Dat er in ons land nog altijd heel wat onverzekerde wagens rondrijden, blijkt uit de cijfers van het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds. Vorig jaar kwamen daar 6.559 aangiftes binnen van ongelukken met onverzekerde chauffeurs.
Elke chauffeur is in ons land verplicht om een autoverzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid te hebben. Bij een ongeluk vergoedt de verzekeraar van de bestuurder die het ongeluk veroorzaakte de schade aan de slachtoffers. Is de tegenpartij echter niet verzekerd, of onbekend zoals bij vluchtmisdrijf, dan kan je een beroep doen op het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds. Dat fonds betaalt de slachtoffers die normaal een vergoeding hadden moeten krijgen van de verzekeraar van de tegenpartij.
“Rijden met een voertuig dat niet verzekerd is, kan je heel duur komen te staan”
Het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds registreerde vorig jaar 6.559 aangiftes van schadegevallen waarbij niet-verzekerde chauffeurs betrokken waren. Dat waren er 292 meer dan het jaar voordien, of een stijging met 4,7 procent. In 2022 ging het om 5.955 schadedossiers met niet-verzekerde chauffeurs. De globale kost van deze schadegevallen bedroeg 23.798.657 euro, tegenover 17.667.511 euro in 2023, of een stijging met bijna 35 procent. Het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds verwerkte vorig jaar ook 799 schadegevallen waarbij het betrokken voertuig niet geïdentificeerd kon worden.
Zware straffen
Rijden met een voertuig dat niet verzekerd is, kan je duur te staan komen. In ons land kan de geldboete daarvoor oplopen tot 8.000 euro. Voorts riskeer je een rijverbod van 8 dagen tot 5 jaar, de inbeslagname van je voertuig of zelfs een gevangenisstraf tot 6 maanden. Veroorzaak je onverzekerd een ongeluk, dan zal het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds het slachtoffer compenseren, om daarna het uitbetaalde bedrag van jou als onverzekerde chauffeur terug te vorderen. Voor een ongeluk met een gewonde spreken we gemiddeld over een kost van 17.000 euro.