Tip van de expert: Investeren in een tweede verblijf: hieraan moet je denken
Kristophe Thijs is directeur Communicatie van CIB, het Vastgoednetwerk. Regelmatig krijg je zijn tips over kopen en verkopen, huren en verhuren en het leven in een mede-eigendom.
Velen onder ons zitten vandaag met een pak spaargeld dat op de bank nauwelijks wat opbrengt. Steeds meer mensen investeren hun zuurverdiende spaarcenten daarom in een tweede verblijf. Vastgoed aan de kust blijft het daarbij goed doen, zo blijkt uit nieuwe cijfers. Maar hoe maak je nu de juiste keuze uit het ruime aanbod?
1. Ligging
In immoland geldt eerst en vooral de wet van de drie L’en: locatie, locatie en locatie. Eerder dan door de woning zelf wordt de waarde bepaald door de ligging. Koop je een tweede verblijf om er zelf van te genieten, kies dan voor een omgeving die jou het best ligt. Wil je graag winkels, bakkers, apothekers in de nabijheid, dan is een woning in het centrum ideaal. Koop je een tweede verblijf met het oog op verhuur (bijvoorbeeld aan de kust), dan spelen factoren als zeezicht, winkels, restaurants en openbaar vervoer een belangrijke rol.
2. Check de staat van de woning
Check zeker ook de staat van de woning. De aankoopprijs kan dan misschien wel iets lager liggen, maar vergeet niet dat bij een ouder pand de kans op kosten groter is waardoor het totale kostenplaatje hoger kan uitvallen dan bij een nieuwbouw. Daarnaast kunnen de jaarlijkse kosten aandikken.
3. Doe het nodige rekenwerk
Bovenop de verkooprechten bij aankoop moet je jaarlijks de onroerende voorheffing plus de gemeentelijke opcentiemen betalen. Vergeet ook de tweedeverblijfstaks niet. Ben je niet vertrouwd met het bezit van een appartement, dan kunnen de ‘gemeenschappelijke kosten’ soms verbazen. Het valt bovendien aan te raden om je vakantiewoning goed te verzekeren. Doe dus op voorhand het nodige rekenwerk, zodat je achteraf niet voor verrassingen komt te staan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier