Noorse beer Kristian Thorstvedt wil met Genk zijn tweede beker in 16 maanden behalen: “Alles draait om de wil om te winnen”

Zijn vader won 30 jaar geleden met Tottenham de Engelse FA Cup, hijzelf veroverde eind 2019 met Viking FK de Noorse NM SAS Braathens Cup en vanavond wil hij met Racing Genk de Belgische Cofidis Cup pakken. “Je kunt zoveel praten over tactiek als je wil,” aldus Kristian Thorstvedt (22), “maar in een bekerfinale gaat het er altijd om wie het meest wil winnen.”

In de Luminus Arena moeten ze niet lang nadenken om de vorige maand 22 geworden Noorse international te typeren: zelfs op een vrije dag komt Kristian Thorstvedt trainen. “Ik moet elke dag iets kunnen doen,” zegt hij, “zo niet is dat voor mij een verloren dag.” Het Belang van Limburg omschreef hem al als ‘ het soort smeerlapje dat het brave Genk te lang miste ’. Sinds John van den Brom de grote en sterke centrale middenvelder uitspeelt op 10, in steun van diepe spits Paul Onuachu, gaat het weer goed met Genk: het stelde zijn plaats in de top 4 veilig en plaatste zich op het veld van Anderlecht voor de bekerfinale van vanavond. “Een finale is altijd lastig”, aldus het nummer 42 van de Genkies. “Standard is ook een lastige tegenstander, een team met veel fysieke power en duelkracht, maar we hopen deze wedstrijd natuurlijk te winnen.”

Het is niet je eerste bekerfinale.

“Neen, eind december 2019, net voor ik naar Genk kwam, won ik met Viking de Noorse bekerfinale tegen Haugesund met 1-0.”

Wat leerde je van die wedstrijd?

“Dat er vooraf heel veel gesproken wordt over een bekerfinale en dat het al vroeg in de week in je hoofd begint te spelen, maar dat dat niet de beste manier is om je erop voor te bereiden. Je moet het proberen te bekijken als een gewone wedstrijd, want anders ga je mentaal uitgeput geraken en niet goed presteren. Je moet met een heldere geest aan de aftrap kunnen komen.”

Hoe win je een bekerfinale?

“In een finale is het alles of niets en willen beide teams normaal geen te grote risico’s nemen. Ze proberen vooral goed te verdedigen. De bekerfinale die ik in Noorwegen speelde, was echt van heel slechte kwaliteit. Hopelijk wordt deze toch iets beter. In een finale draait alles om de wil om te winnen: de winnaarsmentaliteit maakt altijd het verschil. Je kunt over tactiek spreken zoveel je wil, maar uiteindelijk gaat het erom wie het meest wil winnen en wie in de slotfase nog het meest energie kan genereren.”

Hoe bereid je je er de dag van de wedstrijd persoonlijk op voor?

“Ik kijk naar videoclips van de tegenstander en ook naar beelden van goeie acties van mezelf om mijn zelfvertrouwen te boosten.”

Standard is een lastige tegenstander, een team met veel fysieke power en duelkracht”

Erling Haaland, je ploegmaat bij de nationale ploeg, mediteert, doet yoga en leest wetenschappelijke publicaties om zijn slaap en zijn voeding te optimaliseren. Ben je zelf ook zo bezig met persoonlijke ontwikkeling?

“Ik ben geïnteresseerd in alles wat mij kan helpen om beter te presteren, doe daarvoor research online en probeer dingen uit. Zo douch ik ’s ochtends koud. Sinds een jaar gebruik ik ook de meditatie-app Calm. Visualiseren doe ik al lang. De avond voor de wedstrijd ga ik in mijn hoofd altijd enkele keren door situaties die kunnen gebeuren zodat ik op het veld automatisch weet wat te doen.”

Drie jaar geleden kreeg je bij Stabaek te horen dat je niet goed genoeg was voor profvoetbal. Hoe kwam dat bij jou binnen?

“Ze vonden mij te traag, maar ik denk dat hen dat intussen spijt ( lacht ). Het was een slag in mijn gezicht, heel hard om te incasseren, alsof mijn droom uiteenspatte. Maar gelukkig kreeg ik bij mijn moederclub Viking wel een kans en is daarna heel snel gegaan. Een jaar later maakte ik tegen Stabaek een geweldige goal en zei ik achteraf in de media: Dat was recht in hun gezicht. Het deed deugd om te bewijzen dat ze fout waren geweest.”

Waarom brak je bij Viking wel door?

“Omdat ik daar wél de kans kreeg om te tonen dat ik het niveau in mij had en ik er mij goed ontwikkelde. Een van mijn waarden is altijd geweest: ik geef mij 100 procent, in welke situatie ik mij ook bevind. Van kleins af was het mijn droom om profvoetballer te worden. Ik keek op naar Zlatan Ibrahimovic, van wie er een poster in mijn kamer hing, en ook naar Lionel Messi. In de jeugd speelde ik lang in de spits. Ik ben nooit het grootste talent geweest en bij de U16 zat ik zelfs op de bank, maar ik wist: als ik hard blijf werken en extra train in plaats van met vrienden uit te gaan, dan maak ik een goeie kans om te slagen. Aan mijn muur hing de motivatiequote ‘hard work beats talent, when talent fails to work hard’ . Ik was een late groeier, maar uiteindelijk denk ik dat dat een voordeel is geweest: ik moest nog harder mijn best doen om tegen de grotere jongens te kunnen spelen.”

Je vader was jarenlang doelman van Tottenham en kwam 97 keer uit voor Noorwegen: welke rol speelde hij in je ontwikkeling?

“Hij hielp mij veel. Soms was hij hard en dat maakte mij mentaal sterker. Hij forceerde mij wel nooit. De motivatie moest uit mezelf komen. Hij zei: Wat je ook beslist om te worden, politieman of zelfs crimineel, ik zal altijd van je houden. ( lacht ) Maar ik denk toch dat het hem heel veel plezier doet te zien dat ik erin geslaagd ben om profvoetballer te worden. Ik trainde vaak extra met hem: dan stond hij in doel en probeerde ik tegen hem te scoren. Ik luisterde naar zijn constructieve kritiek, want ik wist hij een goeie voetbalmind had. Visualiseren is een van de dingen die ik van hem leerde. Maar ook mijn moeder speelde een belangrijke rol. Zij is heel zorgzaam, studeerde fysiotherapie en geeft les in de Pilates-fitnessmethode. Ik doe nu nog altijd oefeningen die ik van haar leerde.”

Wat herinner je je nog van het feest na de gewonnen bekerfinale met Viking?

“Om eerlijk te zijn: niet zo veel meer ( lacht ). Ik weet nog dat ik om 4 à 5 uur ’s ochtends een taxi naar huis heb genomen en die dag heel veel geslapen heb. Meteen na de wedstrijd in Oslo vlogen we terug naar Stavanger en daar wachtten ons op het stadsplein heel veel fans op. Helaas zullen er nu geen fans zijn om mee te vieren, maar natuurlijk: een bekerfinale winnen blijft een bekerfinale winnen. Onvergetelijk.” (Christiaan Vandenabeele)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier