Mohamed Ridouani fileert de malaise in zijn partij: “We zijn de middenklasse vergeten”

LEUVEN – Mohamed Ridouani, de nieuwe wonderboy van SP.A, wil zich niet verstoppen. Voor onze krant legt hij de vinger op de wonde van zijn partij. De kersverse burgemeester van Leuven wil minder pessimisme, meer aandacht voor de middenklasse en meer afstand van het ‘apparaat’. De kritiek van Louis Tobback op de cumul noemt hij deels terecht.

Het is de eerste keer dat Ridouani uitgebreider ingaat op de malaise van zijn partij. Hij voelt zich daartoe verplicht omdat de neergang hem pijn doet. Hij voelt zich uiteraard ook gesterkt door de kiezer. De vreugde was groot zondagavond, toen bleek dat hij zelfs meer voorkeurstemmen binnenhaalde dan Louis Tobback, zijn politieke vader, zes jaar geleden. Straks is Ridouani (39) de enige overgebleven socialist aan het hoofd van een centrumstad in Vlaanderen. “Het Leuvense model van SP.A werkt. Ik hoop dat dat inspirerend kan zijn voor de rest van Vlaanderen.”

Was Leuven geen toevalstreffer voor SP.A? Sterke figuren hebben het verschil gemaakt.

Ik ga niet de analyse maken van andere steden. Ik spreek liever over ons model. Ik zie vier factoren die aan de basis liggen van het succes. Eén: sterke en integere figuren, inderdaad. Twee: goed bestuur. Drie: durven vernieuwen, zowel mensen als ideeën. En vier: een verbindend verhaal brengen dat solidariteit koppelt aan vooruitgang. Zeker dat laatste mis ik op nationaal niveau.

Wat bedoelt u daarmee?

We richten ons verhaal op een te smalle basis. Een socialistische partij moet er zijn voor mensen in moeilijkheden, maar óók voor de middenklasse. Die laatste groep zijn we vergeten. We vervallen te veel in een discours van ‘miserabilisme’. Negatieve zaken worden belicht, zoals de lage lonen, terecht, maar zonder een toekomstperspectief te bieden. Dat zorgt ervoor dat de middenklasse afhaakt. Dat heb ik willen vermijden in Leuven door een optimistisch verhaal te brengen van solidariteit én vooruitgang voor iedereen. Dat is ook gelukt. Hoger opgeleiden stemmen hier wél voor SP.A.

“We zijn zoals de PVDA geworden”, zo stelt Tobback in Knack, “bezig met cumul en lonen, maar niemand was in dat soort zaken geïnteresseerd.” Heeft hij gelijk?

Voor een deel wel, ja. Moet je de cumul en de exuberante lonen aanpakken? Vaneigens. Maar dat mag niet hét politieke verhaal zijn.

Moet de analyse niet dieper gaan? Wat heeft uw partij nog te vertellen dat een ander niet vertelt?

Wij zijn dé partij bij uitstek die gelooft dat solidariteit iedereen vooruit helpt. Wij geloven in een sterke overheid die investeert in zorg, betaalbaar onderwijs, kinderopvang, degelijke pensioenen, noem maar op. Dat komt iederéén ten goede, mensen in moeilijkheden én de middenklasse.

Die visie kan ook uit de mond van CD&V komen, of van Groen.

Is dat zo? Ik zie dat CD&V deel uitmaakt van een regering die kinderopvang en onderwijs duurder maakt, die bespaart op pensioenen, enzovoort. Met Groen hebben we inderdaad veel overeenkomsten. Daarom wou ik die partij ook mee in de coalitie. In dat opzicht verschil ik van Louis. Maar ik zie Groen minder de nadruk leggen op de nood aan een sterke overheid, zeker op sociale domeinen. Dat is onze core business.

“We vervallen te veel in een discours van ‘miserabilisme’.
Dat zorgt ervoor dat de middenklasse afhaakt.”

Socialistische vakbondsmiddens lijken op te schuiven in de richting van de PVDA. Is dat geen probleem voor uw partij?

(blaast) Wat heeft hen dat opgeleverd? In Leuven één zetel. Ook in andere steden zie ik geen grote vooruitgang. Ik denk trouwens dat een deel van ons probleem in dat zogenaamde apparaat zit. Wij moeten ons verhaal onafhankelijk van de vakbond vertellen. Let op: ik ben voorstander van sterke vakbonden. Maar zij moeten ook durven vernieuwen. Een staking bijvoorbeeld moet de uitzondering zijn. Als dat de regel wordt, verdwijnt de geloofwaardigheid daarvan.

Volgt u ook de scherpe kritiek van Tobback op uw voorzitter, John Crombez?

Dit is een fout moment om de positie van de voorzitter in vraag te stellen. Dat geldt trouwens ook voor hemzelf. In mei zijn er opnieuw verkiezingen. Laten we nu kijken hoe we die moeten aanpakken, hoe we méér mensen kunnen aanspreken. We hébben een verhaal en we hébben authentieke mensen. Het kan dus.

Wat wordt uw rol in mei?

U mag alvast opschrijven dat ik zes jaar burgemeester blijf. En gezien we niet cumuleren in onze partij, ben ik dus geen kandidaat om naar het parlement te gaan. Ik sta uiteraard klaar om de partij te helpen. Ik hoop dat ze zich laat inspireren door onze aanpak.

Mag ik zeggen dat uw visie nauw aanleunt bij die van Bart Somers (Open VLD), burgemeester van Mechelen? Of is dat een belediging voor een socialist?

Neen, zeker niet. Ik heb maanden terug al voorspeld dat Somers op een absolute meerderheid afstevent. Ik heb veel sympathie voor hem. Hij bewijst dat polariseren niet hoeft om electoraal succes te halen. Ook een verbindend verhaal is aantrekkelijk. Ik probeer hetzelfde te doen. Ik wil een burgemeester zijn voor élke Leuvenaar. Zijn succes, en hopelijk ook mijn succes, bewijst dat er in Vlaanderen wel degelijk een brede progressieve onderstroom is. Dat sterkt mij in mijn ideeën.

“Moet je de cumul en de exuberante lonen aanpakken? ‘Vaneigens’. Maar dat mag niet hét politieke verhaal zijn.”

Wat wordt het grote verschil met uw voorganger? Vooral de stijl, of ook de inhoud?

De Leuvenaar zal wellicht op de twee domeinen een verschil zien. De grote gelijkenis tussen Louis en mezelf is onze liefde voor Leuven. Wij zijn elk uur van de dag met deze stad bezig. Louis heeft voor een grote omwenteling gezorgd. Toen hij in 1995 begon, was Leuven een grauwe provinciestad. Vandaag is de stad helemaal opengebloeid. Ik wil een stap verder gaan. Ik wil van Leuven een leidende stad maken. Leuven moet één van de meest groene, zorgzame en welvarende steden worden van Europa. Je kan dat zien als mijn grote missie.

Tobback gelooft niet in burgerparticipatie. U doet dat wel. Leg dat eens uit.

Een modern beleid kan niet alleen top-down zijn. Ik geloof in een horizontaal bestuursmodel. Burgers, ondernemingen, onderwijsinstellingen: zij moeten inspraak hebben. Let op: de slinger mag niet doorslaan. Je hebt ook een sterke overheid nodig. Een voorbeeld: wij streven ernaar een klimaatneutrale stad te zijn tegen 2030. Om een strategie daartoe te ontwikkelen, hebben we een vzw opgericht waarin stad, universiteit, ondernemingen en burgers participeren. Elke inwoner kan toetreden tot die vzw en dus meewerken. Dát is mijn model. Tussen haakjes: dat ik dat project heb mogen uitrollen, bewijst welke ruimte Louis mij altijd gegeven heeft. Ik ben het niet eens met die mensen die zeggen dat hij autoritair is. Ik heb in al die jaren nooit tegenstand van hem ondervonden.

U moet een uitzondering zijn.

Wij hebben dan ook een heel speciale relatie. (lacht)

Waarom wou u CD&V in de coalitie? Was dat om Tobback een plezier te doen? Hij vindt CD&V de natuurlijke partner van SP.A.

(resoluut) Absoluut niet. Wij zouden met Groen een te krappe meerderheid van één zetel hebben. Dat is niet comfortabel werken. Wij hebben grote ambities voor Leuven. Willen we die waarmaken, dan hebben we een brede coalitie nodig.

Om af te sluiten: hebt u nog tijd om aan kungfu te doen?

Helaas niet. Ik heb dat twintig jaar gedaan. Ik was ook goed, denk ik. Dat was echt mijn ding. Bruce Lee was uiteraard mijn voorbeeld. (lacht) Wist je trouwens dat tai chi en yoga voortvloeisels zijn daarvan? Kungfu is ook goed voor de innerlijke mens. Ik zou dat graag nog eens hernemen. Maar wie aan politiek doet, moet veel vrije tijd inleveren. De tijd die ik overhoud, besteed ik liever aan mijn kinderen.

(foto belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier