Chef nieuws Sandra Rosseel: “Ik wens iedereen die het nodig heeft een tomatenkas toe, al dan niet in serre- of menselijke vorm”

Goeiemorgen,

Ze staat er. Blinkend in de zon. En nog altijd niet weggewaaid, denk ik opgelucht en ook een ietsiepietsie trots. Een schoonheid zou ik haar niet noemen, en helemaal perfect is ze niet, en toch wordt mijn blik steeds opnieuw naar haar getrokken: mijn gloednieuwe tomatenkas. Niks fancy, gewoon een skelet van stalen buizen met daarover een groene foliehoes, die – zo moet ik bekennen – al geruime tijd in een kartonnen doos in mijn gang resideerde. “Het is nu écht wel tijd om de tomaten te planten”, had mijn vader al een paar keer verzucht, maar geef toe, zo’n tomatenkas opzetten, dat doe je toch niet als het regent? Maar vorig weekend scheen de zon en waagde ik me – met wat hulp van de zonen – aan de bouw van mijn eigen miniserre.

Het is een lang, smal exemplaar, met twee deuren die ik kan openritsen. Een actie, of beter: een geluid dat me zo terugflitst naar mijn kindertijd, toen mijn ouders elke zomer extra kleur gaven door een tent in de tuin op te zetten. Het zorgde meteen voor een gevoel van geluk, van thuis zijn. Van geborgenheid ook. Een gevoel dat ik een dag later goed kon gebruiken, toen dramatisch nieuws onze redactie bereikte. De amper 32-jarige schoonzoon van onze senior writer, schoonbroer van een oud-collega en papa in spe was die nacht gestorven. Nieuws dat niet alleen mij sprakeloos achterliet en nog altijd niet te vatten is. Die avond trok ik de geborgenheid van mijn serre in, waar het wroeten en woelen in de aarde mijn gedachten voor even liet verstommen.

Voor even, want na deze onheilstijding lijken alle slechtnieuwsberichten van de voorbije dagen veel harder binnen te komen. De 23-jarige fietster die een ongeval met een vrachtwagen niet overleefde, de tuinaannemer die bedolven werd door een instortende regenput, de wateroverlast in het noorden van Italië, de vier jonge kinderen die na een vliegtuigcrash alleen door de Colombiaanse jungle ronddwalen, en eerst wel en dan weer niet gevonden waren… Telkens weer breekt mijn hart, en telkens weer biedt wat me-time in de tomatenkas troost.

Ik wens Frank, zijn dochter en zijn familie, en al wie het nodig heeft, een eigen tomatenkas toe, of dat nu in serre- of in menselijke vorm is. Plekken en personen die hen koesteren en steunen, die hen door deze afschuwelijke periode loodsen, en hen hoop geven.

Terwijl ik deze woorden neertik, nemen Frank, zijn dochter en familie samen met heel wat vrienden afscheid van Paul. Daarnet nam ik even een pauze, zoekend naar de woorden voor deze column. Ik wandelde naar mijn kas, waar ondertussen zes tomatenplanten een vaste plek kregen. Terwijl ik ze inspecteerde op luizen, viel mijn oog op het allereerste bloemetje dat zijn opwachting maakt. Een teken van nieuw leven, van hoop. Een mooie gedachte op deze dag.

Ik wens u een zondag vol warmte toe,

Reageren? sandra.rosseel@roularta.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier