“Zou Wilmots de kwaliteiten van Kevin De Bruyne niet hebben gezien?”

Het duurde een maand of twee, maar Marc Wilmots heeft nog eens gesproken. Met Luk Alloo dan nog. Deze week was op VTM te zien en te horen hoe de voormalige bondscoach onder andere terugblikte op zijn duivelse periode. Ook Jacques Sys, hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, keek naar het portret van das kampfschwein en schreef nadien deze column voor ons.

Tussen Wilmots en Guardiola

Voor het eerst na zijn ontslag heeft Marc Wilmots dus gesproken. Het EK is, zo zei hij, voor hem geen fiasco geweest. Hij is trots op het parcours dat er werd afgelegd. Zijn tactiek, zo vertelde hij ook, bedacht hij op zijn hotelbed. Hij keek naar de beelden op tv, analyseerde de tegenstander en wist hoe hij het zou aanpakken. Er was uiteraard geen spatje zelfkritiek. En toen hij ontslagen werd, trok hij een fles champagne open. Zijn carrière, zo debiteerde Wilmots, zal hij in het buitenland verderzetten.

Het is me wat met de zelfgenoegzaamheid van trainers. Toen José Mourinho als de nieuwe coach van Manchester United werd voorgesteld, nam hij op zijn eerste persconferentie een keer of tachtig het woordje ik in de mond. Maar er zijn uitzonderingen. Trainers die hard werken, spelers en ploegen beter maken en niet met zichzelf koketteren. Zoals Pep Guardiola, nu bij Manchester City. Dat Kevin De Bruyne in een andere rol, centraal op het middenveld, nu zo excelleert, is ook aan Guardiola te danken. Spelers die snel denken, zegt Guardiola, horen niet vanaf de zijkanten te opereren.

Voetballers die met Guardiola werken, voelen zich net studenten die luisteren naar hun professor. Toen de Catalaan medio 2013 bij Bayern München neerstreek, dat net de treble had gewonnen, leek het erop dat hij zijn spelers het abc van het voetbal wilde leren. Hij corrigeerde voortdurend en sprak zijn team belerend toe. Met zijn weke stem legde hij haarfijn uit wat hij verwachtte. En hij experimenteerde in zijn zoektocht naar de juiste puzzel. Dat deed Guardiola vroeger al bij Barcelona en dat doet hij ook bij Manchester City. In zijn ideaalbeeld over voetbal wil hij de bal 90 minuten lang. Geen toeval is het dat Manchester City in de Premier League de ploeg is die het vaakst balbezit heeft en de meeste passes tot stand brengt.

Pep Guardiola verleent iedere club een speciale aantrekkingskracht. Spelers die onder hem werken, maken vooruitgang. Ook Kevin De Bruyne. Zijn actieterrein is nochtans nauwkeuriger afgebakend en aanvankelijk leek het hem van zijn bewegingsvrijheid te ontnemen. De Bruyne moest wat meer kanaliseren, maar slimme voetballers schakelen razendsnel om. Dat Guardiola in een voor hem zeldzame opwelling van euforie De Bruyne een van de beste spelers noemde met wie hij ooit heeft gewerkt, is opmerkelijk. Het lijstje van topvoetballers die hij onder zijn hoede had, is nochtans lang. Indrukwekkender dan dat van Marc Wilmots. Zou de ex-bondscoach die kwaliteiten niet hebben gezien? En zou het kunnen dat Kevin De Bruyne daardoor al eens de indruk wekt zich nooit écht gewaardeerd te hebben gevoeld als Rode Duivel?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier