Kurt Vandemaele

"Oscarfavoriet ‘The Brutalist’ is een absoluut meesterwerk. De film raakte mijn hart, mijn hoofd, mijn botten,  mijn hele lijf voelde mee"

Kurt keek op de Week

Onze reporter over wat hij van de voorbije week zou willen onthouden

Het is vandaag de vijftigste keer dat ik me afvraag wat ik van de voorbije week zou willen onthouden. Een oefening om aan het eind van mijn dagen niet tot de conclusie te moeten komen dat ik gewoon mijn leven gesleten en mijn broek versleten heb. De optimist in mij dacht dat zo vanzelf de opgewekte, positieve kerel die achter mijn façade verscholen zit aan de oppervlakte zou komen. Mijn bedoeling was om die momenten in de verf te zetten die mijn leven en ook het jouwe beter maken en die daarom net memorabel zijn. Al snel kwam ik tot de conclusie dat ik maar zelden op de journaals kan terugvallen om die momenten van beeld te voorzien. Het nieuws van de dag wordt immers grotendeels beheerst door gebeurtenissen, mensen en dingen die je liever zou willen vergeten. Eigenlijk zie je er in de eerste plaats alles wat ons leven, onze planeet en ons humeur bederft.

Het is deze week vijf jaar geleden dat we met corona geconfronteerd werden. Toen beseften we nog niet goed wat die rare Chinese ziekte aan ongeluk en ontij zou brengen. Wanneer dat besef langzaam binnendruppelde, leek het heel even alsof we met zijn allen de juiste conclusies zouden trekken. Eindelijk beseften we dat ’s wereld meest inspirerende figuur van het eerste kwartaal van de 21ste eeuw, Greta Thunberg, wel degelijk gelijk had. Dat de wereld tot stilstand kwam, was onze schuld, hoorden, zagen en lazen we overal. De natuur had wraak genomen. En we zouden daar lessen uit trekken. We zouden voor een grote ommekeer zorgen om onszelf en de wereld niet helemaal om zeep te helpen.

Zo begon het. Vervolgens kwamen we lang vast te zitten en werden hevig gekortwiekt door dat virus dat ondanks alle maatregelen, ingrepen en vaccins miljoenen doden eiste. De afzondering waaraan we met zijn allen onderworpen werden had zo’n nefaste impact op het denken van velen die ons doen en laten bepalen, dat het blijkbaar niet alleen hun ademhaling had ontregeld, maar ook hun verstand.

Met dat verstand van het gros van de machthebbers lijkt het niet meer goed te komen. Nu Amerika weer geleid wordt door een man die met de dag meer en meer op slechte komiek gaat lijken, een engerd die dag na dag meer op een kopie van The Joker lijkt — al is Joaquin Phoenix natuurlijk een veel beter acteur –, versterkt mijn indruk dat er straks factcheckers zullen nodig zijn om er ons van te vergewissen dat de realiteit wel degelijk echt is en geen fictie.

Begrijpelijk dat mensen niet staan aan te schuiven voor een film van 3 uur en 20 minuten van een onbekende regisseur

Maar het is aan al die ontsporingen te danken dat we nu in de bioscoop kunnen genieten van een absoluut meesterwerk. Want het was onder de eerste legislatuur van Donald Trump dat scenarist en regisseur Brady Corbet aan het denken werd gezet door de genadeloosheid en de domheid waarmee superrijken hun eigen wil doordrukten, ervan uitgaand dat hun geld hen het voorrecht gaf om ieder verbod te negeren en om anderen voor zich te laten kruipen. Ik had voordien nooit gehoord van die Brady Corbet, een man die duidelijk oog heeft voor wat maatschappelijke verschuivingen met de mens kunnen doen. Maar tegelijk is het begrijpelijk dat mensen niet staan aan te schuiven voor het werk van een onbekende regisseur die van de kijker vraagt om drie uur en twintig minuten uit te trekken voor zijn film die bovendien niet met echt grote namen kan uitpakken. Op de eerste dag dat de film bij ons uit was, zat de grote zaal van Budascoop dan ook nog niet halfvol. Terwijl de prent nu al met 10 oscarnominaties kan uitpakken.

De eerste transgenderactrice die genomineerd werd voor de Oscars bleek tijdens de corona-epidemie een aanhanger van allerlei complottheorieën en ze was ook al niet spaarzaam met allerlei racistische uitlatingen

De grote concurrent ‘Emilia Perez’, ook best een indrukwekkende film, mag dan wel pronken met 13 nominaties, maar nu oude twitterberichten aan de oppervlakte zijn gekomen van Karla Sofía Gascón, de hoofdrolspeelster in dat verhaal over een Mexicaanse drugbaas die na een genderoperatie verandert in een zachtaardige filantrope, wordt verwacht dat Hollywood zich van de controversiële, maar uitstekende film van Jacques Audiard zal afkeren. De eerste transgenderactrice die genomineerd werd voor de Oscars bleek tijdens de corona-epidemie een aanhanger van allerlei complottheorieën en ze was ook al niet spaarzaam met allerlei racistische uitlatingen. Gascón moest de promostoet aanvoeren in de Amerikaanse Oscarcampagne, maar werd door de productie wijselijk thuisgelaten. Op Instagram excuseerde de dame zich en zei ze te hopen dat de film gewaardeerd wordt voor wat hij is: een ode aan liefde en verschillen.

Maar laat het me nog even over ‘The Brutalist’ hebben, want geen enkele film is zo mooi en zegt zoveel als deze. Van mijn part mag hij de 10 oscars winnen waarvoor hij genomineerd is. Ik zou er hem zelfs 11 geven. Hoofdrolspeler Adrien Brody heeft al zo’n beeldje in zijn kast staan, voor zijn rol in ‘The Pianist’.  Maar je kunt hem geen A-lister of eersteklas beroemdheid noemen. Niet alleen omdat hij niet over de klassieke filmsterlooks beschikt, hij kiest wel vaker voor films die afwijken van de norm. Waardoor hij soms in regelrechte troep belandt. Maar hier bewijst hij nogmaals dat hij een waanzinnig goeie acteur is. En niet alleen hij. De hele cast is zo bedwelmend goed dat ik ze stuk voor stuk had willen omhelzen: Felicity Jones, Guy Pearce, Joe Alwyn, Stacy Martin, Raffey Cassidy, Emma Laird, Isaach de Bankolé en Alessandro Nivola.

Ik wil niets verklappen over de film, al was het maar omdat ik zelf het gevoel heb dat ik hem nog wel een paar keer moet zien om echt te begrijpen waarover hij gaat. Vooral omdat hij over zoveel gaat. Maar je kunt de film dus ook gewoon op slechts één niveau bekijken, zoals ik hem tijdens een eerste visie ervoer, als het verhaal van László Toth, een Hongaars-Joodse architect die bevrijd uit de kampen het naoorlogse Europa verlaat, berooid in Amerika terechtkomt en daar met vallen en opstaan een nieuw leven tracht op te bouwen. Daar zal hij ervaren wat buitensporige rijkdom mogelijk maakt, maar vooral wat diezelfde rijkdom met een mens doet. Als architect is hij aanhanger van het brutalisme, een stroming binnen de architectuur die vooral in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw haar bloeiperiode kende. Er werd veel gewerkt met beton, omdat dit materiaal na W.O. II een snelle en betaalbare heropbouw toeliet. Toth is dus een brutalist, maar in andere opzichten is de kapitalist in de film dat nog veel meer.  En daarmee heb ik al te veel gezegd.

Drie uur twintig duurt ‘The Brutalist’ en met het kwartiertje pauze tussenin mag je dus echt van een avondvullend programma spreken. Maar wat een avond! ‘The Brutalist’ is zo’n rijk geschakeerde film dat ik buitenkwam met het gevoel dat ik een grote onderhoudsbeurt had gehad. Mijn hart, mijn hoofd, mijn botten, mijn hele lijf voelde mee. Makkelijk te volgen als een heel aangrijpend verhaal, maar er is zoveel meer te zien en te beleven. Wellicht zal je nadien nog uren willen spenderen om meer te weten te komen over wat je in de wondermooie beelden en magische klanken, de formidabele vertolkingen en de verbluffende decors te zien en te horen hebt gekregen. Ik ben niet concreter om je niets van je kijkgenot te ontnemen. Ga en zie dit voor jezelf. Misschien kom je mij daar wel tegen terwijl ik voor een tweede of derde visie in de zaal vertoef.

Al moet ik natuurlijk zien dat ik aan mijn dagelijkse tienduizend stappen geraak. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik na tienen nog achtduizend stappen te gaan heb. Gelukkig zijn er manieren om de pijn te verzachten. Ik weet niet meer of ik hem in een artikel of een podcast had zien of horen vernoemen, maar ik zocht in Spotify onlangs Vikingur Ólafsson op en wandelde met de pianoklanken van de IJslandse virtuoos in het oor door de straten waar ik al vele tientallen keren doorgestapt ben. Ineens ging het allemaal veel vlotter, mijn tred was lichter, het was alsof ik zweefde. En de wereld zag er mooier uit. Nee, ik ben geen gepatenteerde Klara-luisteraar, verre van, maar in deze tijd heb ik nood aan klanken die gevoelig en zacht zijn. De tederheid die Ólafsson uit een piano haalt is zo uniek dat ik nu al weet dat hij me nog vaker mag vergezellen op mijn wandelingen.

Alexander Deprez heeft een publiek nodig bij al wat hij doet

Vorige zondag was ik graag op de boekvoorstelling geraakt van Alexander Deprez, die met zijn ‘Prins Albert: prelude van een communist’ een eerste roman afleverde. Deprez is veel meer dan een auteur. HIj is een artiest. Speelde zijn boek niet zich niet grotendeels op café af, hij had het wellicht op Cape Canaveral gelanceerd. Maar hij koos dus voor café boEgie woEgie in Menen, in de omgeving van deelgemeente Lauwe waar zijn vader Geert destijds café Prins Albert uitbaatte. Zijn boek is autobiografisch en gaat over opgroeien als kind van een alcoholist die buitenshuis wel vaker zijn vuisten gebruikt om uit te drukken wat hij niet met woorden kan zeggen. De vader is tegelijk een geboren verteller en avonturier, maar zijn parcours loopt langs wegen die je beter mijdt als je iets wil maken van je leven. Het hobbelige traject van de vader levert vaak hilarische anekdotes op en als hij spreekt hang je aan zijn lippen. Want Geert Deprez is rock-‘n-roll. Er is niet één hoek af, maar meerdere, zodat hij rollen kan. Hij verzet zich op zijn manier tegen een systeem dat de kleintjes onderdrukt. Geen wonder dat zoonlief eerst nog naar hem opkijkt en aanvankelijk in de valkuil dondert die wijd gapend op zijn pad ligt. Maar Alexander heeft het geluk dat zijn moeder hem betere alternatieven biedt. En ook zijn vaak benevelde vader beseft dat de jongen best niet het pad volgt van zijn vader, grootvader en overgrootvader. Dreigt het even de verkeerde kant op te gaan, heeft hij geluk zijn Nederlandse partner tegen het lijf te lopen die net als hij een extreme lefgozer en een multitalent is. Net als hij heeft zij een hekel aan mensen die geen keuzes maken. En net als hij heeft ze een publiek nodig bij alles wat ze doet. Het zij hen gegund. Het zijn mensen die iets te bieden hebben. Alexander had al de neiging om zijn gedachten en ervaringen in kunst om te zetten: fotografie, film, theater, muziek en nu dus ook literatuur. En zijn geliefde moet niet voor hem onderdoen. Vader en zoon zijn vanaf 12 februari te zien in ‘Voorbij de Schaamte’, de Canvas-serie over Katrien De Ruysscher over wat alcoholisme met jou en je omgeving kan doen.

‘Voorbij de Schaamte’ is een titel die ook van toepassing zou kunnen zijn bij de schaamteloze onzin die Trump en zijn trawanten blijven uitkramen en beslissen. Zelfs een platvloerse komiek zou het niet gewaagd hebben om te komen aanzetten met een idee om de Gazastrook om te toveren tot de Côte d’Azur van het Midden-Oosten. Jawel, we hebben het wel degelijk over de lap grond waar een gruwelijke genocide heeft plaatsgevonden. Benjamin Netanyahu maakte het mogelijk nog gortiger. Vrijdag gaf hij, dan nog met een akelige glimlach op zijn gezicht, Donald Trump een gouden beeper cadeau. Een vergulde versie van het toestelletje dat de Israëli’s in de handen en zakken van duizenden Hezbollah-strijders liet afgaan, waardoor er 39 mensen stierven en 3400 gewond geraakten. Schokkend, geschift en gevaarlijk is dat heerschap. Onnozele Donald had beloofd zich bij zijn tweede kans te zullen overtreffen. En inderdaad, met de dag wordt hij onnozeler. Hier moeten we niet in stilte afwachten. Meer dan ooit moeten wij ambitieuzer zijn. Eigenlijk zouden we als tegenzet regelrecht voor ‘De Ideale Wereld’ moeten gaan. Al lopen er hier ook genoeg gewetenslozen rond die er geen benul van hebben welke kleur schaamrood heeft. Gelukkig hebben we elkaar nog. En Alexander en zijn vader. En cinema. Ga naar The Brutalist kijken. Wandel er naartoe en stop onderweg Vikingur Ólaffson in je oren. Er staan je mooie tijden te wachten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier