Sandra Rosseel

“Sinds onze eerste date heeft Gilbert me al doen zuchten en kreunen, hijgen en zweten, lachen en vloeken…”

Goeiemorgen,

Er is een nieuwe liefde in mijn leven. Gilbert. Sinds onze eerste voorzichtige date half januari heeft hij me al doen zuchten en kreunen, hijgen en zweten, lachen en vloeken… Kortom, hij heeft me alle hoeken van… het rugbyveld laten zien.

Ja, ik heb me dit jaar aan een – voor mij – nieuwe sport gewaagd, en daar heb ik sinds die eerste mooie woensdagavond in januari nog geen moment spijt van gehad. Rugby is in eigen land helaas nog te onbekend en zeker te onbemind, maar geloof mij, het is een van de mooiste sporten ter wereld. Een sport die draait om pure kracht en agressie, maar die twee zaken combineert met een meer dan fikse dosis spelintelligentie, heel veel respect én zelfs momenten van pure elegantie. Google maar eens namen als Antoine Dupont, Beauden Barrett, Rodrigo Isgro, Ilona Maher, Portia Woodman-Wickliffe of onze eigen Black Devils.

Ik hou dus al langer van de sport, maar moet eerlijk bekennen dat het toch met een heel klein hartje was dat ik die bewuste woensdagavond naar het rugbyveld trok. Want wat zouden ze daar wel niet denken van het feit dat er een… euh… niet meer zo piepjonge vrouw zonder enige vorm van conditie – en dat was, na drie decennia van amper sporten, een eufemisme – komt meedoen? Ik werd er echter met open armen ontvangen. Door de coach én door mijn medespelers, die me de voorbije maanden op sleeptouw namen, aanmoedigden en tips gaven. En die me zo leerden om mijn angsten te trotseren, want die waren er wel degelijk. Na die eerste training niet langer voor het oordeel van de anderen, maar wel voor het ‘contact’-deel van de sport en de mogelijke pijn die daarbij zou horen. Ik weet nog dat toen ik de eerste keer dat ik een tackle bag (een groot cilindervormig kussen) moest tackelen, ik de aanval halfweg afbrak omdat ik niet durfde. Maar ook hoe ik aangemoedigd werd om het nog eens te proberen. Met succes.

En zo leerde ik training na training niet alleen nieuwe technieken aan, maar ook dat dingen meestal veel minder eng én erg zijn dan ze vooraf lijken. Dat de euforie groot kan zijn wanneer iets lukt. En ja, ook dat het soms flink pijn kan doen, maar dat ook dat voorbijgaat. Dat de voldoening van het durven een uitstekende pijnstiller is, net zoals de aanmoedigingen en grappen van de medespelers. En dat wie durft, groeit. En zo blijkt rugby een uitstekende metafoor voor het leven te zijn.

Wat ben ik blij dat ik in januari de stap gezet heb. Met dank aan coach Vander en al mijn medespelers van Rugby Oostende. Het seizoen zit er bijna op, ik kan nu al niet wachten tot het nieuwe begint.

PS En Gilbert? Dat is de merknaam die op mijn rugbybal staat.

Reageren? sandra.rosseel@roularta.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier