AA Gent-nestor Sven Kums kijkt uit naar eerste Slag om Vlaanderen van het seizoen: “Altijd een plezier om in Brugge te spelen”

Op de transfermarkt vechten Club Brugge en AA Gent al wekenlang om Casper Nielsen. Vanavond bekampen de landskampioen en de bekerwinnaar elkaar in het Jan Breydelstadion met als inzet de eerste prijs van het seizoen: de Supercup. Sven Kums heeft er veel zin in.

Het is vrijdagmiddag en op de persconferentie toonde Hein Vanhaezebrouck zonet dat hij al scherp staat. Hij vergelijkt de Supercup met de Brugse Metten: een galawedstrijd voor Club Brugge. De coach van de Buffalo’s vindt dat de voetbalinstanties de trofee niet ernstig nemen, omdat er niet op een neutraal veld wordt gespeeld. Het is hoe dan ook niet de prijs waarvan hij droomt: het hoofddoel dit seizoen is de stunt van 2015 herhalen. Landskampioen worden. “Dat zou fantastisch zijn, maar ik denk dat die druk bij ons toch minder is dan bij andere topclubs”, aldus Sven Kums, gelegenheidsaanvoerder bij afwezigheid van Vadis Odjidja. “We moeten daar niet te snel naar kijken. Als je twee keer na elkaar play-off 1 niet haalt, is het moeilijk om meteen over de titel te beginnen spreken.”

Hoe is jullie coach uit vakantie gekomen?

“Hij legde dezelfde accenten: veel fysiek werk, omdat hij dominant wil voetballen en je daarvoor fysiek in staat moet zijn om de bal snel te recupereren.”

Jij kent hem al van in 2008 bij KV Kortrijk: in welk opzicht is hij sindsdien geëvolueerd?

“Ik denk dat hij rustiger is geworden.”

Hoe bedoel je?

“Als het niet goed gaat, zou hij vroeger misschien sneller eens een sneer uitgedeeld hebben aan spelers.”

Vorig seizoen pakten jullie 6 op 6 tegen Club en schakelden jullie hen uit in de beker, maar eindigden jullie op 10 punten van hen. Welke lessen trokken jullie daaruit?

“De voorbije twee jaar was onze start telkens slecht. Het wordt nu heel belangrijk goed te starten, zodat we niet weer de hele tijd moeten achtervolgen. Tegen zogenaamde kleinere ploegen gooiden we veel punten weg. We domineerden, maar waren niet efficiënt genoeg. In gesloten wedstrijden hadden we het moeilijker dan in topwedstrijden.”

Is dat probleem opgelost met de komst van Hugo Cuypers?

“Hij laat een goeie indruk: hij loopt veel en heel slim, zorgt voor diepgang en liet ook al zien dat hij kan afwerken. Maar het zal niet alleen van hem afhangen, want het was een beetje het probleem van heel het team. Ook andere aanvallers, middenvelders en – op stilstaande fasen – verdedigers kunnen meer scoren.”

Gelukkig is Tarek Tissoudali er nog: spektakelman die vorig seizoen in alle officiële wedstrijden samen 27 keer scoorde!

“Ja, hij heeft iets wat weinig aanvallers hebben: passeert makkelijk een man op de kleine ruimte en koppelt dat nu meer dan in het begin ook nog aan scorend vermogen. We zijn blij dat hij er nog is.”

Hoe belangrijk is deze Supercup voor jullie?

“Het is een prijs en veel prijzen zijn er in België niet te winnen, dus die wil je op je palmares zetten. Ik denk niet dat een van beide clubs dit als een voorbereidingswedstrijd beschouwt. Allebei willen ze die Supercup winnen, voor de supporters en voor het prestige.”

Voor een underdog wonnen jullie al opvallend vaak op Club Brugge: ligt Jan Breydel jullie?

“Het is altijd een plezier om er te spelen. Het zijn topwedstrijden, doorgaans superbelangrijk voor de club, onszelf en de supporters. Dat voel je ook wel, die geladenheid: het gaat er nog net iets geconcentreerder en agressiever aan toe dan anders. Wat ik ook leuk vind, is dat het veld er altijd goed ligt. Nu is het een mooie wedstrijd om te laten zien waar we net voor de competitiestart staan.”

Staan jullie verder dan een jaar geleden?

“Positief is alleszins dat de groep bijna helemaal samen is gebleven. In al die jaren dat ik voetbal, maakte ik dat nog maar zelden mee. Meestal is het een komen en gaan. Dat zie je nu op het veld: je weet beter van elkaar waar die bal gaat komen en waar je moet lopen. Het is ook belangrijk dat de staf dezelfde is gebleven. Van coach veranderen is een nadeel, omdat er dan altijd andere accenten gelegd worden en nieuwe automatismen gecreëerd moeten worden. Dat kost tijd.”

Hoe gaat het met jou, op je 34ste?

“Heel goed. Fysiek voel ik mij prima. Ik ben 34 maar voel dat eigenlijk niet.”

In welke zin ben je veranderd sinds je in 2015 de Gouden Schoen won?

“Als je de oudste speler van de kern bent, geeft je dat toch wat meer verantwoordelijkheden in de begeleiding van de jongeren. Dat wil ik dit seizoen nog iets meer doen.”

Ruud Vormer, aanvoerder van Club Brugge, viel vorig seizoen langdurig naast de basis. Voel jij je nog basisspeler?

“Dat bepaal je niet zelf natuurlijk. Vormer zal een jaar geleden ook niet gedacht hebben dat hij zo vaak op de bank zou zitten. Ik wil zo veel mogelijk spelen.”

Wat als…

“Dan moet ik bekijken wat ik nog kan doen in mijn carrière.”

(Christian Vandenabeele)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier