Miet Smet (CD&V) over euthanasie, vrouwenrechten en de worsteling van haar partij: “Wij missen charismatische figuren”

Miet Smet (CD&V) is een icoon van de Belgische politiek. Al in de jaren zeventig stond ze op de barricaden voor vrouwenrechten. Als staatssecretaris en minister zorgde ze effectief voor meer gelijkheid. In april wordt Smet 75. Ze volgt de politiek nog steeds op de voet. Maar ze denkt ook aan wat komt. “Ik wil waardevol sterven.”

Ze is gevraagd om de lijst te duwen voor de gemeenteraadsverkiezingen in Lokeren. Ze heeft neen gezegd. “Het is genoeg geweest. Ik word 75. Ik voel mijn lichaam ouder worden. Op 12 maart wordt mijn schouder geopereerd. Ik heb al een knieprothese. De machine kraakt. (glimlacht) Maar dat neemt niet weg dat ik nog steeds graag werk. Je moet mijn agenda eens zien. Ik word vaak gevraagd om te spreken over vrouwenemancipatie en Europa. Ik lees ook thesissen voor het Wilfried Martens-fonds van de KU Leuven en ik ben actief in het Wilfried Martens-studiecentrum van de Europese Volkspartij.”

De naam van haar man, de oud-premier die op 9 oktober 2013 overleed aan kanker, zal veel vallen tijdens ons gesprek. In haar woonkamer staat een grote buste van hem. “Ik praat er elke dag tegen. Over politiek. Dat ik hem graag zie. Wilfried is een stuk van mij, en dat zal niet veranderen. Ik mis hem, heel erg. Hij was een mooie man. Ik heb altijd bewonderd wat hij, die eenvoudige boerenzoon, bereikt heeft. Gelukkig heb ik veel vrienden en familie. Ik zie ook de kinderen van Wilfried vaak. En ik heb mijn werk. Ik kan niet ganse dagen thuis zitten. Ik hoef geen honderd jaar te worden, zeg ik altijd. Ik hoop alleen dat ik nog even gezond mag blijven.”

Bent u bang voor wat komt?

Ik ben bang om af te takelen, lichamelijk of mentaal. Dat wil ik niet. Als dat gebeurt, wil ik euthanasie. U mag dat opschrijven. Mijn papieren liggen klaar, ze zijn getekend. Ik moet wel nog eens goed lezen of alle mogelijkheden erin staan. Die wet verandert voortdurend. Mijn beste vriendin en mijn zus weten ervan, zij zijn mijn getuigen. Ik heb Wilfried zien aftakelen. Hij is thuis gestorven. (even moeilijk) Ik kan er nog altijd moeilijk over praten. Ik wil waardevol sterven, niet als een wrak.

Laten we dan over politiek praten. Kan u nog kwaad worden?

O ja. De nationalisten maken mij kwaad. Nationalisten zijn egoïsten. Zij verengen de wereld tot hun eigen gewest. Dat is fout. Neem nu migratie. N-VA buit dat thema uit om electorale redenen. Maar zolang wij, Europeanen, onze ogen sluiten voor Afrika, zullen migranten blijven komen. We moeten een stuk van onze rijkdom herverdelen. We leven helaas in een egoïstische samenleving. N-VA maakt daar gebruik van, maar is daar tegelijk oorzaak van. Haar discours versterkt de mensen in hun egoïsme. Dat maakt mij echt kwaad. Ik pleit voor meer menselijkheid, ook in het beleid. Ik zou nooit Soedanezen terugsturen. Ik kén dat land. Vreselijk wat daar gebeurt.

Ik ben bang om af te takelen. Dan wil ik euthanasie. Mijn papieren zijn getekend.

Uw partij werkt wel samen met N-VA.

Je kan niet anders. Dat is de grootste partij van Vlaanderen geworden.

Dat was ooit uw partij.

Ja, en dat doet me pijn. CD&V was altijd de partij die alle bevolkingsgroepen kon verenigen. Dat doet ze nog altijd, maar ze scoort niet meer zoals toen.

Waar is het fout gelopen?

Wij missen charismatische figuren zoals Wilfried dat was, of Jean-Luc Dehaene. Zij konden mensen écht overtuigen van hun boodschap. Dat geldt trouwens voor de meeste partijen in Vlaanderen. Charisma is maar weinigen gegeven. Je kan dat niet aanleren. Je moet dat in je hebben. Charismatische politici slagen erin de mensen mee te nemen in hun verhaal, soms ook in hun persoonlijk verhaal. Toen Wilfried aan zijn hart geopereerd werd, leefden de mensen mee. Dat is een grote kracht voor een politicus. Helaas heb je maar één of twee politici per generatie die dat kunnen.

Heeft vandaag alleen N-VA die figuren?

De meeste partijen hebben geen charismatische figuren, laat het mij zo zeggen. (lacht)

U was de eerste feministe in de Belgische politiek. Wie was uw inspiratiebron?

Ik had geen voorbeelden. Ik ben feministe geworden uit frustratie. Dat was in de periode van het ‘wonderbureau’ van de CVP-jongeren met Wilfried en Jean-Luc (eind jaren zestig, red). Je voelde dat je als vrouw minder gehoord werd. De mannen waren bezig met de staatshervorming. Ik wou thema’s als leefmilieu op tafel leggen. Dat vonden zij niet belangrijk genoeg. Dan raak je gefrustreerd. In 1975 was ik voorzitter van de commissie Vrouwenarbeid met werkgevers en vakbonden. Ook dat heeft mijn ogen geopend. Ik heb toen de arbeidsmarkt écht leren kennen, de voortdurende achterstelling van de vrouw. De maatschappij van toen was op maat gemaakt van de werkende man en de vrouw aan de haard. Ik weet nog dat mijn vader, die senator was, een premie wou voor de vrouw aan de haard. Ik heb daar tegen gestreden. Dat is er uiteindelijk niet gekomen.

Het discours van N-VA versterkt de mensen in hun egoïsme. Dat maakt mij echt kwaad.

Hoe reageerden de mannen op uw voorstellen voor meer vrouwenrechten?

Ik heb veel weerstand gevoeld. Ik beukte in tegen hun maatschappijmodel. Veel mannen wilden geen verandering. Als minister heb ik in de jaren negentig de quota ingevoerd voor vrouwen in de politiek. ‘Waar kom jij mee af’, kreeg ik te horen. ‘Straks wil je ook plekken voorbehouden voor homoseksuelen en gehandicapten.’ Ik heb uiteindelijk toch de ministerraad kunnen overtuigen. Jean-Luc, toen premier, stond achter mij. Hij was net als Wilfried een stille feminist. (lacht) Ik moest bij elk voorstel wel op eieren lopen. Ik mocht de mannen niet te hard bruuskeren. Ik had hen nodig om wetten gestemd te krijgen.

Op welke realisatie bent u meest fier?

(denkt na) Ik heb seksueel geweld en seksuele discriminatie, op en naast de werkvloer, op de agenda gezet. Ik heb bijvoorbeeld de verplichting ingevoerd voor bedrijven om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Daar ben ik fier op. Ik zal u een anekdote vertellen. Ik wou de wet op verkrachting aanscherpen. Ik wou de definitie uitbreiden naar elke aantasting van de persoonlijke integriteit van de vrouw. Luc Van den Bossche (SP.A) vond dat te algemeen. Hij wou dat specifieker omschrijven: verkrachting met voorwerp, verkrachting vooraan, verkrachting achteraan, alles werd opgesomd. Na goedkeuring in de Kamer moest dat naar de Senaat, waar vooral oudere mannen zaten. Die waren geschokt door de tekst. Dat is pornografie, zeiden ze, en ze stuurden de tekst terug. (lacht) Uiteindelijk is mijn definitie weerhouden.

Werd er destijds van u verwacht dat u ook uw lichaam in de schaal wierp om carrière te maken?

Neen. Dat is mij nooit gevraagd. Ik geloof niet dat dat een gangbare praktijk was in de politiek. Ik sprak vaak met vrouwen van andere partijen, zoals Annemie Neyts (Open VLD) en Leona Detiège (SP.A), en ook van hen heb ik nooit iets in die richting gehoord. Dat is blijkbaar wel zo in Hollywood. Het is goed dat al die getuigenissen nu naar buiten komen. De derde feministische golf woedt volop. Wat mij destijds wel frustreerde, waren de vele seksueel getinte opmerkingen. Of mannen die je aanspraken over je uiterlijk of je kleren, maar zelden over je ideeën. Ze kregen dat ook aangeleerd als kind: geef een vrouw een compliment over haar uiterlijk.

Wat is de uitdaging vandaag?

Omgaan met elkaar, zonder seksuele intimidatie. #MeToo bewijst dat dat niet goed zit. Maar wat kun je doen? (blaast) Dat is moeilijk. Ik ken de oplossing niet. Moet je harder straffen? Misschien. Maar veel belangrijker is een maatschappelijke bewustwording dat seksuele intimidatie niet kan, dat onnozele moppen vrouwen pijn kunnen doen.

“Ik ben tegen de hoofddoek”

Islam en vrouwenrechten is een ander thema vandaag. Staat de islam vrouwenemancipatie in de weg?

Alle godsdiensten, zonder uitzondering, zijn gemaakt door mannen. Zij hebben ervoor gezorgd dat er andere regels gelden voor mannen en vrouwen. In de katholieke godsdienst zijn die verschillen de voorbije decennia grotendeels weggewerkt, behalve in de structuur van de kerk zelf. Ik geloof dat ook de islam in die richting zal evolueren. Ik ben bijvoorbeeld tegen de hoofddoek. Dat stoort mij, net omdat dat opgelegd is door mannen.

Moet een hoofddoek verboden worden in scholen?

Dat zeg ik niet. Ik zou liever zien dat de islamitische vrouwen die problemen zelf oplossen. Net zoals ook de vrouwen bij ons zelf gestreden hebben voor meer gelijkheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier