Spektakel op de citadel: het eerste crossduel tussen Van Aert en Van der Poel

Het is zover. Eindelijk. De eerste sportieve clash in de cross tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Plaats van afspraak: de beroemde citadel van Namen. In hun schaduw ruiken ook de jonge Tom Pidcock en Eli Iserbyt hun kans. En als twee honden vechten om een been…

Op zaterdag 10 november 2009 streek het veldritcircuit voor de eerste keer neer op de Citadel van Namen. Een veelbesproken editie. “Dit is geen cross, maar een mountainbikerace”, zuchtte Niels Albert. Resultaat: Albert won na een groots nummer. Van de vijf tenoren van deze namiddag was toen nog lang geen sprake. Junior Toon Aerts werd twaalfde op ruim zes minuten van Jens Adams en nieuweling Wout van Aert zevende op 3’33” van Daan Hoeyberghs. Mathieu van der Poel reed niet mee, maar ook hij moest daags nadien in Ruddervoorde Hoeyberghs voor zich dulden. Eli Iserbyt reed pas twee weken later zijn eerste cross bij de aspiranten. En Tom Pidcock? Die had vermoedelijk nog nooit van Niels Albert gehoord.

Begrip in veldritwereld

Elf jaar later is Namen een begrip in de cross. Tot en met 2007 was de Citadel het walhalla van de motorcross, deze namiddag is het even het epicentrum van het veldrijden. Een spektakelcross. Altijd al geweest. Het was daar dat Sven Nys op de befaamde schuine kant ooit in twintig seconden tijd tien plaatsen goedmaakte en de cross won. Straks om 15 uur is het woord aan – in alfabetische volgorde – Aerts, Iserbyt, Pidcock, Van Aert en Van der Poel. De eerste keer dit seizoen dat de vijf het tegen elkaar opnemen – ook op nieuwjaarsdag in Baal zal dat gebeuren. Nog meer wordt het de eerste clash tussen Van Aert en Van der Poel sinds de Ronde van Vlaanderen. U herinnert het zich nog wel. Zondag 18 oktober, een sprintje vals plat in de Minderbroedersstraat.

 © BELGA
© BELGA

Negen weken later snakt iedereen naar een nieuw duel. Met drie kandidaat-honden voor het winnende been. “Het kan spannend worden”, knikt Erwin Vervecken van organisator Golazo. “Dit parcours moet Wout van Aert, Eli Iserbyt en Toon Aerts sowieso liggen. Al kent Toon geen superseizoen zoals twee jaar geleden, vind ik. Dan verwacht ik Eli toch net iets meer. In Gavere was het wat minder, maar globaal bekeken is hij de beste crosser van dit seizoen. Mathieu kan dit natuurlijk ook aan, maar er zijn andere crossen waar hij met meer vertrouwen aan de start staat. En Tom Pidcock? Namen is helemaal zijn ding.”

Pidcock, de naam is gevallen. In Gavere maakte hij vorige zondag nog korte metten met Van der Poel. En er is meer. De Brit won bij de jeugd al drie keer in Namen. Vorig jaar was bij zijn eerste deelname bij de profs op weg naar het podium, maar brak hij in de slotronde zijn zadel. Rekent hij voor de eerste keer in zijn carrière af met én Van Aert én Van der Poel?

Topfavoriet

Vervecken denkt van niet. “Mathieu steekt er nog altijd bovenuit. We mogen ons niet te veel focussen op Gavere. Het was het eerste weekend dat hij croste. Dan heb je de tweede dag altijd een weerslag op de gewrichten. Je mag nog zo goed in vorm zijn als je wil, op training kan je geen koers nabootsen. Mathieu is en blijft mijn topfavoriet. Alleen al door zijn techniek zet hij na elke bocht de rest onder druk.”

De vraag die veel mensen stellen, is of Wout van Aert zijn grote rivaal in het veld nog kan verslaan. Sinds 4 februari 2018 is hij er niet meer in geslaagd om Mathieu van der Poel in een cross de baas te blijven. Vandaag reist de Kempenaar echter met een berg vol mooie herinneringen naar de Citadel af.

 ©JASPER JACOBS BELGA
©JASPER JACOBS BELGA

Zes keer streed Van Aert er al met zijn eeuwige rivaal voor de zege. Driemaal won hij na een imponerende solo: als belofte in 2013 (met 1’19” voorsprong), als belofte in 2014 (met 0’53” voorsprong) en als prof in 2017 (met 1’06” voorsprong).

Ook Van der Poel trok drie keer- bij zijn zege vorig jaar was Van Aert er niet bij – aan het langste eind, telkens bij de profs: in 2015 (in de sprint), in 2016 (met 0’16” voorsprong) en 2018 (met 1’04” voorsprong). Vooral de editie in 2016 leverde een titanenstrijd op, waarbij Van der Poel vijf keer demarreerde, Van Aert telkens zag terugkomen, maar in de sprint toch de sterkste bleek. Na afloop lagen beiden languit en met de mond wijd open op de Esplanade, volledig tot het gaatje gegaan. Liet Mathieu van der Poel na afloop droog optekenen: “We zijn hiervoor getraind, maar of dit gezond was, weet ik niet.”

Crossen is nu een hobby

Anno 2020 is er veel veranderd. Wout van Aert en Mathieu van der Poel zijn wereldtop op de weg en dromen van Monumenten, groene truien, wereldtitels op de weg en olympisch goud. Crossen is nu een hobby voor de twee. “Of het nu een criterium of een kermiskoers is, ik rijd elke wedstrijd om te winnen, ook het WK veldrijden in Oostende”, verwoordde Mathieu van der Poel het deze maand nog allesomvattend in een interview met Humo.

Slijtageslag in de modder

Deze namiddag kan hij voor de vijfde keer in zijn profcarrière de Citadelcross in Namen op zijn naam schrijven. In de modder uiteraard – na de overvloedige regenval wordt het een slijtageslag om duimen en vingers bij af te likken. Vertelde een 16-jarige eerstejaarsjunior uit Nederland in 2011 na zijn eerste en enige zege als jeugdrenner in Namen. “In modder is het makkelijk rijden. Het is altijd maar duwen zo hard je kan, anders val je omver. Wie dat het best kan, komt automatisch aan de leiding. Mijn tempo lag dus blijkbaar iets hoger dan de anderen.”

Cross in al zijn eenvoud. Ook deze namiddag?

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier