50 procent meer autodelers in een jaar tijd in Vlaanderen

De populariteit van autodelen zit stevig in de lift. In Vlaanderen maken ruim 122.000 mensen er gebruik van, zo blijkt uit de recentste cijfers van sectorfederatie Autodelen.net. Directeur Jeffrey Matthijs is opgetogen over de groei, maar wijst ook op de hindernissen. “Vlaanderen hinkt achterop.”

De stijgende trend van autodelen zet zich fors door. “In Vlaanderen kwamen er vorig jaar 40.000 nieuwe autodelers bij, die samen 3.000 deelwagens delen. We zitten zo aan 122.000 Vlaamse gebruikers in totaal, dat is dus een stijging van 50 procent op één jaar tijd”, schetst Jeffrey Matthijs. “In Brussel doet 8 à 10 procent van de rijbewijshouders al aan autodelen. Een op de vier deelwagens in Vlaanderen is bovendien elektrisch. Onze aanbieders zijn volop mee met de nieuwste technologieën en breiden hun gamma steeds verder uit.”

Hoe verklaart u die cijfers?

“Wat bijdraagt aan de populariteit is het gemak rond parkeren. In stadsomgevingen is het vaak heel moeilijk om met de eigen wagen parking te vinden. Mensen geraken dat beu. Bij autodelen is er meestal een vaste standplaats waar je je deelwagen kwijt kunt. Bovendien zetten almaar meer steden in op autodelen.”

Zorgen de stijgende brandstofprijzen mee voor die stijging van het aantal gebruikers?

“Dat speelt zeker mee. Bij autodelen wordt de brandstofprijs niet een-op-een doorgerekend. De prijzen van autodelen zijn met zo’n 10 procent gestegen, maar dat is veel minder dan de procentuele toename van de brandstofprijzen. Voor veel mensen is dat een eye opener . Uit cijfers van de LeasePlan Car Cost Index, die de kostprijzen van autobezit in verschillende landen bekijkt, blijkt dat een eigen wagen – inclusief alle kosten – in België gemiddeld 12.000 euro per jaar kost. Met die stijgende brandstofprijzen zal dat volgend jaar nog meer zijn. Het gemiddelde verbruik van autodelers ligt op minder dan de helft per jaar. Dat is toch een groot verschil. Mensen worden zich daar almaar meer van bewust.”

Wat met de mogelijkheden tot autodelen in Vlaanderen? Hoe verspreid is het al?

“Er is nog veel werk aan de winkel. In Vlaanderen doet 2,5 procent van de rijbewijshouders aan autodelen. We zijn net voorbij de innovatiefase en meestal kenmerkt zich dat nadien met een verdere exponentiële stijging. Vlaanderen telt 300 gemeenten. In meer dan twee op drie kan je al een deelwagen vinden. Het is dus ook meer en meer een oplossing in rurale gebieden. Ik maak me sterk dat er binnen afzienbare tijd in elke gemeente minstens één deelwagen zal zijn. Ook het beleid speelt daarin een belangrijke rol. Tegen 2030 moeten er 13.500 deelwagens bij komen via het Lokaal Energie- en Klimaatpact van minister Somers en via de Hoppinpunten van minister Peeters.”

Waar schuilen de uitdagingen?

“Laadinfrastructuur is een van de werkpunten. Deelwagens moeten heel snel kunnen worden opgeladen. Vlaanderen hinkt achterop. Er is wel een duidelijk plan. Het beleid wil hier tegen 2030 in totaal 66.000 laadpunten hebben. Daar zal nog veel tijd en werk in kruipen. Het beleid dat niet eenduidig is, vormt ook een belemmering. Lokale overheden hebben de sleutel van autodelen in handen, want dat gaat over parkeren en vergunningen. We zien te grote verschillen tussen overheden, waardoor autodeelaanbieders zich heel vaak moeten bezighouden met dossiers, aanvragen en verantwoordingen bij verschillende steden. Dat moet beter. Idealiter op federaal niveau, maar ik zou al blij zijn mocht er op Vlaams niveau een algemeen erkenningskader kunnen komen.”

“Een van de belangrijkste uitdagingen is de salariswagen. Er zijn ruim 600.000 bedrijfswagens in ons land. Die kunnen per definitie niet worden gedeeld, zeker niet als er een tankkaart bij hoort. Werknemers die daarover beschikken, gaan uiteraard ook niet aan autodelen doen. Wat er dan moet veranderen? Het systeem van salariswagens zou eigenlijk afgeschaft moeten worden. Ik wil daarmee niet zeggen dat bepaalde mensen geen wagens mogen hebben, maar bedrijven zouden meer de autodeelabonnementen moeten promoten en uitdelen als alternatief.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier