? Ik heb daar nog niet grondig over nagedacht. Ik zou dat eens moeten doen. (even stil) Ik ga nu niets uitsluiten. Ik weet het nog niet.

Hoe ziet u uw rol als fractieleider?

Ik wil een teamspeler zijn. Klinkt cliché, zeker? Ik vind dat ik saai aan het worden ben. (lacht) Neen, het is wel zo. Elk parlementslid zal op één domein uitgespeeld worden. Zij moeten daar dé spits worden. Ik wil de aangever zijn van die spitsen. We zijn nu volop aan het casten wie waar zal spelen. Máár, en dat vind ik héél belangrijk: onze rol mag niet beperkt blijven tot het parlement. We moeten ook op straat aanwezig zijn.

“Bonte en Tobback moeten hun bagger intern uitspuwen”

Nu klinkt u zoals Raoul Hedebouw (PVDA).

(feller) Meent u dat? Alstublieft, zeg. Ik ben géén radicaal. Andere vraag please.

Wat verkiest u: oppositie of meerderheid?

Oppositie. Of toch de komende vijf jaar. Een langdurig zieke moet eerst genezen vooraleer hij weer gaat werken. Ik geloof dat mijn partij nog vijf jaar nodig heeft voor een grondige re-design. (fijntjes) Ik heb trouwens niet de indruk dat de kiezer het signaal gegeven heeft dat wij opnieuw moeten besturen. Wij moeten nu bescheiden zijn. En wat zouden wij doen in een regering met onze tien procent? Ik vrees dat we niet veel breekpunten zouden binnen halen.

En federaal?

Daar geldt dezelfde redenering. Al besef ik dat de puzzel daar anders ligt. Je kan niets uitsluiten.

Wat vindt u van een nieuwe naam voor de partij?

(denkt na) Dat is geen must. Maar ik geloof wel dat dat in kader van de re-design een extra push kan betekenen. Dat kan de kers op de taart zijn.

Hebt u al iets in gedachten?

Neen. (lacht ongemakkelijk)

Ik geloof u niet.

Oké, jawel. Maar het zou niet slim zijn om dat nu met u te delen, hè. Ik hou dat liever intern.

Wil u af van het woord socialisme?

Dat hoeft niet noodzakelijk te verdwijnen. Maar ik steek niet weg dat ik niet hou van die etiketten. Ik denk dat mijn partij moet evolueren naar een beweging waar elke progressieve stem welkom is. (even stil) Ik lees weinig boeken, maar af en toe lees ik iets over economie en marketing. Een naam kan helpen om een product kracht bij te zetten. Vandaar dat ik zeg dat een nieuwe naam een extra push kan zijn voor de partij.

Moet de cumulregeling op de schop?

Neen. Ik vind dat principe goed. Ik vind alleen dat de partijvoorzitter ook in het parlement moet kunnen zitten. Dat zou de enige aanpassing zijn. Maar nu doen alsof dat cumulverbod de grote schuldige is, dat is al te makkelijk.

“Ik kies voor de oppositie. Ik geloof dat mijn partij nog vijf jaar nodig heeft voor een grondige re-design”

Iets anders. Hebt u nog tijd voor uw Walhalla Festival?

Mijn medeorganisatoren zullen neen zeggen. (lacht) Jawel, toch wel. Of ik probeer toch. (enthousiast) Ik doe dat ongelooflijk graag. Dat festival is begin augustus. Twee dagen, twee podia, vooral house, techno en rap. In Belsele, deelgemeente van Sint-Niklaas. Daar komt drieduizend man op af. Héérlijk. Voor mijn generatie is dat hét zomerevent in de streek. Ik vind het superleuk om dat te kunnen organiseren. Maar het vraagt inderdaad tijd. Ik doe deze zomer ook opnieuw jongerenkampen. Ik had me hiervoor al in september geëngageerd. Toen was er nog geen sprake van de politiek. Dus ja, ik zal weten wat gedaan deze zomer.

Bent u eigenlijk de hipste vogel van het parlement?

(droog) Ik zie weinig concurrentie, hè. Neen, dat is te snel gesproken. Ik wil ook Sihame (El Kaouakibi, red) noemen. Een toffe madam. Ik kijk uit naar onze samenwerking. Volgens mij is die per ongeluk lid geworden van de VLD. Die had bij ons moeten zitten. Maar ja … (zwijgt)

Het ontbreekt uw partij aan aantrekkingskracht.

Dat is zo. Dat blijkt ook uit onderzoek. Wij zijn niet aantrekkelijk voor jongeren. Ik kreeg dat vaak te horen op schooldebatten. ‘Ben jij écht van SP.A?’ Dat is ook een beeld dat we moeten omkeren. Ik ga daarvoor zorgen. Beloofd. De partij zal over vijf jaar opnieuw sexy zijn.

Wie is Conner Rousseau?

  • Geboren op 13 november 1992.
  • Woont in Sint-Niklaas.
  • Master in de Rechten.
  • Werkt voor de communicatiedienst van SP.A sinds 2015.Verkozen tot Vlaams parlementslid op 26 mei 2019.
  • Organisator van het Walhalla Festival in Belsele en van de JOETZ-jongerenkampen in Nieuwpoort.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier