In de verzengende hitte van de voorbije dagen boven je studieboeken zitten puffen, is al geen pretje, maar voor zo’n 160.000 scholieren en studenten komt daar nog een extra taak bij. Zij nemen naast hun studie ook nog de mantelzorg op voor mensen in hun omgeving met een ziekte of beperking. CD&V pleit op de vooravond van de Dag van de Mantelzorger dan ook voor een speciaal statuut voor deze onzichtbare helden. “Hun situatie wordt al te vaak genegeerd”, zeggen Vlaams Parlementsleden Brecht Warnez en Katrien Schryvers.
Mantelzorg is de zorg die mensen geven aan iemand in hun omgeving die kampt met een langdurige ziekte of een beperking. Denk aan boodschappen doen of huishoudelijke taken opnemen bij een ziek familielid of een minder mobiele vriend met een beperking regelmatig naar het ziekenhuis brengen. Vlaanderen telde vorig jaar maar liefst 179.407 erkende mantelzorgers. Een indrukwekkend cijfer, al is dat nog maar het topje van de ijsberg. Volgens het Vlaams Expertisecentrum Mantelzorg zijn er zelfs twee miljoen Vlamingen die zich op regelmatige basis – onbezoldigd – inzetten voor iemand in hun omgeving. Wat weinigen weten, is dat daar heel veel jongeren bij zijn. Uit cijfers van de Hogeschool Gent uit 2023 blijkt dat maar liefst 100.000 scholieren uit het secundair onderwijs en 64.000 studenten uit het hoger onderwijs naast hun studiewerk ook nog tijd vrijmaken om voor iemand te zorgen. Aan de Vlaamse hogescholen en universiteiten is één op de vijf studenten dus niet alleen bezig met een diploma te behalen, maar ook met mantelzorg.
Twee rollen
Om hen te ondersteunen vindt CD&V het dringend tijd dat er een speciaal statuut komt voor mantelzorgstudenten, net zoals dat al bestaat voor werkstudenten of studenten met een beperking. “Studenten die ook voor iemand zorgen, zijn geen uitzondering. Ze zijn een structurele groep binnen onze hogescholen en universiteiten, maar hun situatie wordt vaak genegeerd”, zeggen Vlaams Parlementsleden Brecht Warnez en Katrien Schryvers. Met een speciaal statuut zouden zorgstudenten dan bijvoorbeeld hun examens kunnen laten spreiden, de deadlines voor hun taken flexibeler kunnen laten invullen en hun studieprogramma’s kunnen invullen volgens wat voor hen haalbaar is. “Uit bevragingen blijkt dat de helft van de studerende mantelzorgers moeite heeft om die twee rollen te combineren. Ze komen tijd te kort om cursussen bij te houden, moeten soms lessen missen en taken uitstellen en ervaren meer stress en concentratieproblemen tijdens examenperiodes”, klinkt het.
“Eén op de vijf studenten doet aan mantelzorg. De helft heeft moeite om die twee rollen te combineren”
Onzichtbare helden
Die moeilijke spreidstand leidt al te vaak tot een trager traject richting diploma, lagere punten of zelfs studenten die er de brui aan geven. Bovendien missen mantelzorgstudenten ook een flink stuk van het studentenleven en dreigen ze sociaal geïsoleerd te raken. 72 procent van de jonge mantelzorgers ervaart gevoelens van eenzaamheid en isolatie, blijkt uit onderzoek. “Er zijn wel hogescholen en universiteiten die hier aandacht voor hebben, maar de aanpak verschilt al te zeer. Daarom is het tijd dat er één decretaal verankerd statuut komt én dat onderwijsinstellingen die deze studenten goed begeleiden daar ook de middelen voor krijgen. Ook voor deze jongeren is een diploma de beste garantie voor een toekomst. Het engagement voor een familielid van deze onzichtbare helden op onze campussen mag dat niet in de weg staan”, zeggen Warnez en Schryvers.
Bevoegd Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) apprecieert het engagement van de vele mantelzorgstudenten. Een bijzonder statuut dat verplicht wordt opgelegd aan alle universiteiten en hogescholen in Vlaanderen is volgens Demir echter geen goed idee. “Ik vind het heel mooi dat jongeren hun naasten willen verzorgen en daar moeten we ook de nodige flexibiliteit voor geven. Bijna alle onderwijsinstellingen hebben daarom al een eigen statuut ‘mantelzorger’ of een gelijkwaardig statuut ‘bijzondere omstandigheden’. Die statuten laten toe om faciliteiten op maat te voorzien voor elk individu. Zo kunnen ze bijvoorbeeld nu al studieprogramma’s spreiden op hun eigen tempo. Bovendien biedt elke hogeschool of universiteit vandaag al minimumfaciliteiten aan”, klinkt het.
(Laurens Kindt)
Student Lindger is ook mantelzorger: “Soms skip ik een les omdat oma naar het toilet moet”
Eén van die 60.000 studenten die hun studie combineren met de zorg voor een familielid is de 20-jarige Lindger Boen uit Schelle. De eerstejaarsstudent Marketing & Communicatie aan de Thomas More Hogeschool in Mechelen zorgt samen met zijn moeder en tante voor zijn inwonende oma (85) die al tien jaar aan dementie lijdt.
“We wonen samen in een kangoeroewoning en dat is een heel bewuste keuze geweest. Vijf jaar geleden hadden we de keuze: de bomma naar een woonzorgcentrum brengen of zelf voor haar zorgen. We kozen voor het laatste en, al is het soms heel lastig, we staan nog altijd achter die keuze”, zegt Lindger. Concreet helpt hij zijn oma ’s middags bij het middagmaal. “Uit zichzelf zou ze vergeten te eten, dus ik stop haar letterlijk een boterham toe en zorg dat ze voldoende drinkt. Een middagmaal kan zo tot wel twee uren duren. Samen met mijn mama en tante moeten we ook zorgen dat er altijd iemand thuis is voor haar. Daardoor kan het gebeuren dat ik eens een les moet skippen, bijvoorbeeld omdat ik dan oma moet helpen om naar het toilet te gaan. Ik zou het niet over mijn hart krijgen om haar alleen achter te laten”, zegt Lindger. Dat zorgt soms voor onbegrip. “Bij leerkrachten bv., omdat ‘ik moest mijn oma helpen’ een smoes is die ze soms al eens te horen krijgen van studenten die te laat zijn. Maar bij mij is het écht zo. Ook als vrienden ’s avonds iets gaan drinken en ik verstek moet geven omdat ik voor oma thuis moet zijn, is dat soms vervelend. Dan mis je toch een stukje van het studentenleven”, klinkt het. Een bijzonder statuut zou een hele hulp zijn, vindt Lindger. “Soms zijn er verplichte lessen en als je die niet bijwoont, heeft dat effect op je eindresultaat. Een doktersbriefje kan je ook niet krijgen als mantelzorger. Dan is zo’n statuut wel handig en weten de leerkrachten dat je situatie geen flauwekul is”, zegt Lindger.