Kim Gevaert: “Wie weet word ik nog wereldkampioen”

Een knappe gazelle met de vertederende blik van Bambi. Sta me toe ex-atletiekkoningin Kim Gevaert even lyrisch te omschrijven. In de eigenzinnige wereld van de sprint is de collectieve liefde van collega’s, pers en publiek weinig toppers gegeven. Kim wel. Zij is altijd ‘dat meisje van bij ons’ gebleven. Verwaandheid is haar vreemd. Ondanks fenomenale prestaties.

We zitten in een taverne aan de overkant van het Koning Boudewijnstadion. Onze blikken gericht op die mythische plek waar Kim Gevaert (37) zoveel gegeven én gekregen heeft. Zoveel overwinningen, recordtijden, gejuich. Haar pakkend afscheid hier, in 2008, staat nog in het collectief geheugen van sportminnend België gegrift. En toch is droefenis het eerste wat haar nu overvalt. “In 2020 wordt dit stadion afgebroken. Ik begrijp dat niet. Waarom doen die Brusselse politici zo weinig moeite om de Memorial Van Damme hier te houden? Dat is het enige sportevenement in België dat wereldfaam geniet. Het dringt blijkbaar niet tot hen door dat je in een stadion van 15.000 man, wat hun alternatief is, geen meeting van dat niveau kunt organiseren. Dat doet mij pijn. Echt waar.”

“Afbraak Koning Boudewijnstadion is doodsteek voor Memorial”

Koning Boudewijn moet wijken voor Koning Voetbal.
Ik kan begrijpen dat het voetbal een nieuw stadion wil. Maar je hoeft dit stadion toch niet af te breken? Dat betekent de doodsteek voor de Memorial. Dat zou echt een zware opdoffer zijn voor onze Belgische atleten. Eén keer per jaar kunnen zij zich tonen aan het eigen publiek. Het stadion is trouwens nog in goede staat. Je kan er ook andere evenementen zoals concerten organiseren. Maar ja, … (zucht) Dat wordt boven onze hoofden beslist. De atletiek heeft hier blijkbaar niets te zeggen. Het zal wel een geldkwestie zijn, zeker? Ik weet het niet. Je hoort allerlei dingen. Maar ik kan het niet begrijpen.

Jouw afscheid hier was heel emotioneel. Wist je dat Clouseau zou komen zingen?
Ik had een flauw vermoeden (glimlacht). Dat was echt een superavond voor mij. Iedereen was hier, mijn vrienden, mijn familie. En dan al die atleten die meezongen, zelfs Usain Bolt. Ik had een krop in de keel toen ik het publiek mocht toespreken. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik zo afscheid heb kunnen nemen. Veel atleten worden ertoe verplicht door blessures.

“Ga maar proeven van het leven”, zong Koen Wauters voor jou. Is dat wat je nu doet?
(blaast) Sinds ik gestopt ben, is mijn leven één grote sneltrein. Drie zwangerschappen, getrouwd, een stuk grond gekocht en een huis gebouwd. Het is nu pas dat alles in zijn plooi valt. Ons jongste dochtertje mag in september naar school. Nu moet ik nadenken wat ik verder met mijn leven wil aanvangen, beroepsmatig dan. (zwijgt even) Ik geniet nu van andere dingen dan toen, en dat is heel intens. Maar ik heb ook tijdens mijn atletiekperiode volop geproefd van het leven. Ik had nooit het gevoel dat ik veel moest opofferen. Ik trainde heel graag. Alleen verlangde ik de laatste jaren echt naar een gezinsleven.

Je was de voorbije jaren voltijds mama. Is dat niet zwaarder dan voltijds topsporter zijn?
(lacht) Ik vind dat zwaarder, ja. Je hebt weinig tijd voor jezelf, je hebt eigenlijk geen rust meer. Misschien eens een halfuurtje ’s avonds, maar dat is het. Wij hebben ook niet meteen drie brave kindjes die mooi in een hoekje puzzels maken (lacht). Vroeger droomde ik van vier kinderen, maar ik denk niet dat dat ervan zal komen. Ik kan begrijpen dat sommige mama’s verlangen om weer te werken.

Kim over haar leven na de sport: "Ik zou graag werken met meertalige kinderen." (foto belga)
Kim over haar leven na de sport: “Ik zou graag werken met meertalige kinderen.” (foto belga)

Welk werk wil jij doen?
Ik heb een diploma logopedie, ik probeer die draad weer op te pikken. Misschien een eigen praktijk. Ik zou graag werken met meertalige kinderen. Maar ik voel dat dat tijd zal vragen. Ik heb het ook nooit gedaan.

Heb je onlangs gelezen dat 6 op 10 Belgen negatief staat tegenover migratie?
(verbaasd) Ah, nee? Dat is wel heel veel. Nu, het is wel geweten dat de mensen, en vooral in Vlaanderen, niet zo positief staan tegenover migranten. Ik vind dat raar. Ik hou juist heel veel van de multiculturele samenleving, van de verschillende talen en culturen. Wij hebben ook bewust een kleurrijke plek gezocht om te wonen (Sint-Genesius-Rode, red).

Heb jij dat ook ervaren na je huwelijk met Djeke, die van Congolese afkomst is?

(knikt) Er is een periode geweest waarin we rare brieven kregen. Racistische praat. En anoniem. Dat maakt het extra laf. (zachter) Ik heb hier nooit over gesproken. Anders geef je hen wat ze willen. Wij zijn daar wel van geschrokken. Van hoe fanatiek mensen wel kunnen zijn. Allé, wie steekt daar nu zijn tijd in? Ik vond dat zo vreemd.

Zijn je kinderen al met hun bruine huidskleur geconfronteerd?
Ja, sneller dan ik verwacht had. Maar gelukkig besteden ze daar zelf niet veel aandacht aan. Het gebeurt ook niet vaak, hoor. Ik ben wel blij dat ze niet de enige gekleurde kindjes op school zijn.

Hoe wapen je hen daartegen?

We leren hen in de eerste plaats om mensen te zien, en geen kleuren. En ten tweede proberen we sterke kinderen van hen te maken. Als ze respect hebben voor zichzelf, zullen kwetsende opmerkingen hen niet meteen van slag brengen.

Ben je gelukkig als je terugblikt op je carrière?
Zeker. Ik denk wel dat ik op de 100 meter sneller had gekund. Op training liep ik onder de 11 seconden (haar PR is 11”04, red). Maar in een wedstrijd moeten alle omstandigheden mee zitten: sterke tegenstand, goede piste, de wind die juist zit. Nu, ik mag niet klagen. Ik heb een mooi mandje medailles kunnen verzamelen. Europees kampioene op de 100 en de 200 meter in Göteborg, vijfde op het WK in Osaka, zilver op de Olympische Spelen in Peking, dat waren de mooiste momenten. En de eerste keer dat ik Europees indoorkampioene werd. Dat was ook uniek.

“Die dopingverhalen zijn natuurlijk frustrerend.”

Was Osaka in 2007 ook geen ontgoocheling? Het verschil met goud bedroeg amper 4 honderdsten van een seconde.
Nee, toch niet. Ik heb er misschien niets tastbaars aan overgehouden, maar ik was zó tevreden over mijn wedstrijd. Voordien werd vaak gezegd dat ik wel goed was op Europees niveau, maar dat ik op wereldniveau niet mee kon. En misschien dat een medaille er nog inzit als je hoort hoeveel verdachte bloedwaarden ze uit die periode gevonden hebben. Mochten daar namen tussen zitten van medaillewinnaars, hoop ik dat die alsnog gestraft worden. Wie weet word ik nog wereldkampioen (glimlacht). Of krijgen we nog goud voor Peking. Als daar één Russische tussen zit, dan moet de hele ploeg haar medaille inleveren.

Stemmen die dopingverhalen je niet bitter?
Dat is natuurlijk frustrerend. Je kon het zien aan sommige atletes, zoals Thanou, die Griekse. Zij had zoveel rare uitslag op haar huid. Je zag soms ook vrouwen met stoppelbaarden. Het meeste moeite had ik met atletes die uit het niets opdoken met 10”80. Dat kan gewoonweg niet. Maar goed, het kon nog slechter. Liep ik in de jaren tachtig of negentig, dan was ik helemaal niet aan de bak gekomen. Nu, ik was daar ook niet zó mee bezig. Je moet je vooral op jezelf focussen. Anders haal je het niet.

Had jij gepakt mocht je daarmee Olympisch goud winnen?
Neen. Als je begint te knoeien, haal je toch geen voldoening uit je prestatie? Ik had er ook schrik van. De verhalen deden de ronde dat je zieke kindjes zou krijgen als je met je hormonen prutste. Of dat je niet zwanger zou geraken.

Dit interview verscheen in De Zondag van 30 augustus 2015.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier