Philippe Clement, coach van kampioen Club Brugge: “Mijn enige doel: een nieuwe titel mét supporters”

Wat onthouden we van 2020 en wat nemen we mee naar 2021? De vier seizoenen van Philippe Clement, de coach van de club die het kalenderjaar begon én eindigde als eerste. “Het is heel fijn als je een titel kunt delen met vrouw en kinderen, want zonder familie die je steunt om te werken als een gek gaat het niet.”

De harde winter: van gouden avond tot bewogen weekend

Op 15 januari valt Club op het gala van de Gouden Schoen royaal in de prijzen: Hans Vanaken volgt zichzelf op als winnaar, Simon Mignolet wordt verkozen tot Doelman van het Jaar en jij tot Trainer van het Jaar. Clinton Mata krijgt de trofee Goal van het Jaar. In China is dan al het coronavirus geïdentificeerd, maar wie kon toen vermoeden wat ons nog te wachten stond?

Philippe Clement: “Niemand. Voor ons was alles positief. De resultaten én het voetbal. We wisten dat er ons een heel druk programma te wachten stond, met zware wedstrijden op drie fronten, maar ook die periode zijn we goed doorgekomen. Minder sprankelend, maar we breidden toen onze voorsprong zelfs nog uit.”

Opeens is er sprake van een ‘spitsenprobleem’. Hoe kwam dat?

We scoorden minder door de aanpak van de tegenstanders: na nieuwjaar gingen zelfs topploegen veel verdedigender tegen ons voetballen. Jongens als David Okereke konden hun normale spel niet meer spelen en hun kwaliteiten niet meer zo goed benutten, omdat er niet voldoende ruimte meer was.

Op 18 maart gaat het land in lockdown. De 30ste speeldag wordt niet gespeeld. Besliste de profliga daarna te snel om de competitie definitief stop te zetten in plaats van die zoals in Duitsland en in Engeland te hervatten zonder publiek?

Ik begrijp dat wel, want het gaat over de gezondheid en de carrières van mensen. Op dat moment weet je niet of het nog verantwoord is, omdat de situatie nieuw is en je de gevolgen van een besmetting niet kent. Zelfs nu is daarover nog niet alles bekend. Al zien we intussen wel dat een gezond lichaam met een goede immuniteit en sterke longen een voordeel is. Maar daarom zeggen dat die beslissing fout was, vind ik te gemakkelijk.

De ongewone lente: van intieme titelviering tot extra spankracht

Op 15 mei beslist de profliga dat de stand na 29 speeldagen de eindstand is. Knalden thuis de kurken?

Ja. Het is heel fijn als je dat met vrouw en kinderen kunt delen, want zonder familie die je steunt om te werken als een gek gaat het niet. Met 15 punten voorsprong is de titel verdiend, maar omdat je die niet kunt vieren met de supporters voelt het niet echt alsof je kampioen bent. De mensen blij maken en dat samen met hen kunnen beleven, is wat je de grootste voldoening geeft. Van elke titel onthou ik voor de rest van mijn leven vooral het feest erna.

Zoals het lied dat je in 2019 tijdens de titelviering met Genk op het Stadsplein ‘zong’?

Ja, bijvoorbeeld ( lacht ), al is dat van die onvergetelijke momenten misschien wel een van de mindere. Maar zo ben ik toch een beetje mijn saai imago kwijt.

Opvallend: Standard eindigt als 5de op 21 punten, Genk als 7de op 26 punten en Anderlecht als 8ste op 27 punten. Blijkbaar is het zelfs voor een topclub niet meer evident om nog maar mee te doen voor de titel?

Inderdaad. De subtop is enorm verbreed. Er zijn nu veel meer clubs dan vroeger met de ambitie om mee te strijden voor de titel en daarin te investeren. Antwerp toont dat met zijn transfers en zijn stadion, Charleroi zette grote stappen en met Beerschot en Leuven zijn er weer twee ploegen uit 1B bijgekomen met financiële middelen achter zich die zelfs ver die van de traditionele topclubs overtreffen. Dat is ook een nieuwe realiteit. Er zal bovenaan veel meer strijd zijn dan voorheen.

De uitdagende zomer: van besmettingsschrik tot legendarische afgang

De eerste officiële wedstrijd van het nieuwe seizoen, met voor Club als inzet de eerste dubbel sinds 1996, is een afknapper van jewelste: op 1 augustus verliezen jullie de bekerfinale tegen een verzwakt Antwerp. Hoe is dat kunnen gebeuren?

Daar zijn twee redenen voor. Een dag voor de wedstrijd werden ineens vier spelers ziek en in tijden van corona schiet iedereen dan in paniek. Iedereen kroop toen apart op zijn kamer, aan tafel en in de kleedkamer werd er afstand van elkaar gehouden en op training heerste er een heel rare sfeer. De groepsdynamiek die we in de weken daarvoor opbouwden om de ploeg optimaal naar dat unieke moment te brengen – Komaan, samen winnen we die beker! – viel als een kaartenhuisje in elkaar door de schrik voor besmetting. Het was de slechtste voorbereiding ooit en dat brak ons in de eerste helft zuur op. Bij de rust speechte ik daarrond: Fuck! Als we morgen ziek zijn, dan zijn we ziek! Maar toen was het eigenlijk al te laat. We duwden Antwerp nog wel achteruit, maar we konden helaas niet meer scoren. De tweede reden is dat bij sommige spelers het vertrouwen dat het die dag wel zou lukken, te groot was. Alles samen zorgde dat ervoor dat we niet met dezelfde energie, drive en verbetenheid als anders zijn begonnen.

Bayern München domineert de Champions League. Op 23 augustus wint het de finale van PSG, nadat het in de kwartfinale met 8-2 brandhout maakte van Barcelona. Wat leert ons dat over de evolutie van het voetbal?

Dat het fysiek almaar veeleisender wordt en evolueert naar atleten op elke positie. Je ziet die evolutie ook bij ons. Vorig seizoen waren wij in België op alle fysieke data de beste en nu zijn die zelfs nog beter, maar toch is er een ploeg die boven ons staat: Oostende. Uit studies blijkt dat in wedstrijden zonder publiek het fysieke niveau hetzelfde blijft, maar dat de creativiteit minder is: er worden minder kansen gecreëerd, er zijn minder dribbels en er wordt minder op doel getrapt. Dan is een ploeg als Bayern, die fysieker en directer speelt, dus in het voordeel tegen een meer creatieve ploeg als Barcelona. Ook in onze competitie merk je dat het voor sommige creatieve jongens moeilijker is zonder publiek. Het creatieve aspect moet natuurlijk ook verder ontwikkeld worden, maar met alleen creativiteit red je het op het hoogste niveau niet meer. Als je van een creatieve speler een atleet kunt maken, wordt het altijd een betere speler. Charles De Ketelaere is daar een goed voorbeeld van.

Op 5 september, twee weken na de eindrondes van de Europa League en de Champions League, spelen de Rode Duivels hun eerste van negen interlands in tien weken. Thomas Meunier verklaart dat door de overladen kalender de mens en de kwaliteit van het voetbal opgeofferd wordt voor het spektakel. Wat betekent dit voor de verantwoordelijkheid van coaches?

Voor ons is het nog moeilijker puzzelen: wie wanneer te gebruiken? Er zijn heel weinig spelers die de belasting van al die wedstrijden na elkaar aankunnen. Als je iemand niet opstelt omdat het gevaar voor een blessure te groot is, wordt dat soms niet begrepen door journalisten en supporters. Gelukkig kan ik dat bij Club vooraf met de bestuursmensen doorspreken en kunnen we dat hier ook wetenschappelijk aantonen. De club investeerde om op alle niveaus de belastbaarheid en het recuperatievermogen te verhogen en we doen ook extra recuperatietesten.

De ontluikende herfst: van afscheid van een icoon tot nieuw godenkind

Op 25 november overlijdt Diego Maradona. Welke rol speelde hij in jouw leven?

In mijn kindertijd was hij een van mijn idolen. Op het WK ‘86 in Mexico was ik 12 jaar en kwam mijn stiefvader mij ’s nachts wakker maken om naar de Rode Duivels te kijken. In de halve finale tegen Argentinië deed Maradona ongelooflijke dingen en toen ik daarna met vrienden op een pleintje ging voetballen, was iedereen Maradona. Dus gaf niemand nog een bal af. ( lacht ) Ik dacht toen zelf ook dat ik Maradona was, maar dat zal toch iets minder geweest zijn.

In de Champions League pakken jullie 8 punten. In de slotwedstrijd in Lazio op 8 december staat Charles De Ketelaere alweer in de picture: de lat houdt hem in de slotseconden van het doelpunt van de kwalificatie voor de knock-outfase. Wat moet er over zijn ontwikkeling nog gezegd worden?

Een voetballer blijft voor mij altijd vooral de ontwikkeling van zichzelf. Het is aan een club en de staf om spelers de tools en de raad te geven om hun talenten te ontwikkelen. Zonder talent gaat het niet – het is onmogelijk om van een ezel een koerspaard te maken. Charles bezit het talent én hij is als een spons: met wat je hem aanreikt, doet hij bijna altijd iets goeds. Hij leert snel en maakte een ontwikkeling door die niemand vooraf kon inschatten. De uitdaging is nu om die verder te zetten zonder hem op te branden.

Op 10 december maakt de FIFA de nieuwe wereldranglijst bekend: België sluit voor de derde opeenvolgende keer het jaar af als nummer één. Hoe belangrijk is dat?

Het is een visitekaartje voor het Belgisch voetbal. Veel clubs komen hier spelers scouten en naar trainers kijken om te weten wat er in ons land gebeurt. Vroeger waren het Nederlanders die overal in de wereld alles gingen uitleggen, maar nu worden meer en meer Belgen gevraagd om in het buitenland over jeugdopleiding te gaan spreken. Mochten de Rode Duivels straks het EK winnen, dan zou dat voor een land van niet eens 12 miljoen inwoners een onwaarschijnlijke prestatie zijn. Het siert de bondscoach en de spelers dat ze de voorbije jaren die ambitie uitspraken.

Nieuw in 2020 was ook: een belofteploeg in 1B. ClubNext staat daar momenteel laatste. Welke conclusies trek je daaruit?

Ik ben daar altijd voorstander van geweest, omdat ik als beloftecoach zag hoe groot het gat is tussen de beloftecompetitie en de Jupiler Pro League. In Nederland is al jaren bewezen hoe belangrijk dat is. Helaas werd dat hier maar heel laat beslist en konden we het niet goed voorbereiden. Iemand als Youssouph Badji kon eigenlijk heel het seizoen bij ClubNext spelen met af en toe zijn momenten bij ons, maar door tijdsgebrek moesten we andere keuzes maken en konden we de jonge talenten niet omringen met iets meer ervaring. Dit verhaal zal alleen maar beter worden, zowel bij Club als bij andere clubs met een goeie opleiding die erbij moeten komen. Het zal alleen maar in het voordeel van het Belgisch voetbal zijn dat jonge spelers niet meer zoals Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen en Dries Mertens naar Nederland moeten gaan om hun ontwikkeling voort te zetten.

In de kerstweek raakt bekend dat Bas Dost de nieuwe spits van Club wordt. Kan ‘het woord van het jaar’, spitsenprobleem, eindelijk de kast in?

Voor mij is dat nooit een groot item geweest, maar met Bas Dost komt er nu een profiel bij dat nog niet in onze kern aanwezig was en dat ook door zijn ervaring en persoonlijkheid heel interessant is.

Wat verwacht je van 2021?

“Ik kijk er vooral hard naar uit om weer met publiek te spelen. Ik ben iemand die zijn emoties goed onder controle kan houden, maar in 2020 ben ik toch één keer geschrokken van mezelf: toen we tegen Waasland-Beveren voor het eerst weer met wat publiek mochten spelen, pakte mij dat op een manier die nog maar weinig is gebeurd. Dan ben je je meer dan ooit bewust van wat de impact op jou is van de gezangen en de blijdschap van de supporters die weer in de tribunes zitten. Dan besef je nog veel meer: dat maakt het echt leuk en dat is waarom je deze job graag doet.”

Hoeveel miljoenen zijn er nodig om jou in januari nog naar China te halen?

“Daarvoor volstaat geen enkel bedrag. Mijn enige doel is opnieuw de titel pakken met Club en die te vieren met de supporters.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier