Toegankelijk openbaar vervoer voor minder mobiele mensen blijft een belangrijk werkpunt:“De drempel is vaak te hoog”

Als je fysiek minder mobiel bent, ben je om je te verplaatsen vooral aangewezen op het aangepast en openbaar vervoer. Dorien Meulenijzer, mobiliteitsexpert en ervaringsdeskundige getuigt.

Als voorzitster van de Leuvense gemeenteraad en voorzitter van VFG (Vereniging personen met een handicap vzw) met daarnaast nog een stevig engagement in een heel aantal verenigingen, leidt Dorien Meulenijzer een druk leven met veel verplaatsingen, vaak met het openbaar vervoer. Niet vanzelfsprekend, want Dorien zit in een rolstoel. En toch zou dat wel evident moeten zijn, vindt ze. “Als je als minder mobiele mens een verplaatsing wil doen met de trein, moet je minstens drie uur op voorhand en meestal 24 uur op voorhand reserveren om op die trein te raken. Voor sommige verplaatsingen kan het zelfs niet”, benadrukt Dorien. “En heel frappant: toen het voor het eerst ging over reserveringen op de treinen naar de kust wegens corona, zei een NMBS-woordvoerder dat zo’n reservatiesysteem mensen enorm zou hinderen: ze zouden niet meer op hun werk raken, uitgesloten worden van sociale activiteiten, niet meer op uitstap kunnen… Waarom geldt datzelfde niet voor minder mobiele mensen? Wij worden al jaren geconfronteerd met de beperkingen van zo’n reservatiesysteem. Dit systeem is een van de grootste pijnpunten om als minder mobiel persoon bijvoorbeeld je job naar behoren te kunnen uitoefenen.”

Slechte schakel

“Toegankelijkheid is een keten die begint zodra je vertrekt en eindigt als je weer thuiskomt”, legt Dorien uit. “Als die schakel qua mobiliteit er niet tussen zit, dan wordt de drempel om uit je kot te komen te hoog. De bestaande regeling is eigenlijk een gunstverlening, geen dienstverlening. Ik merk dat individuele personeelsleden moeite doen om daar soepel mee om te gaan, maar ze moeten werken in een zeer strikt regelgevend kader. Door corona werd het inclusieverhaal nog meer teruggedraaid. Het was een hele tijd niet mogelijk om assistentie te krijgen door de veiligheidsvoorschriften, ook niet voor essentiële verplaatsingen.”

Openbaar vervoer op maat kan echt de oplossing zijn voor minder mobiele mensen

Als je met een beperkte mobiliteit de bus wil nemen, is de situatie iets beter, maar niet optimaal. “Hier hebben we ook het bijkomend probleem van de toegankelijkheid van de haltes: slechts 1 op 10 zijn op dit moment toegankelijk zonder bijkomende hulp. Als ik kijk naar steden als Parijs, Barcelona of Porto, dan is het verschil groot: daar zijn alle bussen gewoon uitgerust met een elektrische oprijplaat en kan je gewoon zelfstandig opstappen.”

Op de goede weg

“In ons land is mobiliteit voor minder mobiele mensen vooral een of/of-verhaal, niet en/en. Openbaar vervoer op maat kan echt de oplossing zijn. Maar ook bussen én treinen én een ‘gewone’ taxi die je kan bellen voor vier mensen én een rolstoel bijvoorbeeld, die je niet drie weken op voorhand moet boeken… Dat zou ik erg graag gerealiseerd zien. We zijn op de goede weg als je het vergelijkt met 15 jaar geleden, maar we zijn er nog niet. En hopelijk verliezen we door corona niet te veel stappen van de weg die al is afgelegd.”

(Anne Peeters)

In de Week van de Mobiliteit van 16 tot 22 september lanceert VFG een actie. Meer info op onzegroteboodschap.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier