Voormalig premier en Europees ‘president’ Herman Van Rompuy wordt 75 jaar: “Ik voel mij verwend door het lot”

Hij wordt dan wel 75 jaar, aan scherpte heeft Herman Van Rompuy niet ingeboet. Voor onze krant neemt de eminente ex-premier uitzonderlijk nog eens een duik in zijn carrière en fileert hij de actualiteit. Het resultaat: een gesprek over leven en dood, Rik Van Looy en Charles de Gaulle, de Kerk en de seksuele revolutie. Soms ingetogen, soms zinderend. “De energiecrisis kan een zegen zijn voor het klimaat.”

“Het is de eerste keer dat een verjaardag mij echt doet nadenken.” Het is op ingetogen wijze dat Herman Van Rompuy het gesprek op gang trapt. Ter info voor Generatie Z en voor wie het was vergeten: deze schijnbaar grijze CD&V’er was vijftien jaar geleden premier van België en even later zelfs ‘president’ van de Europese Unie. Eind 2014 was zijn politieke carrière voorbij. We hebben afspraak bij hem thuis in Sint-Genesius-Rode, een gemeente in de Vlaamse rand rond Brussel. “Ik voel me prima, hoor, maar ik besef dat de tijd die mij nog rest, beperkt is. Je kan niet meer vrijblijvend zeggen: over tien jaar wil ik dit en dat. Ik panikeer niet, maar toch … ( even stil ) Ik ben iemand die vooruit kijkt in het leven, maar waar zal ik zijn over tien jaar? Die onzekerheid zorgt voor een vreemd gevoel.”

Waar hoopt u op?

“De meeste mensen dromen ervan een normaal leven te leiden. Gezond te zijn. De kinderen die het goed stellen. Dat zijn vandaag ook mijn dromen. Ik tracht wat minder te werken. Af en toe slaag ik daarin. Soms zijn er tegenvallers. Vorige week heb ik op 24 uur tijd drie toespraken gegeven. Dat is te veel.”

Hebt u nooit zin om het allemaal af te blazen en voltijds opa te spelen?

“Soms wel, ja. ( glimlacht ) Voir grandir un arbre et jouer avec les enfants . De bomen zien groeien en met de kinderen spelen. Het is een zin die me opviel in Les chênes qu’on abat , een van de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb, waarin André Malraux in gesprek gaat met generaal Charles de Gaulle. Maar ik ben nog niet klaar om te stoppen. ‘Je doet het te graag’, zegt mijn vrouw. Ze heeft gelijk.”

Memoires wou u niet schrijven, maar het nieuwe boek ‘Wie wij waren’, een dialoog met journalist Rik Van Cauwelaert, leunt daar toch dicht tegenaan?

“Mijn broer Eric zegt dat ook. Het zijn vooral beschouwingen over de tijd waarin wij geleefd hebben. Het was Riks idee om daarvoor naar de abdij van Affligem te trekken. Zijn grootoom was daar ooit abt. Ik ken de abdij ook goed, al was het meer dan tien jaar geleden dat ik daar binnen geweest was. Toen woonden er vijftien monniken, vandaag nog amper drie. Dat was een schok voor mij.”

Het lijkt symbolisch voor de evolutie van de Kerk.

“Het is symbolisch voor de shift in onze samenleving. De wereld waarin ik opgegroeid ben, is de wereld van gisteren. In de wereld van vandaag is de Kerk aan het verdampen en die evolutie is onomkeerbaar. Er is no way back . Want dit gaat niet alleen over de Kerk of over de standpunten van de Kerk. We beleven een crisis van het geloof. De mensen hebben God niet meer nodig.”

Denkt u dat? Ik voel net weer meer nood aan zingeving opduiken.

“Dat wel. Maar dat is iets anders. De vragen over de zin van het leven, over het hiernamaals of het hiernietmaals zullen nooit verdwijnen.”

Ik ben niet klaar voor de dood – wie wel – maar het boezemt mij geen angst in

Bent u bang van de dood?

“Neen, ik denk het niet. Dat is wellicht eigen aan mijn karakter. Ik ben er niet klaar voor – wie wel – maar het boezemt mij geen angst in. Ik vertrouw erop dat er na de dood gerechtigheid zal zijn. Maar vraag me niet hoe.”

‘Wij zijn opgegroeid in een bijna ideale wereld’, zegt Van Cauwelaert in het boek. Volgt u hem?

“Het woord ‘ideaal’ is overtrokken. Maar ik begrijp wat hij bedoelt en hij heeft gelijk. Wij zijn opgegroeid in een stabiele wereld, op elk vlak: familiaal, sociaal en politiek. Dat was anders voor mijn ouders, die de oorlog hebben meegemaakt. Mijn vader was bijna geëxecuteerd, mijn moeder is moeten vluchten. Wij hebben alleen maar vrede gekend. ( denkt na ) Als ik met iets geworsteld heb, dan was het met mezelf. Ik had geen makkelijke puberteit. Ik had grote ambities – vooral politiek – maar tegelijk ook veel twijfels. Wie ben ik? Wat kan ik? Het klinkt misschien vreemd, maar ik had ook faalangst.”

Zou de 15-jarige Herman fier zijn op de 75-jarige Herman?

“Ik heb de meeste dromen kunnen waarmaken. Ik heb op politiek vlak alles bereikt wat ik kon bereiken. Ik ben opgegroeid in een liefdevol gezin, ik ben gelukkig getrouwd en ik heb vier mooie kinderen. Ik was trouwens geen afwezige vader, zoals andere politici. Ik heb niets goed te maken. Ik was er. Maar ik voeg eraan toe: ik ben geen voorbeeld, want ik heb veel geluk gehad. Ik voel mij verwend door het lot.”

Herman Van Rompuy: “Ik heb de meeste dromen kunnen waarmaken. Ik heb op politiek vlak alles bereikt wat ik kon bereiken.” (foto Christophe De Muynck)Herman Van Rompuy: “Ik heb de meeste dromen kunnen waarmaken. Ik heb op politiek vlak alles bereikt wat ik kon bereiken.” (foto Christophe De Muynck)

Wie was uw voorbeeld? Was dat generaal De Gaulle?

“Toen niet, neen. Ik was vooral gefascineerd door de Europese gedachte, minder door individuen. Later ben ik wel een gaullist geworden, na mei ‘68, toen de man al weggestemd was in een referendum.”

Was u geen fan van Rik Van Looy?

“Jawel. ( plots enthousiast ) Ik was en ben een Van Looy-ist . Mijn broer Eric ook. Onze vakanties stonden helemaal in het teken van de Tour. Wij volgden elke rit van begin tot einde op de radio. Er waren twee grote coureurs in die tijd. Er was Rik Van Steenbergen, voor de generatie van mijn ouders, en er was Rik Van Looy, voor mijn generatie. Wij hadden trouwens het geluk dat mijn grootouders een café hadden, waar al in 1956 stel u voor een televisie stond. Ik herinner mij nog levendig het wereldkampioenschap van dat jaar in Kopenhagen. Van Steenbergen won. En wie werd tweede? Van Looy. ( lacht ) Het is pas in 1960 dat Van Looy voor het eerst won.”

Kan u de hype vergelijken met de hype rond Evenepoel?

“Ja, zeker nu Evenepoel ook wereldkampioen is. Als hij de komende jaren bevestigt, wordt hij een even grote mythe als Van Looy. Maar laat ons niet vergeten dat er na Van Looy nog een renner van een ander kaliber opdook: Eddy Merckx. Dat was de grootste aller tijden. Maar in populariteit moest Van Looy niet onderdoen, hoor.”

Mei ‘68 is een belangrijk thema in het boek. U was toen 21. Was dat een kantelpunt?

“Niet voor mezelf, wel voor de samenleving. In ons land wordt mei ‘68 vooral geassocieerd met Leuven Vlaams, de strijd voor een Nederlandstalige universiteit in Leuven. Het was een van de aanleidingen voor de splitsing van de politieke partijen en zelfs voor de federalisering van het land. Leraren en leerlingen liepen hand in hand op straat. Alle gezagsverhoudingen werden overboord gegooid. Het was het begin van de individualisering van de samenleving en het einde van het gezag.”

Het was ook de seksuele bevrijding. Was u daarmee bezig?

“( fijntjes ) Daar heeft niemand zaken mee. Het klopt wel dat de introductie van de anticonceptiepil een revolutie heeft ontketend. Ten goede. Want voordien was de prijs van de vrijheid dikwijls een zwangerschap en een verplicht huwelijk. Ik heb vele vrienden die zijn moeten trouwen. De Kerk heeft daar totaal fout op gereageerd. De fameuze encycliek Humanae Vitae van paus Paulus VI, waarin hij het gebruik van de pil verbood, was een van de grootste flaters van de naoorlogse periode.”

De klimaatverandering komt weinig aan bod in de gesprekken. Heeft uw generatie geen schuldig verzuim gepleegd?

“( schudt het hoofd ) Het rapport van de Club van Rome (1972) was een belangrijke wake-upcall . Wij kenden het probleem, maar we geloofden dat het zou opgelost worden door technologische innovatie.”

Is dat geen gemakzucht?

“Dat was het vooruitgangsoptimisme van die tijd. Als je door een hedendaagse bril terugkijkt, dan kan je zeggen dat we niet genoeg gedaan hebben. Er zijn te weinig beleidsdaden voortgekomen uit het rapport. Maar het is niet alleen de politiek die de agenda zet, hè. Ook vanuit de samenleving was er weinig druk. De economie was de grote prioriteit. Overigens: een jaar na publicatie was de zero economische groei, waarvoor het rapport pleitte, een feit.”

De oliecrisis van 1973. Zou u de huidige energiecrisis daarmee kunnen vergelijken?

“Er zijn zeker overeenkomsten. Ook toen was de crisis het gevolg van een oorlog, van de Jom Kipoer-oorlog tussen Israël en de omliggende Arabische landen. Dat heeft geleid tot een verviervoudiging van de olieprijs. In november 1974 bedroeg de inflatie in België maar liefst zestien procent. De lonen stegen twintig procent. Dat was een schok. Het was het einde van de gouden jaren zestig. De huidige crisis hadden we altijd moeten vermijden. Wij hebben onszelf veel te afhankelijk gemaakt van Russisch gas en dan kijk ik vooral naar Duitsland.”

Economen vinden dat onze regering de inflatie versterkt door ondoordacht veel geld uit te geven. Is dat zo? U bent ook econoom.

Herman Van Rompuy: “Wij hebben onszelf veel te afhankelijk gemaakt van Russisch gas en dan kijk ik vooral naar Duitsland.” (foto Christophe De Muynck)Herman Van Rompuy: “Wij hebben onszelf veel te afhankelijk gemaakt van Russisch gas en dan kijk ik vooral naar Duitsland.” (foto Christophe De Muynck)

“Een econoom is niet verantwoordelijk voor een samenleving, een politicus wel. Een politicus moet niet alleen met de theorie bezig zijn. ( feller ) Wat is het alternatief? Dat grote groepen van de samenleving in energiearmoede vervallen? Had de regering niets gedaan, dan zaten we vandaag in een majeure sociale crisis. Wie zou daarbij geholpen zijn? Daarom ben ik mild voor de regering. Ik begrijp waarom ze op deze manier handelt. ( denkt na ) Op lange termijn ben ik zelfs niet negatief gestemd. We moeten weliswaar door een moeilijke winter, maar de crisis kan ook een zegen zijn voor het klimaat, want het zal een boost geven aan hernieuwbare energie.”

‘We moeten door vijf moeilijke winters’, zegt premier Alexander De Croo (Open VLD).

“( kort ) Ik begrijp niet waarom hij dat zegt. Maar goed, dat is zijn zaak. Ik denk dat we sneller onafhankelijk kunnen worden van Rusland dan algemeen verwacht.”

Ik zie geen einde aan deze oorlog. Ik zie niet in hoe men tot vredesbesprekingen kan komen

Is het terecht dat voorvechters van mensenrechten in Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne de Nobelprijs voor de Vrede krijgen?

“Absoluut. Wie zou het anders moeten krijgen? Ik had het zelfs het Oekraïense volk gegund. Of president Zelensky. Maar goed: dat was wellicht te politiek voor het comité. ( even stil ) Wat zal van dat land overblijven? Hoeveel mensen zijn daar al gestorven? Honderdduizend? Dat is niet onmogelijk. En ik zie geen einde aan deze oorlog. Ik zie niet in hoe men tot vredebesprekingen kan komen. Zal men vragen aan Oekraïne om grondgebied af te staan? Dat is toch niet denkbaar?”

Acht u een nucleaire oorlog denkbaar?

“Zelf geloof ik dat niet. Maar wie ben ik? Deze oorlog was ook ondenkbaar en toch is ze volop bezig. We moeten dus heel voorzichtig zijn. Enkele weken geleden kreeg ik telefoon van mijn schoondochter. Mijn kleinzoon van tien kon de slaap niet vatten, omdat hij bang was voor een kernoorlog. Hij had er iets over gelezen. Ik ben ernaartoe gereden om hem te troosten.”

Ook mijn kinderen van zeven en negen zitten met die vragen. Wat zeggen we hen dan?

“Dat is een goede, maar moeilijke vraag. Ik heb geprobeerd om mijn kleinzoon gerust te stellen door te zeggen dat het niet zal gebeuren. Dat is mij gelukt, omdat hij zijn oude opa gelooft en vertrouwt. Maar ik kan geen tips geven aan anderen. Ook ik had deze oorlog niet zien aankomen. Een nucleaire oorlog zou een totale ineenstorting van de wereldeconomie betekenen. Daarom kan ik mij niet voorstellen dat de Chinezen niet al hun macht zullen gebruiken om het te vermijden.”

Zeker? Zouden we zelfs niet bevreesder moeten zijn voor China dan voor Poetin?

“De Chinezen zien in Oekraïne welke gigantisch negatieve effecten een lokaal conflict kan hebben, ook op de eigen economie. Daarom denk ik niet dat China in de afzienbare toekomst een conflict met bijvoorbeeld Taiwan zal uitlokken.”

Was 10 december 2012 het mooiste moment van uw carrière?

“Ja. ( plots met een ontwapenende glimlach ) Dat was de dag waarop ik in naam van de Europese Unie de Nobelprijs mocht ontvangen. Je kan veel dromen in je leven, maar zoiets, neen, zoiets niet. Ik heb toen de beste toespraak van mijn leven gegeven. Dat durf ik wel te zeggen. Ik word opnieuw ontroerd, als ik de beelden zie.”

Wat was eigenlijk de grootste tegenslag in uw leven?

“De dood van mijn ouders op een korte tijdspanne van negen dagen. Ze waren ziek, maar toch waren we niet klaar voor de dood. ( zacht ) De dood komt altijd als een dief in de nacht. Alles in mij heeft zich verzet tegen hun dood. Tevergeefs. Ik denk nog elke dag aan hen. Elke dag. ( zwijgt )”

Ik wil u bedanken voor dit gesprek. En zie: we zijn vergeten om het over de crisis binnen uw CD&V te hebben.

“En maar goed ook. Daar heb ik niets meer over te vertellen. ( lacht )”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier