Tienkamper Thomas Van der Plaetsen: “Ik aanvaard de onzekerheid”

Tienkamper Thomas Van der Plaetsen is één van dé sportfiguren van het voorbije jaar. Europees kampioen, achtste op de Olympische Spelen, en dat amper twee jaar na een loodzware strijd tegen teelbalkanker. Dat de 26-jarige Oost-Vlaming pas zevende werd op de verkiezing voor Sportman van het Jaar, is eigenlijk een schande.

Als je dit leest, zal Thomas Van der Plaetsen net aangekomen zijn in Stellenbosch, Zuid-Afrika. Zijn tweede thuis. Een paradijs voor de atleet in hem, maar ook voor de mens, de natuurliefhebber, de filosoof in hem. Vaak wordt hij er vergezeld door zijn Noorse vriendin, Isabelle Pedersen, een hordeloopster. Een goeie maand zal hij er nu blijven, tot het indoorseizoen van start gaat. “De Zuid-Afrikaanse cultuur ligt mij beter dan de Vlaamse”, vertelt hij. “Ik kom hier mentaal tot rust. Ook het eten is superlekker. Al is het allerbelangrijkste de ideale trainingsomstandigheden.”

Voor een amateurfotograaf is die Kaapstreek wel de Tuin van Eden, niet?
Absoluut. De Westkaap is zo divers. Eén van mijn favoriete plekjes wereldwijd is de Kleine Karoo, halfwoestijngebied. Af en toe overnachten we daar in het weekend. De sterrenhemel is er zo mooi. Fotografie vind ik wijs om te doen. Ik vind het uitdagend om de schoonheid van een plek weer te geven op één foto. Al blijft de werkelijkheid altijd mooier.

Je houdt ook van de religieuze cultuur van het land, lees ik in je boek ‘Back on Track’.(knikt) In het Westen kijken we standaard sceptisch naar de wereld, het wetenschappelijke dogma heeft het religieuze vervangen. Met als gevolg dat veel mensen verloren lopen. In Zuid-Afrika geloven mensen meer in het leven zoals het is, in het moment zelf. Dat zorgt voor een houvast. Je aanvaardt de dingen zoals ze zijn, je verspilt geen nutteloze energie. Je voelt ook meer dankbaarheid om wat er is. Daar hou ik van. Elke keer ik naar daar ga, voel ik me meer aangetrokken door die levensvisie. Wij zijn die dankbaarheid kwijt. Of ik dan echt religieus ben of wil zijn, weet ik niet goed. Ik ben nog zoekende.

Is dat iets wat je na de kanker aan het ontdekken bent?
Ik denk eerder. Vijf jaar geleden is mijn vader overleden, pancreaskanker. Hij was psychiater en diepchristelijk. Maar ook breeddenkend. Hij las veel boeken over geschiedenis, filosofie, religies, enzovoort. Ik denk dat ik, onbewust, na zijn overlijden op zoek ben gegaan naar een nieuwe connectie met hem. Ik ben diezelfde boeken beginnen lezen. Ik wou weten waar hij zijn inspiratie haalde. Toen hij nog leefde, was ik te jong om zijn ideeën te begrijpen. (zwijgt even) Ik vond het moeilijker omgaan met zijn overlijden dan met mijn kanker. Dat was de eerste traumatische ervaring in mijn leven. En men zegt dat dat je lichaam en geest openzet voor verandering. Ik heb geprobeerd dat positief aan te wenden. Door op zoek te gaan naar wie hij was en wie ik ben. Ik wou me niet vastklampen aan de oneerlijkheid van het leven.

“Omgaan met het overlijden van mijn vader vond ik moeilijker dan omgaan met mijn kanker.”

Je hebt altijd openhartig over je kanker gesproken. Waarom doe je dat?
Ik ben niet beschaamd. Maar je doet dit vooral omdat je voelt dat andere mensen kracht halen uit je verhaal. Toen ik er voor het eerst openhartig over praatte, kreeg ik zoveel reacties. Ik vind ook dat er te weinig positieve verhalen zijn over kanker. Waarom zou ik mijn verhaal dan niet brengen? Mensen moeten zien dat er ook mogelijkheden zijn na kanker.

Je hebt een fonds opgericht om onder andere psychosociale begeleiding van kankerpatiënten te steunen. Hoe belangrijk is dat?
Als je kanker hebt, kan je ofwel vervallen in het negatieve, je kan je laten gaan, ofwel kan je uitgaan van het positieve. Vaak is die lijn daartussen heel dun en maken de mensen in je omgeving het verschil. Ik had het geluk dat ik veel familie en vrienden rondom mij had. Die eerste week waren ze natuurlijk allemaal voorzichtig, maar de tweede week lachten mijn vrienden al: hoe is het met je kloten? (lacht) Je hebt dat nodig om te relativeren. Helaas heeft niet iedereen evenveel steun. En ziekenhuizen hebben niet voldoende budget om dat te voorzien. Als je chemotherapie voorbij is, word je losgelaten. Dan zie je niemand meer, terwijl het nog steeds belangrijk is om te voelen dat er mensen zijn bij wie je terechtkan. Dat verwerkingsproces vraagt tijd. Vandaar dit fonds.

Ben je volledig genezen?
Ik heb die woorden nog niet officieel gehoord. Maar ik voel me wel ongelooflijk goed, toch fysiek. Mijn testen zijn ook goed. Er zijn wel dingen veranderd. Zo blijf ik gevoelig voor bepaalde voeding, kruiden bijvoorbeeld. Ik heb meer maag- en darmklachten.

Leef je nog elke dag met de angst dat de ziekte weer zal toeslaan?
Ik heb die angst vrij snel kunnen loslaten. Ik aanvaard de onzekerheid. Ik voel meer dankbaarheid dan schrik. Dat is ook zo voor mijn carrière. Ik ging ervan uit dat de kans dat mijn comeback zou falen veel groter was dan dat die zou slagen. Maar dat maakte het net opwindend.

En of je geslaagd bent. Je hebt een fenomenaal jaar achter de rug. Mag ik het een schande noemen dat je niet tot de drie genomineerden voor Sportman van het Jaar behoorde?
(blaast) Dat was een beetje spijtig, ja. Van Avermaet en Timmers staan terecht bovenaan. En de rest is politiek, zeker? Men wou een Franstalige atleet, denk ik (David Goffin was de derde genomineerde, red). Maar goed, deze prijs is niet het belangrijkste in mijn carrière.

“Wanneer je positief test, ben je meteen een grote dopingzondaar. Dat is frustrerend.”

Wat zijn je ambities voor volgend seizoen?
Op het EK indoor wil ik een medaille en op het WK outdoor wil ik beter doen dan op de Spelen. Een score richting 8400 à 8500 moet mogelijk zijn. En dan zit ik dichtbij het Belgisch record van Hans Van Alpen (8519 punten, red).

Kan een medaille op het WK?
Dat kan, ja. Maar dan moet alles meezitten. Wie neemt deel? Blijft het niveau stijgen? Het niveau op de tienkamp ligt heel hoog: nooit werden zo’n scores neergezet als op de Spelen in Rio. Ik ben de beste nummer acht ooit. Als dat niveau blijft stijgen, wordt een medaille moeilijk.

Ben jij nog boos op de media? Aanvankelijk werd dopinggebruik gesuggereerd toen je positief testte. Enkele dagen later bleek dat teelbalkanker.
Neen. Ik was vooral teleurgesteld. Dat na het eerste nieuwsbericht alle nuance zou wegvallen, was mijn vrees, en die vrees is uitgekomen. Als je positief test, ben je meteen een grote dopingzondaar. Ik vond ook voordien al dat de media onzorgvuldig omsprongen met dergelijke zaken. Dat is frustrerend.

Hans Vandeweghe van De Morgen, die het nieuws uitbracht, schreef daarover: “Had hij of zijn entourage de telefoon opgenomen en gecommuniceerd, dan was zijn positieve plas misschien nooit in de krant gekomen. Een journalist die nieuws heeft, hoort dat nieuws te brengen.” Heeft hij een punt?
Ja en neen. Hij is niet correct geweest in die periode. Hij maakte informatie publiek die hij onrechtmatig verkregen had. Wat met het medisch geheim? Heb ik daar geen recht op? Hij wist niets af van wat er zich die dagen echt afspeelde. Vlak nadien kreeg ik de diagnose van kanker. Hij staat gekend als kritisch journalist, maar ik heb de indruk dat hij alleen kritisch is op negatief vlak. Anders had hij wel eens geschreven dat ik achtste was op de sterkste Spelen ooit. En niet alleen dat ik Europees kampioen werd op een zwak bezet kampioenschap.

‘Back on Track’, een uitgave van Borgerhoff & Lamberigts, ligt nu in de handel.

Het sportrapport van Thomas Van der Plaetsen

Als kind was mijn idool …
Skateboarders vond ik heel cool.

Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Mag ik schrijvers noemen? De Canadese psycholoog Jordan Peterson en de Amerikaanse professor Alan Wallace. Ik zou graag met zo iemand een avondje babbelen.

Mijn mooiste sportmoment?
(denkt lang na) Als ik iets moet noemen, dan Europees kampioen worden in Amsterdam vorige zomer.

Mijn grootste ontgoocheling?
De olympische limiet missen op het WK in Peking in 2015.

(foto belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier