Je zou Tunesië onrecht aandoen wanneer je het Noord-Afrikaanse land enkel zou zien als een goedkope zonbestemming. Tunesië heeft enorm veel te bieden op het vlak van cultuur, geschiedenis, wellness en ja, natuurlijk ook die zonovergoten kustdorpen met grote zandstranden. Wij maken een rondreis langs maar liefst vijf Unesco-werelderfgoedsites.
De republiek Tunesië ligt geprangd tussen Algerije, Libië en de Middellandse zee. Het land telt 12 miljoen inwoners, is 5,3 keer zo groot als België en kent een geschiedenis om U tegen te zeggen. Het land werd bezet en bewoond door Feniciërs, Puniërs of Carthagen, Romeinen, Vandalen, Byzantijnen, Arabieren, Spanjaarden, Ottomanen en ten slotte de Fransen. In 1956 werd Tunesië onafhankelijk, een jaar later werd Habib Bourguiba de eerste president van de nieuwe republiek. Het is in Monastir, de geboortestad van Bourguiba, dat we onze reis aanvatten.
Gids Oussama brengt ons naar het mausoleum van de president in het centrum van de stad. Het mausoleum is een echte trekpleister, niet enkel voor toeristen maar ook voor Tunesiërs. “Bourguiba was door heel veel mensen graag gezien”, vertelt Oussama. “Bewijs daarvan is dit mausoleum waar Bourguiba en zijn familie begraven zijn. De koning van Marokko leverde negen ton marmer voor zijn praalgraf en hij liet boven dit monument een gigantische luster ophangen met maar liefst 365 lampen in.”
Van het mausoleum gaat het naar het nabijgelegen ribat uit de achtste eeuw. Een ribat is een kleine militaire vestiging die gebouwd werd in de eerste jaren van de islamitische bezetting, om de grenssteden te beschermen. Vanop de torens van de mooi gerestaureerde ribat hebben we een mooi panoramisch uitzicht op de oude en nieuwe vissershaven en de mooie zandstranden.
Verborgen parel
Van Monastir rijden we een uurtje zuidwaarts naar El Jem, of Thysdrus zoals de Romeinen de stad doopten. El Jem was ooit een zeer welvarend stadje met dank aan de olijvenhandel. In het midden van dit stadje hebben de Romeinen na de val van Carthago een colosseum gebouwd dat bijna een kopie is van het colosseum van Rome. Het bouwwerk hier bood toegang aan 30.000 bezoekers, in Rome was er plaats voor 45.000 toeschouwers.
Het colosseum, dat Unesco-werelderfgoed is, is trouwens een van de laatst gebouwde in de Romeinse tijd. Het was 36 meter hoog en telde drie etages. Op de eerste verdieping vond je de beste plaatsen. Die werden ingenomen door de keizerlijke loge en edellieden. Handelaars en kunstenaars mochten op de tweede etage plaatsnemen, terwijl het gewone volk het spektakel moest volgen vanop de bovenste verdieping.
“We wandelen langs de cellen van de gladiatoren, de voederruimtes voor de leeuwen en tijgers en de liften om de dieren in de arena te brengen”
Het colosseum, dat een omtrek heeft van 427 meter, diende louter en alleen om de bevolking van El Jem te vermaken. Er waren gladiatorengevechten, circusacts, wagenrennen, maar ook vreselijke gevechten tussen christenen en wilde dieren. De ondergrondse gangen en ruimtes zijn bijzonder goed bewaard. Zo wandelen we langs de cellen van de gladiatoren, de voederruimtes voor de leeuwen en tijgers en de liften om de dieren in de arena te brengen.
We laten de imposante ruïne achter ons en trekken naar het archeologisch museum, op vijf minuutjes rijden. Dit is echt een verborgen parel. We wandelen letterlijk over originele kleurmozaïeken uit de Romeinse tijd. Achter het museum vinden we niet alleen een immense Romeinse villa maar ook een volledig Romeinse wijk.
Romeinse badkuip
De volgende dag rijden we een uurtje naar het westen tot in Kairouan. Dit stadje was de eerste stad die door de muzelmannen is gesticht. Van 800 tot 1057 was het zelfs hun hoofdstad én heilige stad. Het volledige stadje is nu Unesco-werelderfgoed. Vooral de grote moskee, die dateert uit de zevende eeuw, en de medina – de oude, ommuurde stad – spreken tot de verbeelding.
Van Kairouan trekken we naar Sousse. De medina van deze vroegere punische havenstad dateert van 859 na Christus en werd in 1988 Unesco-werelderfgoed. In de medina wandelen we door smalle straatjes waar ambachtslui en kooplieden een plaatsje hebben gevonden. Tot onze grote vreugde treffen we hier geen opdringerige tapijtenhandelaars of juwelenverkopers, maar ontzettend sympathieke kooplui die klantvriendelijkheid hoog in het vaandel dragen.

Nog een aanrader is het archeologisch museum. We bewonderen er onder meer een Gregoriaanse kalender in gekleurde mozaïek, een Romeinse badkuip in uitstekende staat en een doopvont voor vijf gelovigen uit de Byzantijnse periode. We zien ook catacomben uit de derde tot de zesde eeuw die gebouwd werden in navolging van de catacomben van de Via Appia in Rome.
Uitblazen doen we in Port El Kantaoui, een badstadje naast Sousse met drie kilometer aan strand en een leuke jachthaven.
De harem van de Bey
De volgende dag verkassen we naar de hoofdstad Tunis waar we ’s morgens het Bardomuseum bezoeken. Het Bardo dateert van 1888 en is ondergebracht in het vroegere paleis van de Bey, de gouverneurs van de Ottomaanse heersers van de 18de tot de 19de eeuw. Het is het grootste museum ter wereld van Romeinse mozaïeken, maar je leert er ook alles over het leven van de Bey en hun harem en je wandelt er ook door een zaal vol sarcofagen en grafversieringen uit de derde eeuw na Christus.
De medina van Tunis, ook Unesco-werelderfgoed, is onze volgende stop, en is een echte stad in de stad. Het kwartier van de goud- en zilversmeden loopt naadloos over in dat van de ijzerbewerkers, waarna je de buurt van de textiel- en leerbewerkers in wandelt. Dit is shoppen in het kwadraat in een historische setting.

Op onze laatste dag rijden we Tunis enkele kilometers uit naar het historische Carthago, het laatste stuk Unesco-werelderfgoed van deze reis. In de oudheid was de stad de hoofdstad van het Carthaagse rijk. Carthago was in de derde eeuw voor Christus trouwens de grootste concurrent van Rome, wat de Romeinen natuurlijk niet leuk vonden. Drie oorlogen hadden ze nodig om Carthago volledig te verwoesten en de regio in te nemen. Waarna ze Carthago heropbouwden en het de derde grootste stad van het Romeinse Rijk werd, na Rome en Alexandrië. Hier wandel je echt van het ene historische monument naar het andere. Wij waren vooral onder de indruk van de thermen van Antoninus Pius aan de Middellandse Zee.
Helemaal voldaan ruilen we het Unesco-werelderfgoed in voor het hippe, hooggelegen kuststadje Sidi Bou Saïd. Hier genieten we van een lekkere lunch en een prachtig zicht op de historische Punische havens in de Middellandse Zee. Een afsluiter waar we zowaar stil van worden.
Praktisch
We vlogen met Tunisair van Brussel naar Tunis. De vlucht duurde amper twee uur.
www.tunisair.com
In Monastir logeerden we in Royal Thalassa Monastir, een vijfsterrenhotel met een reusachtig wellnessgedeelte waar dokters en therapeuten behandelingen op maat leveren.
www.thalassa-hotels.com
In Tunis verbleven we in Dar Ben Gacem, een boetiekhotel in de medina.
www.darbengacem.com
Alle info over Tunesië:
www.discovertunisia.com