Goeiemorgen,
“Hoe heet het beestje dat geen beer meer is?” De quizzers rond mij keken elkaar voor het eerst die avond in stilte aan. De vervelendste vragen en moeilijkste mysteries hadden ze fluitend opgelost, maar nu haperde hun brein. Mijn moment was gekomen…
Een wasbeer, riepen we fluisterend. De ogen rond tafel rolden naar achter en de duimen gingen omhoog. Eindelijk maakte de quiz-leek ook eens een punt, letterlijk en figuurlijk. De rest van de tijd bleven we vooral onder de indruk van die ervaren triviatijgers. Zoveel kennis in die koppen. Straf. “Wij zijn niet slim hoor, wij weten gewoon veel.”
Twee quizzen speelde deze niet-quizzer van de week. En alsof dat niet volstond, kregen we op een middag zelfs nóg een vraag voor denksportkampioenen voorgeschoteld. Waarom spelen ze voetbal met 11 tegen 11? Weer iets waar we niets over wisten. Maar nu dus wel: omdat de schooljongens in Engeland – het geboorteland van die balsport – begin vorige eeuw per tien op de kamer lagen. De slaapgenoten speelden wedstrijdjes tegen andere kamers, met hun zaalwachter (‘the guard’) in doel. Daarom staat er dus een elftal op het veld en daarom heet de keeper in het Frans ‘le gardien’.
Wat ‘filibusteren’ betekent, wisten we al sinds Jean-Marie Dedecker ooit eens reisgidsen begon voor te lezen in het parlement. Deze week kregen quizzers en niet-quizzers een gratis opfrissingscursus van Open VLD’er Vincent Van Quickenborne. Tijd rekken voor gevorderden, dat lukt blijkbaar het best met gemberthee. Voilà, nog wat slimmer.
‘De slimme leven met de domme’, een uitspraak die wij onder vrienden al eens durven gebruiken. Want het leven is één grote quiz. Soms gok je, af en toe ben je zeker maar even vaak helemaal niet. En het is makkelijker om iets bij te leren dan om te doen alsof je alles weet.
Fijne zondag allemaal!
Reageren? bart.casteleyn@roularta.be