In de katholieke kerk is het vandaag Missiezondag. Het aantal Belgische missionarissen is de voorbije jaren sterk gedaald. “Het beeld van de missionaris die Afrikanen gaat bekeren, is niet meer actueel.”
Missio Pauselijke Missiewerken zorgt in samenwerking met de Belgische bisdommen voor priesters, permanente diakens of leken die worden uitgezonden naar verre landen. “Het aantal missionarissen is de voorbije jaren sterk gedaald”, zegt coördinator Tom Heylen van Missio. “Op vandaag zijn er vanuit de Belgische bisdommen nog 34 missionarissen in het buitenland, vooral priesters. De meerderheid is actief in Zuid-Amerika, enkelen ook in Afrika.” Naast de missionarissen die worden uitgezonden door de Belgische bisdommen, hebben ook religieuze ordes vaak nog paters of zusters die in het buitenland missiewerk verrichten. “Hoewel de opdracht van een missionaris anno 2025 sterk is veranderd, staat het delen van het christelijke geloof centraal”, zegt Tom Heylen.
Eerste priester
De Antwerpse priester Stefaan Lecleir (65) is bijna vier jaar missionaris in Zuid-Soedan, een land waar een ernstige humanitaire crisis heerst door politiek geweld en natuurrampen. “Ik ben hier pastoor in een landelijke parochie in het bisdom Yambio”, vertelt hij. “Het gaat om een uitgestrekt gebied van 900 vierkante kilometer, met zo’n 16 gehuchten. Dit is wellicht de meest afgelegen plaats op deze aardbol. Mensen leven hier in hutjes zoals 200 jaar geleden. Hier wonen zo’n 70.000 mensen. Ze planten maïs, maniok en aardappelen waar ze zelf van leven en die ze verkopen op de markt. Toen ik hier aankwam, was er geen enkele school en geen rechtstreekse toegang tot drinkbaar water. Ondertussen hebben we schooltjes gebouwd, een jeugdcentrum opgericht en organiseren we er liturgie. Ik ben de eerste priester die hier ter plekke komt. Mensen zijn hier heel bijgelovig en geloven nog in hekserij.”
Hartelijke mensen
Dat er steeds minder missionarissen zijn, is voor een land als Zuid-Soedan wel een handicap, vindt Stefaan Lecleir. “De Kerk is hier nog heel jong, wat ervaring van buitenaf en materiële steun kunnen ze hier echt wel gebruiken. Het beeld van de missionarissen die de Afrikanen gaan dopen, is niet meer actueel. Het gaat nu vooral om structuur geven aan mensen. Door het feit dat deze gehuchten zo afgelegen liggen en bovendien op 700 meter hoogte, is het hier in tegenstelling tot elders in Zuid-Soedan wel veilig. Ik werk hier heel hard, maar er staat zoveel tegenover. De mensen zijn echt heel hartelijk. Ik doe mijn werk bijzonder graag, maar op materieel vlak lijkt het soms op één lang uitgerekt Scoutskamp.”