Radiomaker Sven Ornelis staat elke week stil bij het kleine of het grote nieuws
We zijn nu beiden 52, het is dus meer dan 25 jaar geleden dat Jeroen, een klasgenootje uit de lagere school, me bij een Leuvense pint vertelde over de specialisatie waarin hij wou doctoreren: artificiële intelligentie. Jeroen kon er uren passioneel over vertellen, maar ik, die met een gemiddelde intelligentie geboren ben, vond het allemaal erg theoretisch en pure abracadabra. Wat heb ik me daarin vergist.
Jeroen werd professor artificiële intelligentie aan London University en AI is inmiddels een parallelle intelligentie geworden, waar ik ook zelf gebruik van maak, maar waar ik tegelijk behoorlijk bezorgd over ben. Ik ben natuurlijk opgegroeid met computers, wat was ik fier op mijn eerste Commodore 64, maar vandaag is zowat elk toestel in ons leven beangstigend slim. Smartphones, keukentoestellen, auto’s, camera’s… Je zou je, van al die slimmigheid rondom je, soms expres van den domme willen houden om niet door je eigen oven, GPS of stofzuiger uitgelachen te worden.
Deze week heeft AI, op vraag van de minister van Onderwijs, de computers onderzocht van de studenten die meegedaan hebben aan het ingangsexamen geneeskunde, om te achterhalen wie stiekem AI gebruikte en dus fraudeerde. AI ontmaskert AI. En als klap op de vuurpijl kondigde nu zelfs de fiscus aan ons voortaan met behulp van AI te gaan controleren. Ja, dan is de lol er helemaal af. Sorry Jeroen. Ik had beter moeten weten.
Ik maakte me een kwarteeuw geleden nog vrolijk wanneer Jeroen me de mogelijke toekomst van artificiële intelligentie uitlegde, dat zou zo’n vaart wel niet lopen, dacht ik toen. Vandaag begrijp ik maar al te goed dat al die kunstmatige slimheid ons zeker kan helpen maar tegelijk overal aanwezig is en best nare kantjes heeft. Big Brother is overal, en het zijn niet eens meer mensen die ons in de gaten houden. Waar eindigt deze evolutie? Daar moet ik dringend nog eens een pint over drinken met Jeroen, achteraf gezien ons slimste klasgenootje.