Cityhoppen tussen koloniale stadsparels in Tenerife, het eiland van de eeuwige lente
De meeste vakanties op Tenerife spelen zich af aan de zuidkust, waar de zon gegarandeerd is en je een breed aanbod aan luxueuze resorthotels vindt. Maar ook de meer authentieke noordkant en het binnenland van het eiland zijn de moeite waard. Tijd om op verkenning te gaan!
Door Igor Vandenberghe
Alle internationale vluchten leiden naar Tenerife South, maar wij laten al vlug de zuidkant van het eiland achter ons. Met een huurwagen rijden we in drie kwartier naar het centrum van La Laguna, voluit San Cristobal de La Laguna. Onze avondlijke wandeling door het centrum levert een eerste aangename verrassing op: wat een heerlijk aangename stad om in rond te slenteren. Ooit was deze universiteitsstad de eerste hoofdstad van Tenerife. Met zijn lineaire lay-out, is La Laguna – gesticht in de 15de eeuw – zonder twijfel de mooiste koloniale stadsparel op de Canarische Eilanden. Het bijna volledig autovrije centrum is Unesco Werelderfgoed, maar weet los daarvan ook te bekoren met zijn vibrerende mix van gezellige stadspleinen, brede stadsboulevards en historische gebouwen. Hier kunnen we gerust enkele dagen blijven plakken.
Hiken in de bergen
Van rondhangen in La Laguna is echter, wegens tijdsgebrek, geen sprake. De volgende ochtend rijden we de bergen in, meer bepaald richting het Parque Rural de Anaga, door Unesco als Biosfeerreservaat erkend. Verwacht je aan scherp gekartelde bergtoppen, diepe valleien, angstaanjagende ravijnen en een ronduit bedwelmend zicht op de kustlijn. Het reservaat is 14.500 ha groot, en dooraderd met gemarkeerde wandelpaden. Onze tocht is ongeveer drie uur lang, en leidt ons door berg en dal. Onderweg banen we ons een weg door mistige laurierbossen, terwijl de laag hangende wolken voor een mysterieuze sfeerschepping zorgen.
In de namiddag zakken we af naar Santa Cruz, een bruisende havenstad, en de huidige hoofdstad van Tenerife. Ondanks zijn ietwat zakelijk karakter, is Santa Cruz een leuke bestemming voor iedereen die de sfeer en de grandeur van een ‘grootstad’ wil opsnuiven. Vooral in de historische driehoek – gevormd door de Calle la Noria, de Plaza d’Espana en de Plaza de la Candelaria – is het leuk toeven.
Het groene noorden
In vergelijking met het dorre zuiden, is de noordkant van Tenerife bezaaid met groene bergflanken, pittoreske dorpjes, historische steden en ontelbare plantages. Wij weten wat gedaan. Zoals in de vroege ochtend een slentertocht maken door het historische centrum van La Orotava. Net als vele andere koloniale steden op Tenerife werd La Orotava gesticht door de Spanjaarden. Vandaar een overvloed aan kerken en voormalige kloosters. De geplaveide straatjes in de binnenstad bieden al van ver een inkijk op de kustlijn, meer bepaald op die rond de badplaats Puerto de la Cruz.
In en omheen Puerto de la Cruz is het toerisme op Tenerife ontstaan. Anno 2022 heeft deze badplaats/havenstad zich ontwikkeld tot een levendige stad waar commercie en toerisme hand in hand gaan. Wij zijn aangenaam verrast door de vele muurschilderijen en het levendige havenkwartier – La Ranilla – vol gezellige terrasjes en authentieke cafés. In Puerto de la Cruz vind je ook het Lago Martianez, een weelderig openluchtzwembadencomplex, gelegen pal tussen de Atlantische Oceaan en de zeepromenade. Het geheel werd ontworpen door de bekende architect César Manrique.
Wijnland
Een andere aanrader is het Casa del Vino, een wijnhuis/museum ondergebracht in een landgoed uit de 17de eeuw. Op Tenerife wordt veel wijn geproduceerd. En in alle eerlijkheid: verrassend goede wijnen. Zelfs de prijzen tikken zacht weg: 8 à 10 euro voor een goede kwaliteitswijn. Wij laten ons met plezier verleiden tot een wijndegustatie.
Net voor het vallen van de avond houden we halt in Garachio, zonder twijfel één van de meest authentieke stadjes op het eiland. Ooit was de haven van Garachico de belangrijkste op Tenerife. Dit tot door een vulkaanuitbarsting in 1706 de haven – en een gedeelte van het centrum – voor eeuwig onder de lava verdween.
Op Tenerife wordt veel wijn geproduceerd. Verrassende goede wijn zelfs…
Masca
De volgende ochtend worden we wakker met een strak plan: op naar de top van de Teide, met een hoogte van 3.718 meter de hoogste berg van Spanje. Al weten we op dat moment nog niet dat de wind later die dag spelbreker zal spelen…
Op weg naar de bekende berg stoppen we eerst in Icod de los Vinos, een charmant koloniaal stadje dat zich genesteld heeft in de heuvels aan de noordkant van het eiland. Het plaatsje geniet bekendheid omwille van zijn vele drakenbloedbomen, een fotogenieke boomsoort die je vooral op dit eiland aantreft. Net als in de meeste koloniale stadjes op Tenerife, is het ook hier aangenaam toeven in de vele pittoreske straatjes en stegen in het oude centrum.
Tweede tussenstop voor de Teide is Masca, een schilderachtig adelaarsnest dat enkel bereikbaar is via een gevaarlijke kronkelweg in de bergen. In alle eerlijkheid: wij hebben onderweg behoorlijk peentjes gezweet, want in feite is de weg slechts geschikt voor eenrichtingverkeer. Vinden wij toch. Eenmaal ter plaatse is dat vlug vergeten: verrukt staren we naar de vele panoramische vergezichten en fascinerende doorkijken in het centrum van Masca.
Westerndecor
De klim richting Teide is gelukkig minder stressvol. In feite bestaat de Teide uit twee delen, een hoogvlakte, gelegen op 2.000 m hoogte, die veel weg heeft van een kruising tussen een maanlandschap en een westerndecor, en een bergachtig kratergedeelte, bereikbaar via een kabelbaan. Wij raken slechts tot op de hoogvlakte: door de te sterke wind is de kabelbaan gesloten. Jammer. We troosten ons dan maar met een zwempartij in één van de vele zwembaden van ons hotel. De top van de Teide zal voor een andere keer zijn.
Praktische info
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier