Federaal fractieleider Peter De Roover (N-VA) blijft ijveren voor Vlaamse onafhankelijkheid: “We hebben een overheid te veel”

Op korte tijd heeft Peter De Roover zich ontpopt tot één van de voornaamste spreekbuizen van N-VA. Tot drie jaar geleden was de 54-jarige Mortselaar nog leraar economie aan een secundaire school in Antwerpen. Als voorzitter, en later politiek secretaris, van de Vlaamse Volksbeweging weegt hij wel al sinds de jaren negentig op het debat. Tijd voor een grondige kennismaking.

 

“Veel politici lijken wel pastoors”, zei Gwendolyn Rutten (Open VLD) vorige week in deze krant. Volgt u haar?

Ik begrijp haar wel, ja. Ook al is iets niet goed, dan nog moet de politiek dat niet per definitie willen regelen. Neem nu roken in de wagen in bijzijn van kinderen. Is dat slecht? Natuurlijk, zonder twijfel. Je doet dat niet. Maar moet de overheid dat dan per definitie regelen? Ik vind van niet. Bovendien: ongezond leven is een recht.

Is dat een debat dat woedt binnen uw partij?

Absoluut, permanent zelfs. Wanneer moet je een regel opleggen, wanneer moet je vertrouwen op de wijsheid van mensen? Want dat is het: pas als je niet vertrouwt op die wijsheid, leg je regels op. Wij denken daarin niet al te collectivistisch. De linkerzijde wel: zij gelooft dat de perfectie moet opgelegd worden. Mensen laten zich echter niet makkelijk iets opleggen. Gevolg daarvan is de dictatuur: een regime dat dwang uitoefent. De grootste vijand van het goede is het streven naar perfectie, dat is mijn persoonlijk motto.

Bent u katholiek?

Ja. Ik ben opgegroeid in een uitgesproken katholiek gezin. Dan zuig je een maatschappijvisie op die je niet meer verliest. Ook al durft het godsbeeld wel eens evolueren als je ouder wordt. De katholieke godsdienst laat trouwens toe dat mensen zondigen. Een goede zaak.

Ook het Vlaams-nationalisme hebt u van thuis. Was u als jongere geen rebel?

Toch wel. Ik at geen witlof, omdat mijn vader er dol op was. En nog altijd niet, ook al is hij overleden. (lacht) Ik heb de gebruikelijke vadermoord proberen plegen, maar het is mij niet gelukt. Ik ben met hem in discussie gegaan, heb ideeën betwist, maar zag uiteindelijk in dat hij gelijk had. Mijn vader was mijn eerste inspiratiebron, absoluut.

“Ik heb de gebruikelijke vadermoord proberen plegen, maar het is mij niet gelukt”

Bij u thuis waren er ook sympathieën voor Fidel Castro. U juichte zijn dood niet toe, zoals velen misschien verwacht hadden. U noemde hem zelfs een leermeester.

Dat was natuurlijk wat provocatief bedoeld, alleen heeft, helaas, niet iedereen het vermogen om dat te relativeren. Castro is een toepassing van wat ik net zei: hij dacht het heilige gevonden te hebben, maar hij dwong zijn bevolking daarin. Een ander idee werd niet aanvaard. Maar goed, hij was wél een charismatisch figuur toen hij opkwam. Een beloftevolle man, een nationalist trouwens, die zich verzette tegen het machtige Amerika. Wel meer mensen zoals mijn vader, die absoluut niet links was, voelden zich aangetrokken door dat tegendraadse karakter. Zo zie je: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens.

Waarom hebt u op uw 51ste de overstap gemaakt van de zekere onderwijswereld naar de onzekere politiek?

Ik wou die wereld, die ik toch al dertig jaar becommentarieerde, eens van binnen leren kennen. Voordien zei ik altijd neen toen de vraag kwam. En ik ben nog altijd blij dat ik niet eerder toegehapt heb. Het zou trouwens goed zijn mocht elke politicus een tijd op een normale manier zijn kost verdienen. Maar had ik nu nog eens neen gezegd, dan zou dat definitief geweest zijn.

“Vanaf vandaag opereer ik in een partij, en dat vraagt een offer”, schreef u toen. Is dat offer het zwijgen over het communautaire geworden?

Neen. Ik bedoelde dat persoonlijk. Ik doe nog evenveel mijn mond open als voorheen. Alleen heb je als schakel van een partij niet de vrijheid om publiekelijk alles te zeggen wat in je opkomt. Als politicus moet je in de eerste plaats binnenskamers spreken.

Kon Hendrik Vuye dat offer niet brengen?

Ik denk dat dat inderdaad de analyse is. Ik beschouw hem nog steeds als een politieke bondgenoot, maar hij is minder geschikt voor het ploegwerk.

Deze zomer stond u in het oog van de storm. Blijft u achter uw voorstel dat sympathieën voor ideeën die leiden tot geweld of tot radicale afwijzing van onze samenleving verboden moeten worden?

Ik heb toen een debat geopend waar ik nog steeds achter sta, ja. Moet je wachten tot woorden daden worden om in te grijpen? Heb je voordien geen grijze zone waarin je al kan optreden? Ik vind dat niet buitenissig. Misschien kan dat met bestaande wetten. Als dat niet kan, moet je nadenken over nieuwe wetten.

Heel concreet: mag ik zeggen dat ik IS schitterend vind?

Het verheerlijken van terreur lijkt mij niet tolereerbaar, neen. Let op: ik besef goed dat we ons met deze discussie op glad ijs begeven.

En sympathieën uiten voor Castro, kan dat dan?

Ik zie daar geen probleem in. Mijn idee was specifiek gericht op de terreur van IS, onze vijand vandaag.

Als voorzitter van de VVB lanceerde u in 1991 het streefdoel van Vlaamse onafhankelijkheid. Waarom is dat uw ideaal?

Daar zijn vele redenen voor. Elke dag opnieuw zie ik dat de Belgische structuur inefficiënt is. Als je bijvoorbeeld nadenkt over een nieuw belastingstelsel, dan bots je op de versplintering van bevoegdheden. En je kan zo veel zaken opnoemen. Ik hou meer van een transparant systeem. Wij hebben een overheid te veel.

De federale?

Dat is mijn mening, ja. Ook al omdat politiek gezien de gemiddelde Waal en de gemiddelde Vlaming een andere voorkeur hebben, maar dat niet altijd vertaald zien in het beleid. Als Wallonië socialistisch stemt, hoeft Vlaanderen daarom geen socialistisch beleid te krijgen. Dat verschil is er altijd geweest.

Is dat niet eigen aan de democratie?

Natuurlijk. En je ziet ook in Vlaanderen diversiteit aan meningen. Maar ik spreek over de gemiddelde Waal en Vlaming. Het probleem is structureel.

Zit er ook romantiek achter uw Vlaams gedachtegoed?

Jawel. Dat is bij mij binnengekomen via het hart en opgeklommen naar het verstand. Eens dat gevoel er was, ben ik voor mezelf nagegaan of dat ook een rationele basis heeft. En die heb ik gevonden.

Als dit rationeel is, waarom kan u de Walen dan niet overtuigen?

De Franstaligen domineren van oudsher de politieke en financiële wereld in dit land. Zij hebben voor zichzelf grendels en remmen gecreëerd om te vermijden dat ze geminoriseerd worden. Anderzijds is België hun levensverzekering. Neem de transfers. Het is nochtans mijn vaste overtuiging dat die nefast zijn voor Wallonië. Door dat rustbed wordt de nood aan economische hervorming weggezogen. Nu, ik ben een democraat. Als de kiezer geen onafhankelijk Vlaanderen wil, dan respecteer ik dat. Maar mijn slecht karakter voegt daaraan toe: dan moet je een hoop besparingen slikken, want België kost geld.

Geraakt onze begroting daarom niet in evenwicht?

Een evenwicht zal maar lukken als we die besparingen durven doorvoeren die noodzakelijk zijn, maar dat blijkt heel moeilijk in deze coalitie. Nu, één besparing gaan we inderdaad spijtig genoeg niet realiseren, en dat is het transparanter maken van de staat. Dat zou enkele procenten verschil maken. Je kan nuttige dingen doen in dit land, en dat doen wij ook, jobcreatie, pensioenhervorming, minder uitgaven, lagere belastingen, maar op een bepaald punt eindigt dat. Vroeg of laat zal je niet onderuit kunnen aan de fundamentele vraag over onze staat.

“Vroeg of laat zal je niet onderuit kunnen aan de fundamentele vraag over onze staat”

 

CD&V pleit voor een dual income tax, waarin alle inkomsten uit kapitaal gelijk belast worden. Wat vindt u?

Dat is een boeiend idee. Maar het gevaar in dit land is dat elke belastinghervorming leidt tot een verhoging. Ons overheidsbeslag is 50,9 procent. Vergelijk dat met Nederland: 43,2 procent. Het parlement zou, over meerderheid en oppositie heen, een pact met de burger moeten sluiten. Met daarin de belofte: die 50 procent, en bij voorkeur minder, overschrijden we nooit meer. Dan neem je de angst weg dat met elke nieuwe maatregel de belastingen omhoog gaan. Als die garantie er is, dan kan je nadenken over een dual income tax, over het verschuiven van belastingen. Ik geef u nog een frappant cijfer: stel dat de Belgische overheid verhoudingsgewijs evenveel zou uitgeven als de Nederlandse, dat zouden wij een begrotingsoverschot van 6 procent hebben. Dit klopt toch niet? Ons probleem zit in de uitgaven, niet in de inkomsten.

Zou uw vader fier zijn op wat u doet?

Hij zou een kritisch waarnemer zijn. Ik zou hem wel eens willen spreken. (zwijgt even) Het is niet evident wat wij doen. Dit pad, in een Belgische regering stappen zonder communautaire bondgenoten, komt niet overeen met onze droom.

(foto’s belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier