We mogen chauvinistisch zijn: Van Aert is vandaag de man!

258 kilometer. Achttien beklimmingen van Ardens formaat. 4.500 hoogtemeters. Te lastig voor de Belgen, zegt u? Fout! We mogen gerust wat chauvinistisch zijn. Wout van Aert (26) voert namelijk de Belgische ploeg in Imola aan en verschijnt in zijn eerste WK als topfavoriet aan de start. “Maar als Pogacar klimt zoals hij dat op La Planche des Belles Filles deed, zal er weinig aan te doen zijn”, denkt Johan Museeuw.

Bijna 24 jaar is het geleden dat Johan Museeuw (54) in Lugano wereldkampioen op de weg werd, maar ook ruim anderhalf decennium na zijn afscheid voelt de West-Vlaamse veteraan van vele oorlogen de regenboogstrijd aan alsof hij er zelf nog middenin zit. Museeuw is dan ook de laatste om de WK-selectie van bondscoach Rik Verbrugghe te bekritiseren. “En het is er de laatste jaren niet makkelijker op geworden”, benadrukt Museeuw. “België telt meer renners die kunnen winnen. En door corona was het dan ook nog eens een heel moeilijk seizoen, met het WK dat amper een week na de Tour werd geplaatst.”

Museeuw vindt dat alle acht Belgen hun plaats in de selectie verdiend hebben. “Wout van Aert was een certitude. Over Greg Van Avermaet is geen discussie mogelijk. Tiesj Benoot is zeker in orde. Oliver Naesen was niet heel goed in de Tour, maar hij is een klassiek renner die één dag top kan zijn. Jasper Stuyven heeft getoond dat zijn vorm meer dan oké is. Hij is een aanklamper en kan overleven, net zoals ik het in Lugano heb moeten doen. Pieter Serry toonde op het BK dat hij in de vroege finale in staat is om mee te schuiven. En Loïc Vliegen heeft al een mooi seizoen achter de rug. Hij is op dit lastige parcours een volwaardige pion.”

Vraagteken Tim Wellens

Het grootste vraagteken volgens Museeuw is Tim Wellens. “Hij heeft sinds zijn val, net voor de Tour, weinig gekoerst. Bij Wellens is ook meestal alles of niets. Maar als het alles is, kan hij een belangrijke rol in dienst van Van Aert spelen. Meer zelfs, hij kan dan zomaar op het podium staan. Als Wellens heel goed is, doet hij mee voor de zege.”

Museeuw durft niet te zeggen dat de nieuwe wereldkampioen uit de Tour zal komen. “In een week tijd kan de vorm niet weg zijn, maar de vraag is: hoe komt de renner uit zo’n rittenkoers van drie weken? In San Sebastian komt de winnaar ook meestal uit de Tour. Maar het kan dus ook tegenvallen. Laurent Jalabert vloog in 1996 in de Vuelta, maar in Lugano zakte hij er helemaal door. Soms kan je benen hebben die niet loskomen. Een jonge renner komt meestal goed uit zo’n grote ronde. Oudere renners moeten opletten dat ze bezig blijven. De hartslag die niet meer de hoogte ingaat, het lichaam dat vol met afvalstoffen zit… Ja, ik spreek uit eigen ervaring.”

Jan Bakelants gaf woensdag in Extra Time aan dat de Belgen alles op Wout van Aert moeten zetten. Museeuw kan zich daarin vinden. “Op papier dan toch, maar ik zou de wedstrijd niet zo indelen. Dan doe je het zoals Jumbo-Visma in de Tour en we weten hoe dat afgelopen is. Ik zou de koers niet controleren, durven te pokeren en meeschuiven in ontsnappingen. Mannen als Serry, Benoot en Naesen zijn daar ideaal voor. Ik las dat Van Avermaet het parcours met dat van de Strade Bianche vergelijkt, maar dan zonder gravel. In dat geval wordt het een lastig, maar voor de Belgen haalbaar WK. Ik zou niet met één kopman starten, maar als Van Aert zich in de finale heel goed voelt en de andere Belgen zich hebben kunnen sparen, kan je alles op Wout zetten.”

2x Ronde als wereldkampioen

We vragen Museeuw of hij één naam naar voren durft te schuiven. Hij twijfelt. “Hoe fris zal Van Aert zijn? Zijn deelname aan de tijdrit van vrijdag speelt alleszins in zijn voordeel. Hij heeft op die manier de beentjes volledig op spanning kunnen zetten. Maar ik wacht liever het verloop van de wedstrijd af. De geschiedenis leert ons dat het WK altijd in de laatste twee ronden wordt beslist. En meestal neemt Italië het initiatief. Zullen ze dat dit jaar ook doen? Ik denk van wel, zeker nu het voor eigen volk is. En pas op voor Pogacar. Als hij rijdt zoals hij dat op La Planche des Belles Filles deed, zal er in de laatste ronde bergop weinig aan te doen zijn.”

Toch nog een poging, Johan? Eén naam. “Oké, laat ons dan maar chauvinistisch zijn: Wout van Aert dus. Mijn zoon Stefano maakte me erop attent: het zou voor de eerste keer in de geschiedenis van de wielersport zijn dat de wereldkampioen twee keer de Ronde in dezelfde regenboogtrui rijdt. Wout krijgt dus een uitgelezen kan. Maar ik vind wel dat hij tijdens de Tour te veel met zijn krachten heeft gewoekerd. Dat is mijn mening. Ik zou niet elke dag zo voluit gegaan zijn. Toen ik renner was, heb ik nooit onnodige energie verspild. Het is zoals Briek Schotte ooit zei: ge moet zere rien als ge zere moet rien . Je moet alleen rap rijden als je rap moet rijden. De Tour van Van Aert was mooi, maar deze namiddag weten we meer.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier