Stephanie Coorevits gaat op zoek naar het tegengif voor cynisme.
Happy birthday to me, want op het moment dat u dit leest, is het mijn verjaardag. Ik ben vandaag 41 geworden en ik moet toegeven dat ik niet bijzonder enthousiast ben over dat getal. Om heel eerlijk te zijn, heb ik over een paar dagen zelfs een afspraak bij de dermatologe. Voor een algemene controle, maar misschien ook om eens ‘te informeren naar esthetische opties’. En wanneer het daarover gaat, zijn er grofweg twee kampen: vrouwen die vinden dat je op een natuurlijke en gracieuze manier ouder moet durven worden en vrouwen die vinden dat hun gezicht als een auto is die af en toe onderhoud nodig heeft.
Ik denk dat ik ergens tussen die twee zit. Soms herken ik mijn eigen gezicht niet meer in de spiegel. Elke week verschijn er ergens wel een nieuwe rimpel en hoeveel dure crèmes ik er ook op smeer, die rimpels gaan niet meer weg. Aan de andere kant moet ik toegeven dat ik niet vind dat cosmetische ingrepen een vrouw er per se jonger doen uitzien. Neem nu Dolly Parton, Kris Jenner, Jane Fonda… allemaal vrouwen die bekend staan om hun voorliefde voor plastische chirurgie. Geen van hen oogt naar mijn mening werkelijk jonger. Oké, ze zien er anders uit dan wanneer ze geen operaties zouden hebben gehad maar dat maakt hen niet jong. Ze zien eruit alsof er zichtbaar aan hen gewerkt is, als oudere vrouwen die het idee van jeugd hebben nagestreefd.
En dan weet ik niet of ik zo’n vrouw ben. Tijd valt niet terug te draaien en als een conceptueel gezicht niet gelijk staat aan een jong gezicht, weet ik niet of ik er wel energie (en geld) aan wil spenderen. Misschien moet ik straks gewoon mijn huid laten controleren, blij zijn dat er niets erger aan de hand is dan een paar groeven die niet meer weg te poetsen vallen en het onderhoud nog even uitstellen. Ik geraak tenslotte nog net door de keuring.