Nu de winter in het land is, staan we best ook even stil bij onze viervoeters. De winterprik kan dieren lelijk parten spelen. De inspectiedienst Dierenwelzijn van de FOD Volksgezondheid roept op tot waakzaamheid. Eigenaars van dieren kunnen heel wat doen om de winterprik voor dieren draaglijk te houden. We zetten enkele tips op een rijtje:
• Jonge en oudere dieren horen niet thuis op een weide als het vriest.
• Geiten en ezels kunnen minder goed tegen vriesweer dan bijvoorbeeld runderen, paarden of schapen.
• Een droge plek waar de dieren kunnen neerliggen is onontbeerlijk.
• Zorg voor beschutting. Indien niet mogelijk, moeten de dieren op stal.
• Zorg ervoor dat de dieren beschikken over voldoende drinkbaar water.
• Ververs het water regelmatig zodat het niet kan bevriezen.
• Zorg voor voldoende vers voedsel. ’s Winters groeit er niet voldoende gras op de weide.
• Hoe kouder het wordt, hoe groter de energiebehoefte. Bij -10 °C verbruikt een dier al snel 35 % meer energie.
• Ook gezelschapsdieren als honden en katten zijn niet immuun voor vriestemperaturen. Baasjes kunnen een hok eenvoudig isoleren met stro of een warm deken.
• Wie gaat wandelen met zijn hond, controleert na afloop best de poten van het dier, om te checken of er geen ijs, sneeuw of zout is blijven vasthangen.
• Dierenverwaarlozing is niet altijd makkelijk om vast te stellen. Zo wijst een laagje ijs op de vacht van een paard erop dat het dier goed geïsoleerd is, en niet noodzakelijk dat het kou lijdt.
