Goeiemorgen,
Waar bezondig jij je aan? Het is een van de vaste vragen die onze geïnterviewden in de ontbijtbabbel voorgeschoteld krijgen, en een vraag waarvan het geen kwaad kan om die af en toe ook aan jezelf te stellen. Mijn standaardantwoord is meestal ‘chocolade’, maar natuurlijk is dat lang niet mijn enige zonde. Een andere is het onbeschaamd observeren van mijn medemensen, of beter: me verkneukelen in het gedrag van anderen. En geen betere plek om dat te doen dan in een trein. De maatschappij in het klein, waar mensen vaak hun kleinere kantjes of hun grote hart laten zien.
Vrijdagmorgen was het weer van dat. Ik spoorde na een nachtje in Brussel terug richting kust, en met die zwoele temperaturen was zo te zien half Brussel hetzelfde van plan. Bij het opstappen in Brussel-Centraal wist ik nog net een plekje te bemachtigen naast een jonge Engelstalige vrouw, die samen met mij lachte omwille van het absolute gebrek aan plek voor onze bagage. Het bagagerek boven onze hoofden was zodanig smal, dat zelfs mijn handtas er met moeite in paste. En dus hesen we allebei onze bagage op onze schoot – zij twee grote zakken, ik een gelukkig hele lichte koffer – terwijl we al grappend vaststelden dat wie deze treinstellen had besteld, duidelijk nooit eerder een trein genomen had.
Ondertussen waren we aangekomen in Brussel-Zuid en leek ook de andere helft van Brussel op de trein te stappen. Alle plekjes in onze wagon waren intussen ingenomen, behalve eentje, helemaal aan de andere kant van het treinstel, maar perfect in mijn blikveld. Daar hadden drie senioren hun tassen op gezet. Vakkundig negeerden ze de blikken van de andere reizigers, die vergeefs op dat zitplekje hoopten. Tot een jonge vader hen aansprak, met de vraag of zijn vrouw en hun peutertje daar mochten zitten. Twee van de drie senioren haalden meteen hun zak weg, maar de dame die naast de lege zitplek zat, was dat duidelijk niet van plan. “Er is geen plek voor mijn bagage”, zag ik haar teken doen, terwijl ze wat opschoof. Helaas niet om plaats te maken, wel om zo de twee zitplaatsen tegelijkertijd in beslag te nemen, met elke bil één. Ondertussen was het ukje beginnen huilen, maar zelfs dat kon de dame niet vermurwen. Tot een jongeman vlakbij zijn plek aan de mama aanbood, en hij daarvoor door de mensen rond hem uitgebreid werd bedankt. Toen pas drong het tot de vrouw door dat wat ze deed, niet oké was. En maakte ze alsnog, en met een gezicht op onweer, plaats voor een van de andere nog rechtstaande reizigers.
In Gent ruilde ik de moderne IC-trein in voor een ouder exemplaar richting De Panne. Met veel meer ruimte voor bagage, en ook een pak minder reizigers. Gelukkig had ik ook een boek bij.
Geniet van deze zondag!
Reageren? sandra.rosseel@roularta.be