Ik heb net een maand lang tandpijn gehad. Twee weken na elkaar moest ik op vrijdag naar de parodontoloog, die op mijn tanden een dieptereiniging uitvoerde, eerst rechts, daarna links. De eerste keer moest er ook een wijsheidstand getrokken worden, de week nadien nog twee van die ellendelingen en een afgebroken kies. Vooral die tweede sessie had best nare gevolgen. Ik heb toen tien dagen met twee pijnlijke ontstekingen rondgelopen, en alles moest daarom weer opengemaakt, schoongemaakt en gehecht worden. Bijna een maand lang had ik pijn tot in mijn ogen, oren, kaak en kinnebak. Afschuwelijk.
Ik ben wel blijven doorwerken, maar het was niet zo evident en ik moet toegeven: ik heb ook behoorlijk geklaagd bij familie, vrienden en collega’s. Terecht, vond ik zelf, want het was een zeurende, verschrikkelijke pijn. Ik wou mijn ‘grote lijden’ daarom delen, ik hoopte op begrip en compassie, en ik wou vooral beter worden. Maar terwijl ik het hier zo opschrijf, besef ik hoe oninteressant, saai en weinig entertainend dat voor u als lezer moet zijn. En ik weet zeker dat mijn entourage mijn verhalen ook beu was na een week of twee gezeur. Ja, tandpijn is lastig, maar niemand houdt van mensen die wekenlang blijven klagen.
De pijn is intussen weg, ik heb wat kiezen minder in mijn mond, maar in ruil voor die wijsheidstanden heb ik wel wat wijsheid gekregen. Het besef dat gewoon gezond zijn zonder pijn of ongemak geen evidentie is. En dat een beetje meer begrip voor mensen die constant leven met pijn ook geen kwaad kan. We zijn het allemaal eens dat echte profiteurs van het ziektesysteem een pest zijn, maar echt ziek zijn, fysieke of mentale pijn hebben, een handicap of gebrek, is iets wat je leven overheerst. En het is iets waar je zeker niet voor kiest.
Als ik van drie weken tandpijn al zo kapot was, hoe hard moeten mensen wier gezondheid echt hapert, soms een heel leven lang, het dan wel niet te verduren hebben? De jacht op de langdurig zieken klinkt dan plots zo gratuit, agressief en onmenselijk.