Werken en wonen op het platteland biedt heel wat troeven, maar er zijn ook grote uitdagingen. Dat blijkt uit de resultaten van de plattelandsbevraging van de Vlaamse Landmaatschappij in opdracht van minister Crevits.
Vandaag, op de Dag van de Landbouw, maakt Vlaams minister van Plattelandsbeleid Hilde Crevits (CD&V) de resultaten bekend van haar plattelandsbevraging. Het uitgangspunt: peilen naar prioriteiten en visie voor de toekomst van het Vlaamse platteland. Op de vraag welke thema’s de grootste prioriteit verdienen in het plattelandsbeleid, steekt het behoud van open ruimte en betere ruimtelijke ordening er met kop en schouders bovenuit. 53 procent van de ondervraagden stipt dit aan. De verduurzaming van de landbouw en voedselvoorziening staat op de tweede plek, biodiversiteit en natuurbeheer komen als derde belangrijkste prioriteit naar voor. “Het merendeel van de ondervraagden vindt dat die open ruimte moet dienen voor landbouw- en voedselproductie, met aandacht voor de natuur en de biodiversiteit op het platteland”, duidt minister Crevits.
Sociale cohesie
Rust, ruimte en een groene en gezonde leefomgeving vormen volgens de ondervraagden de top drie van de belangrijkste troeven van wonen op het platteland. Toch zijn er ook heel wat uitdagingen. 6 op de 10 geven mobiliteitsproblemen zoals weinig openbaar vervoer en verkeersveiligheid aan als grootste struikelblok bij wonen op het platteland. Ook de afstand tot basisvoorzieningen zoals winkels, scholen, kinderopvang of zorgcentra is voor 44 procent een belangrijke uitdaging. Daarnaast is er bij de ondervraagden vraag naar het versterken van de sociale cohesie op het platteland door onder meer de lokale economie te steunen, jonge landbouwers aan te trekken en dorpshuizen te openen.
Plattelandspact
De Vlaamse regering gaat met de resultaten van de plattelandsbevraging aan de slag. “We willen het plattelandspact verder uitwerken zodat het platteland een plek is waar het aangenaam wonen, werken en leven is”, vervolgt minister Crevits. “Via dit pact willen we komen tot een realistisch toekomstperspectief voor een bruisend, duurzaam en verbonden platteland.”