Vlaams viceminister-president Hilde Crevits: “Ik zit in een moeilijke positie”

Het zijn slopende weken voor viceminister-president Hilde Crevits, de Vlaamse nummer één van CD&V. Het begrotingsoverleg is pas achter de rug, of ze moet al aan de slag in wat zij één van de belangrijkste onderhandelingen van deze legislatuur noemt: het loopbaanpact voor leerkrachten. En het zint Crevits niet dat dat onder een slecht gesternte begint. Met dank aan een federale collega van haar.

Hilde Crevits: "Wij doen die besparingen niet zomaar, maar wel om de sociale zekerheid sterk te houden".
Hilde Crevits: “Wij doen die besparingen niet zomaar, maar wel om de sociale zekerheid sterk te houden”.

 

Hebt u genoten van de minister-president en zijn Septemberverklaring?

Ik vond ze goed, en zeker de toon over de vluchtelingencrisis. Geert Bourgeois (N-VA) schuwt de grote woorden, zaait geen angst, maar blijft rationeel en optimistisch. Dat vind ik zeer gepast in deze tijden.

In tegenstelling tot veel van zijn partijgenoten, bedoelt u.

Het opbod aan harde taal raakt mij in mijn wezen. Maar let op: ik heb moeite met de bangmakerij in twee richtingen. Ik kijk niet alleen naar N-VA. Wie zegt dat we alle deuren moeten openzetten, maakt ook mensen bang. Kijk, je hebt als maatschappij een verantwoordelijkheid. Je kan de deur niet dicht doen voor mensen die op de vlucht zijn voor oorlog. Vlaanderen neemt zijn verantwoordelijkheid op. Wij kunnen die instroom ook aan omdat we de structuren en regels al hebben, zoals de verplichte inburgering. Die moeten we nu toepassen. Het is een verhaal van rechten en plichten. We hebben in deze Geert niet eens moeten overtuigen. Hij staat op dezelfde lijn. Maar ook Europa moet haar verantwoordelijkheid opnemen en zorgen voor een rechtvaardige spreiding.

N-VA wil nieuwkomers pas na vier jaar volwaardige kinderbijslag geven. Wat vindt u daarvan?

Dat staat haaks op mijn visie en die van mijn partij. Wij vinden dat kinderbijslag een recht moet zijn van het kind, los van de situatie van de ouders.

Wat betekent ‘disruptieve doorbraken’ eigenlijk?

(verslikt zich in haar koffie) Met wie ben jij nu aan het lachen (lacht)?

Dat kwam voor in de Septemberverklaring. Ik denk dat velen met mij niet begrijpen wat dat betekent.

Mag ik het opzoeken? Ik heb wel een idee, maar ik wil geen rare dingen zeggen. (googelt op smartphone) Disruptief betekent blijkbaar ‘ontwrichtend’. Ik vind het wel een mooi woord, maar ook onheilspellend. Ik zou het zelf niet gebruiken. ‘Onomkeerbaar’ is beter.

De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.  Daar zorgen we wel voor.

Mijn punt is: zouden politici niet wat meer op hun taalgebruik moeten letten? Dat stoot mensen af.

Dat is zeker niet de bedoeling. Maar soms zitten wij zodanig vast in een bepaald taaljargon. Toen ik eens het woord benaarstigen gebruikte, kreeg ik ook die kritiek. Nu, u hebt wel gelijk. Dat is een werkpunt. Wij moeten meer heldere taal gebruiken. Ik probeer daar zelf ook echt op te letten. Het mag niet zo zijn dat de mensen ons niet begrijpen. Al betekent dat niet dat de nuance moet verdwijnen. Want dat mis ik soms in de journalistiek. Als een krant kopt dat de vergroening van de verkeersbelasting niet geldt voor bedrijfswagens, is dat fout. Dat gaat over de leasingwagens die misschien een derde van de bedrijfswagens innemen.

Ik heb nog eentje om het af te leren. Van wie komt dit: “de primauteit van de politiek zit in maximaal aansturen op meerwaarde uit sociaal overleg: multilevel government”?

(lacht luid) Dat komt van Kris Peeters. Kan je die zin eens herhalen? (luistert goed) Hij bedoelt dat wij als politici het sociaal overleg alle kansen moeten geven. Die focus is typisch CD&V. Maar dat kan inderdaad duidelijker.

U bent tevreden over het begrotingsakkoord. Waarom?

Het is een realistisch pakket met ruimte voor investeringen in Welzijn en Onderwijs, wat voor mij van groot belang was, en dat zonder bijkomende lastenverhoging. Voor Onderwijs heb ik 50 miljoen extra die integraal voor scholenbouw gebruikt zal worden. We hebben ook aangetoond dat het begrotingsevenwicht geen fetisj is.

“We moeten het positieve van elke maatregel beter uitleggen aan de mensen”, zei u mij vorig jaar. Mag ik besluiten dat dat niet lukt, gezien de nieuwe betoging van woensdag 7 oktober waaraan ook het ACV, uw achterban, deelneemt?

Die betoging is een uiting van grote zorg over alle veranderingen die op til staan. Dat is het goed recht van de mensen. Mij zal je niet horen zeggen dat ik daarom niet meer ga onderhandelen met de sociale partners. Toen Daniel Coens het inschrijvingsgeld voor de universiteit optrok tot 13.000 frank, kwam ook iedereen op straat. Uiteindelijk bleek dat noodzakelijk. Wij doen die besparingen niet zomaar, maar om de sociale zekerheid sterk te houden. We zorgen er wel voor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

Over pensioenen leerkrachten zal nog hartig woordje gepraat worden

Bent u zeker? Uit de armoedebarometer blijkt dat door de maatregelen van deze regeringen de armste gezinnen jaarlijks 500 euro netto of meer inleveren.

(denkt na) Laat me daar genuanceerd op antwoorden. Eén: mijn hart bloedt als arme gezinnen armer worden. Dat meen ik. Maar armoede is een complex probleem om op te lossen. Twee: die barometer geeft aan dat verdere inspanningen nodig zijn. Daar zijn we ook mee bezig. Kwetsbare gezinnen zullen hun waterfactuur zien dalen na de hervorming die volgend jaar ingaat. Federaal wordt werk gemaakt van de stijging van het leefloon en komen er in kader van de tax shift bijkomende correcties.

Kunnen bepaalde maatregelen weer op tafel komen?

Nee, genomen maatregelen gaan we niet terugschroeven. Ik geloof niet in het gratis beleid. De stijging van de kinderarmoede toont ook aan dat het vorige beleid niet optimaal gewerkt heeft. Uiteindelijk moet iemand dat gratis water en die gratis elektriciteit betalen. Het is beter mensen te stimuleren tot zuinig gebruik. Ik vind het ook belangrijk verder te kijken dan de naakte cijfers. Sociaal beleid betekent ook mensen toeleiden naar een diploma en een job. Dat is waar wij sterk op inzetten.

Veel leerkrachten plannen deel te nemen aan de betoging. Zij zijn zeer ongerust over de besparingen op hun pensioenen die tot dertig procent zouden oplopen.

Ik deel ook hun bezorgdheid. Leraars hebben vandaag het voordeel dat hun studiejaren meetellen voor hun pensioen. De federale regering zou dat zogenaamde diplomavoordeel afschaffen voor de berekening van de pensioendatum, want iedereen moet langer werken, maar níet voor de berekening van het pensioenbedrag. Maar deze zomer communiceerde de Pensioenminister (Daniel Bacquelaine, MR, red) plots dat dat diplomavoordeel ook voor het bedrag zou afgeschaft worden. En dat zou betekenen dat leerkrachten minder pensioen krijgen. Dat was ook voor mij schrikken, hoor. Ik wist van niets. Ik heb verschillende keren overleg gehad met hem, maar nooit daarover. Dat staat ook niet in het regeerakkoord.

Dat belooft niets veel goeds voor de gesprekken over het loopbaanpact die deze herfst starten. Dat moet het beroep van leerkracht juist aantrekkelijker maken.

Dat klopt. En dat plaatst mij in een moeilijke positie. Het pensioen is een federale bevoegdheid, ik ben bevoegd voor de loopbaan. Nu, we zijn nog zover niet. Hier zal nog een hartig woordje over gepraat worden. Ik vind het cruciaal dat afspraken nageleefd worden. En de afspraak is dat het afschaffen van het diplomavoordeel niet geldt voor het pensioenbedrag. Ik ga ervanuit dat de federale regering zich hieraan houdt. Het regeerakkoord stelt alleen dat dit onderzocht zal worden in het nationaal pensioencomité. Maar aan opgebouwde pensioenrechten kan je niet raken. Weet je, dat loopbaanpact is voor mij één van de belangrijkste werven deze legislatuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier