Staatssecretaris Zuhal Demir (N-VA) heeft duidelijke boodschap voor allochtone jongeren: “Ook jullie horen erbij”

Donderdag is haar laatste werkdag. Dan verdwijnt staatssecretaris Zuhal Demir (N-VA) voor drie maanden van het politieke toneel. Ze wil volop genieten van haar eerste kindje. In haar laatste grote interview doet ze een opmerkelijke oproep. “We moeten allochtone jongeren vaker zeggen: jullie horen erbij. Dat hebben we in het verleden te weinig gedaan.”

De geboorte is uitgerekend voor half december. “Maar mijn gynaecoloog denkt dat het zo lang niet zal duren. Fijn voor mij. Ik kan niet meer wachten. (lacht) Ik heb genoten van mijn zwangerschap. Ik vind het pure magie: een kind dat groeit in je buik. Maar nu is het genoeg geweest. Ik wil mijn baby kunnen vasthouden.” Op 30 november verdwijnt ze voor drie maanden van het toneel. “Ik neem heel bewust mijn moederschapsverlof op. Elke vrouw heeft dat recht, dus ook een politica. Je hebt dat nodig om een emotionele band te smeden met je baby. En als staatssecretaris van Gelijke Kansen vind ik het extra belangrijk om dat in de verf te zetten. Ik hoorde onlangs op de radio een CEO van een groot bedrijf vertellen dat hij een vrouw niet aannam omdat ze zwanger wou worden. (feller) Ik vind dat niet kunnen. Wat is drie maanden op een loopbaan? Ik vind politiek belangrijk, maar mijn gezin is nog belangrijker. Het leven is te mooi om alleen aan politiek te doen.”

En uw vriend?

Hij moet ook zijn tien dagen opnemen. Verplicht van mij. (lacht) Ook een vader heeft tijd nodig om een band smeden. Tien dagen is zelfs nog weinig.

Toen Freya Van den Bossche (SP.A) als Vlaams minister haar moederschapsverlof opnam, botste dat op kritiek van collega’s. Verwacht u dat ook?

Ik mag hopen van niet. Voorlopig krijg ik alleen aanmoedigingen. Ofwel willen ze van mij af. Dat kan ook. (lacht) Als er kritiek komt, zal ik stevig reageren. Ik wil mijn kind zelf opvoeden. Elke vrouw heeft dat recht.

Uw voorzitter hoeft u niet te bellen om vervroegd terug te keren?

Hij mag altijd bellen, maar niet daarvoor. Hij zal dat ook niet doen. Bart steunt mij. Kijk: ik heb duidelijke afspraken gemaakt met Jan Jambon (N-VA) die mijn bevoegdheden overneemt. Hij kan me altijd bellen. Ik zal de dossiers en de politiek natuurlijk blijven volgen. En het is ook niet zo dat mijn kabinet in moederschapsverlof gaat, hè. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed komt. We hebben de zaken goed voorbereid. Ik heb de voorbije weken in sneltempo wetsontwerpen op de ministerraad gebracht. Eens die in het parlement komen, zal ik terug zijn.

Vicepremier Kris Peeters (CD&V) profileert zich ook op armoede. Waarom krijgt hij die portefeuille niet?

Jan is mijn voogdijminister. Het is logisch dat hij mijn bevoegdheden overneemt. Dat was zelfs geen punt van discussie.

Ik neem bewust mijn moederschapsverlof op. Elke vrouw heeft dat recht, dus ook een politica.

Deze week maakte u zich kwaad op enkele islampredikers die alcohol, cafés en muziek zondig vinden. Kan u hun lezingen verbieden?

Neen, en dat wil ik ook niet. Maar daarom hoeft een lokale overheid de rode loper niet uit te rollen. In Genk werd zelfs het stadhuis beschikbaar gesteld. Wat zij verkondigen, druist in tegen ons samenlevingsmodel. Zij promoten segregatie van man en vrouw, zij vinden cafés en verjaardagsfeestjes verwerpelijk. Ik zeg: dat kan niet. We mogen niet toekijken hoe jongeren geïsoleerd worden. We hebben dat al eens meegemaakt met Fouad Belkacem en Sharia4Belgium. Toen staken politiek en journalistiek ook hun kop in de grond. Ik wil niet diezelfde fout maken.

Is het intellectueel eerlijk alleen Genk aan te vallen? Ook Antwerpen liet die mannen toe in gemeenschapscentra.

Ik heb die mannen aan het werk gezien in een reportage van Nieuwsuur. Dat ging nu eenmaal over Genk. Ging dat over Antwerpen, dan zou ik hetzelfde gezegd hebben. In Antwerpen ging dat trouwens niet over het stadhuis en zijn ze nu de toegang geweigerd tot stedelijke zalen.

Even tussen haakjes: wilt u burgemeester worden van Genk?

Dat is te vroeg om te zeggen. Dat impliceert een keuze tussen lokaal en nationaal. Ik zal die keuze maken na mijn terugkeer.

Is de voornaamste vraag niet waarom zoveel jongeren zich aangetrokken voelen door die taal?

Dat is zo en ik begrijp dat ook niet. Wellicht zijn veel jongeren op zoek naar een identiteit. Maar wie in handen komt van die gekken, loopt een groot risico volledig te segregeren van onze samenleving. Dat is verspilling van talent. Ik vind dat zonde. Ik ben van plan een tegenbeweging te starten. Ik zou graag, terwijl ik thuis ben, een avond organiseren in Genk met andere stemmen. Een Darya Safai bijvoorbeeld: zij maakte de islamisering van Iran mee. Of een progressieve imam die de zaken juist interpreteert. De Koran stelt bijvoorbeeld niet dat muziek zondig is. Of straathoekwerkers uit Boom die de opgang van Belkacem zagen. Die mensen kunnen vertellen dat integratie wél kan en hoe dat kan. Zij kunnen de tegenstem brengen. Ik hoop dat we dan ook zoveel jongeren bereiken.

Onze normen en waarden moeten gerespecteerd worden. Ik vind dat nog belangrijker dan taal.

Nemen wij de problemen van allochtone jongeren wel ernstig genoeg? Discriminatie bijvoorbeeld kan leiden tot het zich afzetten tegen een samenleving.

Ja, maar dat is nooit een excuus voor radicalisering. Je zal mij ook niet vertellen dat al die jongeren slachtoffers zijn van discriminatie. (zwijgt even) Ik vind wel dat we allochtone jongeren vaker moeten zeggen: jullie horen erbij. Dat hebben we in het verleden te weinig gedaan.

U verrast mij.

Ik meen dat ook. Vaak denken die jongeren dat ze nooit echt deel zullen zijn van onze samenleving omdat ze een andere achtergrond hebben. Ik heb dat gezien bij mijn broers vroeger. Toen zij geen werk vonden, of geweigerd werden in discotheken, vroegen zij zich ook af: wat moeten wij doen om erbij te horen?

Net uw partij krijgt vaak kritiek dat ze nieuwkomers als buitenstaanders blijft zien.

Die kritiek is onterecht. Geert Bourgeois pleit steevast voor een inclusieve samenleving. Mijn boodschap is algemeen gericht. We moeten af en toe explicieter zeggen: jullie zijn ook onze jongeren, we geloven in jullie, jullie horen bij de club.

Kan iedereen lid worden van die club?

Natuurlijk. Iedereen die hier wettelijk verblijft. Op voorwaarde dat onze normen en waarden gerespecteerd worden. Ik vind dat nog belangrijker dan taal. Dat gaat over gelijkheid tussen man en vrouw, over respect voor democratie, ja, zelfs over samen op café gaan of naar verjaardags- of buurtfeestjes. Dat is integratie. Als dat lukt, zal diversiteit een verrijking zijn.

Aan die normen en waarden schort wel iets als je de #MeToo-verhalen hoort.

Ja, dat klopt wel. Ik schrok ook van de hoeveelheid. Gelukkig verdwijnt dat nu uit de taboesfeer. Seksuele intimidatie is een prioriteit voor mij. Ik heb enkele weken geleden drie zorgcentra geopend, in Gent, Brussel en Luik, waar mensen terecht kunnen na seksueel geweld. Dat is de grootste stap voorwaarts in jaren. Vrouwen, en mannen, kunnen nu eindelijk terecht in één centrum voor alle zorgen, medisch en psychisch. Ze moeten maar één keer hun verhaal doen. Ik wil eind deze legislatuur in elke provincie een zorgcentrum.

U richt zich in een nieuwe campagne ook tot omstaanders.

Dat gaat over straatintimidatie. Omstaanders hebben de sleutel in handen. Zij moeten ingrijpen. Pas dan zal dat stoppen. Vandaag kijkt men te vaak de andere kant uit omdat men bang is. Maar als één iemand ingrijpt, zal een ander makkelijker volgen, enzovoort.

Hebt u ooit ingegrepen?

O ja. Een jaar of twee geleden. Een oudere man viel een meisje lastig met seksistische opmerkingen. Ik heb mij eens goed kwaadgemaakt. Die man trapte het snel af. Ik heb een grote mond. Wellicht zijn daarom veel mannen bang van mij. (lacht)

Ik ben helemaal niet hard

Uw vorig interview in deze krant lokte veel heisa uit. U noemde CD&V een moslimpartij. Moet u sindsdien op uw woorden letten?

Ik spreek altijd duidelijke taal. Je zal mij niet snel veranderen. Ik wil dat ook niet. De mensen kennen mij zo. Maar ik let wat meer op wat ik zeg over een coalitiepartner. Een regeringslid is meer gebonden dan een parlementslid.

Wat heeft premier Michel (MR) u gezegd?

Dat zeg ik niet. (lacht) Ik heb hem wel aan de lijn gehad, ja.

Veel mensen kennen u als harde politica. Denkt u dat het moederschap u zal veranderen?

Ik zal dezelfde politica blijven. Wie mij goed kent, weet dat ik helemaal niet hard ben. Ik herken mij ook niet in dat beeld. Wellicht komt dat omdat ik graag de puntjes op de i zet. Ik voel wel dat ik emotioneler word. Ik was deze week op een school waar gehandicapte kinderen muziek speelden. Ik begon spontaan te wenen. Dat zal met het moederschap te maken hebben.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier