Voor wie het nog niet wist: je koelkast inladen is veel meer dan “ik zwier de melk even tussen de kaas en de fles champagne want daar is nog wat plaats”. Neen, de ontwerpers hebben je koelkast zo gebouwd dat elke plekje en elk vakje een duidelijke functie hebben. Alleen beseffen we dat niet altijd.

1. Maak je koelkast leeg

Stap één naar een plaatje van een koelkast: maak alles leeg en gooi weg wat over datum is. Vervolgens reinig je je koelkast tot hij helemaal spic en span is: haal de laden eruit, verwijder alle vieze vlekken en – indien mogelijk – verschuif je koelkast even van de muur om ook achter de wand alle stof en viezigheid weg te halen. Heb je nu een blinkende en fris ruikende koelkast? Tijd om hem volgens de regels van de kunst te vullen.

2. Belangrijk om weten

Een koelkast is ingedeeld volgens temperatuurzones; leg je tomaten waar eigenlijk broodbeleg hoort dan tast dit de kwaliteit en de houdbaarheid van je eten aan. Prop je koelkast ook niet te vol: behalve dat je zo nog moeilijk het overzicht kunt bewaren van wat er nu eigenlijk wel en niet in je koelkast steekt, heeft een volgeladen koelkast het moeilijk om de koude lucht goed te circuleren. Dus: een volle koelkast is cool, een overvolle niet (in tegenstelling tot een diepvriezer die net beter werk als hij afgeladen vol zit). Let er ook op dat de temperatuur van je koelkast nooit boven de 5 °C komt, zo niet bewaart hij het voedsel niet meer veilig.

3. De deuren

Voedingsmiddelen die niet zo vlug bederven, bewaar je in de deur van je koelkast, omdat dat het warmste plekje is. Voedingsmiddelen en dranken die grote temperatuurschommelingen aankunnen, krijgen hier een plekje. Denk aan frisdranken, mayonaise, ketchup, fruitsappen, boter en zachte kazen. Voor alle duidelijkheid: melk bewaar je best op een andere plek. En heeft je koelkastdeur ook een rekje waar je eieren in kunt plaatsen? Niet doen! Eieren horen op een plek met een constante temperatuur, niet in de deur.

4. De bovenste planken

Hier vind je de meest constante temperatuur. Deze plek is dus ideaal voor etensrestjes, snacks, kant-en-klaarmaaltijden, diverse soorten beleg….

5. De onderste planken

Dit is het koudste plekje van je koelkast. Hier voelen rauw vlees, eieren en zuivelproducten zich het best. Let wel op bij het bewaren van rauw vlees: laat deze in de originele verpakking en plaats op een bordje (om lekken op te vangen).

6. De bewaarbakken

Onderaan de koelkast worden vaak twee grote bakken geplaatst. Lekker makkelijk om groenten en fruit te bewaren. Alleen: bewaar ze niet samen. Sommige soorten fruit (zoals peren, appels enperziken) geven bij rijping ethyleen af. Die stof zorgt er echter ook voor dat je groenten vlugger rijpen, en dus ook vlugger bederven. Bewaar je paprika’s daarom niet bij de appels en peren.

Tip: laat groenten en fruit ongewassen tot je ze gebruikt. Het vocht dat mogelijk achterblijft bij het wassen, kan schimmels en bacteriën veroorzaken in je koelkast.

7. Bovenop de koelkast

De plek bovenop je koelkast wordt vaak vlug ingepalmd. “Leuk plekje voor brood, kruiden en wijn”, denk je wellicht. Niet doen: vanwege de elektrische warmte die het toestel afgeeft, is die plek gewoon te warm om voedsel op te leggen. Gebruik de ruimte beter voor kookboeken of keukenhulpen, zoals de mixer of keukenrobot.