Verborgen schatten aan de Opaalkust

Ingeklemd tussen Les Deux Caps en de baai van de Authie wacht de Opaalkust, een grillige kustregio vol woeste krijtrotsen, authentieke badplaatsen, weidse strand- en duinzones en voldoende groen om zelfs de meest fervente wandel-, natuur- of fietsliefhebber een gelukzalige glimlach te bezorgen. Ik verken uitgebreid het groenaanbod in de regio. Zowel wandelend als fietsend.

Vrijdagvoormiddag. Geen snelweg voor mij. Ik verlaat vlak na Duinkerke de autostrade, om via de kronkelende kustweg naar de Cap Blanc-Nez te rijden, waar ik een wandeltocht over de kliffen maak. Je kan hier werkelijk uren rondwandelen. Zowel de Cap Blanc-Nez als de Cap Gris-Nez maken deel uit van de Grand Site des Deux Caps, een immens natuurpark met de beide kliffen als voornaamste trekpleisters. Het zicht onderweg is adembenemend, aan de ene kant de witte krijtrotsen, en aan de andere kant een heuvelachtig landschap vol contrasterende kleuren.

Vrijdagnamiddag. In Boulogne-sur-Mer sla ik twee vliegen in één klap: een bezoek aan Nausicaà en een wandeltocht over de vestingmuren omheen de bovenstad. Nausicaà is het grootste aquarium van Europa, en een absolute topper voor iedereen die gefascineerd is door de mysterieuze onderwaterwereld vol haaien, mantaroggen en andere kleurrijke onderwaterspecimen. In de vooravond bezoek ik de historische bovenstad, verstopt achter indrukwekkende omwallingsmuren daterend uit de 13de eeuw. Ik maak een wandeling op de muren, en geniet van de parkachtige setting en de middeleeuwse omkadering.

Parijse charme

Vrijdagavond. Ik overnacht in het Westminster-hotel, een iconisch hotel pal in het centrum van Le Touquet. Het hotel dateert uit 1930, werd recent volledig gerenoveerd, maar straalt nog steeds een stijlvolle artdecostijl uit die van dit hotel een van de tophotels langs de Noordzee maakt. Met Le Pavillion telt het hotel een Michelinsterrenrestaurant. Ik hou het een ietsje bescheidener en dineer in La Table du West, het gezellig – maar hoogstaand – bistro-restaurant van het hotel.

Zaterdagochtend. Fietsen is gezond. Om die reden leen ik een gratis fiets in het hotel en freewheel door de bosrijke villawijken omheen Le Touquet, dat de bijnaam Paris Plage draagt. Nadien volg ik een duinpad dat me finaal op de dijk van Le Touquet brengt. Het parcours voert me dwars door het Parc Nature Baie de Canche, een natuurpark dat zowel populair is bij fietsers als bij wandelaars.

“Een tip: volg het parcours in les Jardins de Séricourt, zodat je geen enkele verrassing mist”

Zaterdagmiddag. Volgens de toeristische dienst van de Opaalkust is Les Jardins de Séricourt het mooiste tuinpark van de regio. Vandaar dat ik met de auto richting Séricourt rijd. Het park is 4 hectare groot en is inderdaad een absolute topper, met dank aan een unieke mix die ergens het midden houdt tussen de strak afgelijnde stijl van een Franse tuin en de meer losse stijl van de Engelse landschapstuinen. Het genummerd parcours is bezaaid met verrassende inkijken, verborgen bospaden, waterplassen en bevreemdende sculpturen. Een tip: volg het parcours. Anders loop je tal van verborgen verrassingen mis.

Prachtige kasteeltuinen

Zaterdagavond. Dineren doe ik die avond bij Pérard in Le Touquet. Le Pérard is een instituut aan de Opaalkust, een volkse brasserie/vishandel die bekendstaat om zijn plateau de fruits de mer en andere verleidelijke visbereidingen.

Zondagochtend. Na een vroeg ontbijt, besluit ik mijn verlengd weekend nog te injecteren met een stevige geut park- en groenplezier. Het ‘to do-lijstje’ omvat drie stops. Een eerste is voorzien in Montreuil-sur-Mer, een pittoresk vestingstadje dat ondanks zijn naam niet aan de zee ligt, maar op een heuveltop op 16 km van de kust. Het middeleeuws centrum is een plaatje. Ik wandel over de schaduwrijke stadswallen. La Promenades des Remparts is 3 km lang, en leidt over een parkachtig parcours met talrijke weidse zichten over de omliggende valleien.

Zondagnamiddag. Na de lunch volg ik de D-940 tussen Le Touquet en Boulogne. Halfweg bezoek ik de kasteeltuinen van het Chateau d’Hardelot. De kasteeltuinen tussen de slotgracht en de vestingmuren vormen een interessante combinatie van Engels en Frans erfgoed, vol Tudor- en renaissance-toetsen.

Finaal roep de zee een laatste keer. Uitwaaien doe ik in Les Dunes de la Slack, een ongerepte duin- en strandzone, gelegen tussen de authentieke vissersdorpjes Audresselles en Ambleteuse.