
Open VLD-monument Herman De Croo over leven en dood, politiek en de koers: “Die boete in de Ronde heeft mij ook pinten opgeleverd”
De bekendste parcoursbewoner van de Ronde van Vlaanderen? Dat moet Herman De Croo zijn, een monument van de Belgische politiek. 87 jaar is de liberaal, en nog altijd een vat vol verhalen: over koers, politiek en zijn vriend Willy Naessens. In de herfst van zijn leven is de ‘éminence grise’ van Open VLD een fier, maar ook gekweld man. De wonde van twee jaar geleden is niet geheeld …
Michelbeke, Brakel. Het hart van de Vlaamse Ardennen. Zijn werkkamer is volgestouwd met duizenden boeken, papieren en aandenkens. Zijn ogen glinsteren als hij anekdote na anekdote oprakelt. Over koning Albert die hier graag koffie kwam drinken. Over zijn vriend Willy Naessens die begin deze week overleden is. Zijn tong is nog even vlot als vroeger, zijn tred helaas niet. “Slijtage. Ik heb een kunstmatige knie. Dat wil zeggen dat je moet opletten waar je je voeten zet. Paardrijden doe ik al twee jaar niet meer. Dat is een groot gemis. Mijn vader heeft het iets langer kunnen doen. Mijn grootvader niet: hij is op jongere leeftijd verongelukt te paard. (stil) Als je 87 bent, voel je de ouderdom. Je kan veel minder doen dan je zou willen.”
Was u geschrokken van het overlijden van Willy Naessens?
“Neen, omdat we het wisten. Ik ken Willy al meer dan vijftig jaar. Hij was toen een beginnend ondernemer en ik een beginnend politicus. Hij is eens raad komen vragen voor een of ander probleem en we zijn contact blijven houden. Dat was hoe de mensen mij kenden: voor mijn dienstbetoon. In het begin hield ik elke maand in 24 cafés zittingen. (benadrukt) Gratis, hè, voor alle duidelijkheid! Toen Willy net begon te mennen, hebben we eens samen langs de Schelde gereden. Dat was de schrik van mijn leven. Willy, we gaan dat hier niet overleven, zei ik. (lacht) Wist je dat Willy ook in het Guinness world records boek staat? Het grootste aantal gespannen die een kar ooit getrokken heeft. Ik zat bij hem in de koets.”
Waarom klikte het tussen jullie?
“Ik heb altijd zijn gezond verstand en durf bewonderd. Willy was een eenvoudig man. Ook van de boerenbuiten. Zijn vader was molenaar en boer. Maar hij was ook een eigenzinnig man die goed wist wat hij wou en wie hij kon vertrouwen. Wat niet veel mensen weten, is dat Willy ook bedeesd was, heel gevoelig voor het feit dat hij de school al op zijn veertiende had verlaten. Ik denk dat het daarom was dat hij mij waardeerde: hoewel ik professor en toppoliticus was, was ik nooit pretentieus.”
U bent twee jaar ouder. Doet het ook u nadenken over de eindigheid van het leven?
“Jawel. Toen mijn vader in 1987 begraven werd, liet mijn moeder het familiegraf vernieuwen. Plots kwam iemand van de gemeente naar mij toe: Herman, uw naam staat ook op het graf. Wablief, schrok ik. Ook de naam van mijn vrouw stond erop. Zij was daar niet zo content mee.” (lacht)
Bent u bang voor de dood?
“Neen. Ik zou mij pas zorgen maken, als ik daar bang voor zou worden. Ik ben katholiek opgevoed, maar uit overtuiging ben ik ongelovig geworden. Ik geloof niet dat er leven kan zijn na de dood. Er zijn al miljarden mensen gestorven. Stel je voor dat die allemaal herrijzen: waar moet je daarmee naartoe? Het enige waar ik bang voor ben, is om af te zien. De vier mensen die ik in mijn familie heb weten sterven, zijn allemaal thuis gestorven. Ik hoop dat ik dat voorrecht ook mag krijgen.”
Laten we over iets leuks praten: de Ronde van Vlaanderen.
(pikt enthousiast in) “Ik ben bijna geboren met de Ronde. Mijn grootouders woonden in de grote boerderij aan de aankomst in Meerbeke. Ik zeg altijd: de Ronde is een ode aan de Vlaamse Ardennen. De eerste 100 kilometer mogen de renners zich elders warm rijden, maar als ze onze streek induiken, is het voor echt. Weet je wat het geheim is van deze koers? De Ronde is een evenement dat – vergeef me het woord – de ‘gewone man’ voldoening schenkt. De Ronde van Vlaanderen is van iedereen. Kijk naar de 20.000 wielertoeristen die zaterdag (gisteren, red.) rijden. Waar vind je dat nog? Ook Alexander (zijn zoon, red.) doet weer mee. Ik hoop dat dat een volks evenement kan blijven.”
Is de Ronde geen VIP-gebeuren aan het worden?
“Vroeger had je af en toe een vereniging die een tentje opzette om wat pinten te verkopen. Vandaag zijn dat gigantische VIP-tenten geworden. Dat mag van mij, maar dat mag niet het einddoel worden. Als ik toch even kritisch mag zijn: als je ziet dat de renners soms drie, vier keer langs dezelfde plek rijden, dan dreigt de Ronde wel een criterium te worden. Op deze manier beperk je het aantal mensen dat de koers kan zien langs de straat. Dat vind ik geen goede evolutie.”

“Als profiteur neergezet worden, dat heeft me kapotgemaakt. Ik heb altijd een voorbeeld willen zijn”
Bent u een koerskenner?
“Neen, dat mag ik niet zeggen. Ik heb hier wel de plaatselijke wielerclub opgericht: Hogerop Michelbeke. Ik ga u een anekdote vertellen. In 1964, toen ik een jonge burgemeester was, organiseerden wij een wedstrijd voor liefhebbers. We zochten nog een chauffeur die de koersdirecteur kon rondrijden. Mijn vrouw wou dat doen. Nu ga je mij niet geloven, maar wat kreeg ik te horen? Geen vrouwen achter het stuur! Dat was blijkbaar verboden in de koers. Terwijl katteke (koosnaam voor zijn vrouw, red.), die trouwens advocate is, vijf keer beter rijdt dan wie dan ook. Ik ben blij te zien dat er intussen zelfs een vrouwenkoers georganiseerd wordt.”
Hoe ziet uw zondag eruit?
“Ik word altijd gevraagd om mee te rijden in een volgwagen, maar dat doe ik niet meer. Ik zou een last zijn voor die mensen. Dan blijf je beter thuis. Ik ga hier buiten staan aan mijn paneel. Ge weet dat ik hier enkele jaren geleden gepakt ben?”
Omdat u geen mondmasker droeg.
“Terwijl ik daar helemaal alleen stond. Ik had een masker bij, hoor, maar ik was het vergeten op te zetten. Is dat niet een beetje gek? Maar goed: ik heb die boete betaald. Wacht, ik zal het u bewijzen (haalt papieren uit een map). Kijk: 250 euro was het. Ik hou dat allemaal bij. Wat wel op mijn lever ligt, en dat moogtge opschrijven, is dat Bart De Wever (N-VA) en de andere politiekers aan de start in Antwerpen ook geen mondmasker droegen. (cynisch) Zouden zij ook een boete gekregen hebben? Of geldt dat daar niet? Nu, ik ga daar geen oorlog van maken. Het heeft mij trouwens ook pinten opgeleverd.” (lacht ondeugend)
Vertel.
“Als ik vrienden tegenkwam op café, geloofden ze nooit dat ik die boete betaald had.Wedden voor een pint, zei ik dan. Als ze ja zeiden, haalde ik het bewijs boven. (lacht) Let op: normaal ben ik degene die een tournee betaalt, hoor.”
Het paneel ‘Herman De Croo groet de Ronde’ is intussen traditie. Als het gaat over uw merk verkopen, had u weinig te leren van Willy Naessens.
“Willy zei altijd: Als mensen aan een zwembad denken, moeten ze aan mij denken. Dat was ook mijn filosofie: als mensen aan politiek denken, moeten ze aan mij denken. Ik heb dat paneel laten maken in 2005, toen wij het Dorp van de Ronde waren. We hebben toen ook een uniek monument laten maken met honderden verroeste fietsen, dat intussen wereldbekend is en nog altijd in het dorp staat.”
U bent 87, en nog altijd een vat vol verhalen. Hoe houdt u zich scherp?
“Door te blijven werken, zeven op zeven. Ik laat me wel goed omringen. Zonder chauffeur, die ik uit eigen zak betaal, zou het mij niet lukken om nog in te gaan op al die invitaties. Ook thuis: ik heb nog altijd twee bedienden die mijn brieven en artikels uittikken. Voor alle duidelijkheid: ook hen betaal ik met mijn eigen geld.”
Waarom blijft u dat benadrukken? Bent u bang voor uw imago?
“Ja, ik ben nog altijd razend over die zaak van twee jaar geleden met de pensioenvergoedingen. Ik heb het volledige bedrag terugbetaald aan de Kamer (210.000 euro, red.). Maar het blijft me bezighouden. Heel erg zelfs. (krijgt het plots moeilijk) Ik ben 52 jaar parlementslid geweest. Dag en nacht heb ik gewerkt. Ik nam nooit vakantie. Ik had recht op een serieuze uittredingsvergoeding, maar ik heb die zelfs niet opgenomen. En toch word je plots als profiteur neergezet. Dat systeem kwam niet van mij, hè. Dat dateert van de tijd van Achiel Van Acker.”
In Humo zei u zelfs dat u hierdoor minder lang zou leven.
“Ik blijf dat denken. Het is het ergste wat ik meegemaakt heb. Ik heb heel mijn leven een voorbeeld willen zijn voor anderen. Je zou eens moeten weten hoeveel kansen ik heb gekregen om corrupt te zijn. Er staan 5.000 boeken in mijn bibliotheek. Wel, het waren er meer. Herman, waarom ga je eens niet met de kinderen naar mijn buitenverblijf in Spanje?Herman, onze boot is volgend weekend vrij. Goesting? Allemaal geweigerd! En dan krijg je dat op je nek. Het heeft mij kapotgemaakt.”
Iets anders. Hoe kijkt u naar de teloorgang van uw partij? U gaat nog altijd naar het partijbureau.
(blaast) “Ik heb niet één uitleg. Ik stel wel vast dat oktober beter was dan juni. Op vier maanden tijd behaalden we hier plots een derde meer stemmen.”

Als ik Alexander was, zou ik in de politiek blijven. Ik zou willen bewijzen dat de kiezer toch wat te lichtzinnig is geweest”
Uw zoon wordt met de vinger gewezen. Was het fout om premier te willen worden van de Vivaldi-regering?
(windt zich op) “Vandaag hebben we een andere regering. Zijn de problemen daarmee opgelost? Ik zie het niet, hoor. In woorden is De Wever misschien goed bezig, maar in daden zie ik geen verschil. Geld lenen om wapens te kopen, is hetzelfde als schulden maken. Is de werkloosheid al beperkt in de tijd? Ik dacht het niet. Bovendien blijf ik het gênant vinden dat een Vlaams-nationalist getrouwheid zweert aan de koning en de wetten van het Belgisch volk. De N-VA doet mij toch denken aan structureel opportunisme. Volgens mij kan je die spreidstand niet aanhouden. (denkt na) Wat had Alexander moeten doen? Het was volle coronacrisis toen hij aantrad. Een dramatische situatie. Het was redden wat er te redden viel. Dat is wat Alexander gedaan heeft en dat was goed voor het land.”
Maar niet voor de partij?
“Alexander is een verzoenend man. Ik denk dat hij misschien té goed is geweest. Té correct. Als je vandaag stemmen wil halen, moet je Trumpiaans aan politiek doen. Dat is niet zijn stijl. Maar ik zie wel dat hij overal ter wereld beschouwd wordt als één van de topmensen van Europa. Hij mag overal gaan spreken.”

Wat raadt u hem aan: in de politiek blijven of niet?
“Hij is groot genoeg om dat zelf te beslissen. In zijn plaats zou ik blijven. Ik zou willen bewijzen dat de kiezer in juni toch wat te lichtzinnig is geweest. Ik zeg dat ook aan Alexander. Maar wat hij uiteindelijk gaat doen, weet ik niet. Het is een verstandig man. Anders krijg je niet de kans om in Amerika te studeren.”
Denkt u dat huidig voorzitter Eva De Bleeker de situatie rechtgetrokken krijgt?
“Eva is een moedige vrouw, maar ze staat voor een moeilijke taak. Ze zal dat niet alleen kunnen, neen. We zullen een team nodig hebben. Dat zou trouwens ook gelden mocht iemand anders voorzitter zijn. Maar een team krijg je niet als je bepaalde mensen aan de kant wil schuiven. Je hebt iedereen nodig.”
Lees: ook de oudgedienden. Maar u vindt dus niet dat de partij nood heeft aan een nieuwe leider?
“Wie zou haar kunnen vervangen? Ik zie niet direct iemand. Vergeet niet dat Eva verkozen is door onze leden. Zij heeft dus het recht om haar werk te doen en zij heeft zeker kwaliteiten. Wat goed is, is dat we een nieuwe naam gaan kiezen. We hebben een naam nodig die helder maakt waarvoor we staan. Misschien De Liberalen? Vroeger waren we de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang. Ik zou niet terugkeren naar die naam, maar dat was wel heel helder.”
Is een fusie met de Franstalige liberalen van de MR geen idee? Hun voorzitter Georges-Louis Bouchez loert alvast naar Vlaanderen.
“Ik weet dat niet zeker. Ik ken hem daarvoor onvoldoende. Wij hebben trouwens in hetzelfde jezuïetencollege gestudeerd in Bergen. Ik heb daar een gouden medaille behaald. Hij niet, maar goed, dat doet er niet toe. (denkt na) Ik ben zoals u weet een samenwerkingsfederalist. Als er morgen opnieuw een Belgische liberale partij zou komen, zou ik dat niet erg vinden. Ik ben eigenlijk niet zo pessimistisch over onze toekomst, hoor. Als je zestig jaar meedraait, weet je dat alles terugkomt. Schrijf maar op: binnen tien jaar zijn wij opnieuw een sterke partij. En waarom? Omdat onze waarden van vrijheid, ontvoogding en antiracisme zó fundamenteel zijn.”
Wat mag ik u toewensen voor de komende tien jaar?
“Mentaal en fysiek gezond blijven. (even stil) Maar vooral: dat ik een voorbeeld kan blijven voor anderen. Voorbeeldigheid, dat heb ik heel mijn leven nagestreefd. De zwakkeren helpen, genereus zijn, emanciperen: dat dat nooit mag veranderen.”
Geboren op 12 augustus 1937 in Brakel.
Doctor in de Rechten (ULB).
Woont in Michelbeke, Brakel. Getrouwd met Françoise Desguin. Vader van Alexander en Ariane.
Burgemeester van 1964 tot 1971 en van 2001 tot 2012.
Parlementslid van 1968 tot 2019.
Bijna onafgebroken minister van 1974 tot 1988.
Partijvoorzitter van 1995 tot 1997.
Kamervoorzitter van 1999 tot 2007.
Actief in allerlei verenigingen en bedrijven. Auteur van verschillende boeken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier