Hoewel de mensen in het nooddorp trots zijn op hun vaderland, ligt hun focus vooral op het welzijn van hun geliefden: “Kinderen die drie, vier jaar waren toen ze hier arriveerden, kunnen Nederlands maar niet altijd Oekraïens. Terwijl het toch een belangrijk onderdeel is van hun identiteit. En daar hoort ook onze nationale feestdag bij”, aldus Olena Solodovnikova. (foto’s Christophe De Muynck)

“We willen vieren dat we nog steeds een vrij volk zijn.” Laatste nooddorp voor Oekraïners viert vandaag feest én maakt zich klaar voor afscheid

OOSTAKKER – Vandaag vieren de Oekraïners hun Onafhankelijkheidsdag, en dus ook de vele vluchtelingen in ons land. Onder meer in Gent wordt er gefeest in de binnenstad. Wij gingen langs in het laatste nooddorp aan de rand van Gent, waar meer dan honderdvijftig gezinnen wonen. Eind dit jaar komt een einde aan de tijdelijke woonoplossing, maar terugkeren is voor veel Oekraïners niet altijd een logische oplossing. “Ik weet niet of ik ooit nog het graf van mijn zoon zal kunnen bezoeken.”

In Oostakker bevindt zich sinds mei 2023 een nooddorp met verschillende woonunits. Initieel werden er 50 gebouwd, met één, twee of drie slaapkamers, een badkamer en keuken. Een tijd later werden er nog 150 bijgeplaatst, overigens ontworpen door een Oekraïense architect. Er is een gemeenschappelijke wasruimte, een picknickplek en speeltuintje. De units zijn eigendom van de Vlaamse overheid die instaat voor het technisch beheer, zoals de verhuurcontracten en het onderhoud van de woningen, terwijl de stad Gent samen met het OCMW zorgt voor de sociale begeleiding van de bewoners. De afgelopen jaren vonden hier meer dan 400 Oekraïense vluchtelingen tijdelijk opvang, maar na de sluiting van het nooddorp in Antwerpen en Mechelen wordt de opvang hier ook afgebouwd.

Bij ons bezoek oogt het dorp wat verlaten. We zien slechts één Oekraïense vlag wapperen. Hoewel de mensen trots zijn op hun vaderland, ligt hun focus vooral op het welzijn van hun geliefden. Veel mensen zijn bezig met het zoeken naar een oplossing op vlak van werken en wonen, anderen maken van de vakantie gebruik om familie in Oekraïne te bezoeken. Toch zullen heel wat bewoners een feestje bouwen dit weekend in hartje Gent met de rest van de Oekraïense gemeenschap. De weinige mensen die vandaag in het nooddorp zijn, zwaaien vriendelijk of komen een praatje maken. Het groepsgevoel is hier groot, bevestigt iedereen.

Tanks door straat

Eén van de mensen die dat sociaal weefsel mee ondersteunt is Olena Solodovnikova (66), afkomstig van Cherson, één van de eerste steden waar slachtoffers vielen. Haar ogen glinsteren als ze praat over de kinderen die ze vandaag onder haar vleugels heeft. Ze geeft les, zet mee culturele activiteiten op poten, richtte dit jaar een toneelgroep op en zal straks met dezelfde trots in haar ogen kijken hoe ‘haar’ kinderen Oekraïense liedjes zingen in de tuin na de misviering in de Sint-Baafskathedraal. Olena straalt warmte en hoop uit, terwijl het leven niet lief voor haar is geweest. Vóór de oorlog in haar thuisland was ze al veertig jaar actief als lerares Engels. Ze gaf lezingen aan de universiteit en begeleidde andere leerkrachten. Ze was gescheiden en woonde in een appartementje. Ze had net plannen gemaakt om haar balkon te renoveren, keek er naar uit om er koffie te kunnen drinken. Het moest een lichtpuntje zijn na de dood van haar zoon. “Toen de tanks door de straat rolden, kreeg ik letterlijk geen adem meer. Je kan dat niet uitleggen. Ik moést weg. Oorspronkelijk zou ik na twee maanden terugkeren, maar vandaag ben ik hier nog.”

“Hoe het daar is momenteel? Ik kan het aan niemand meer vragen. Ik ben alleen op de wereld” – Olena Solodovnikova (66)

De mensen hier proberen zich zo goed mogelijk te integreren, maar Olena waakt er mee over dat ze hun roots niet vergeten. “Kinderen die drie, vier jaar waren toen ze hier arriveerden, spreken Nederlands, maar niet altijd Oekraïens. Terwijl het toch, net als de cultuur, een belangrijk onderdeel is van hun identiteit. En daar hoort ook onze nationale feestdag bij, die we vieren met een concert en een fototentoonstelling. Een paar jaar geleden marcheerden we door Gent met een groot spandoek om de Belgen te bedanken, want we zijn écht blij met de manier waarop ze ons hebben opgevangen. De warmte die we hier hebben gevoeld… ongelooflijk.” Terugkeren naar Oekraïne lijkt geen optie meer voor Olena. “De straten en mijn appartement zijn verwoest. Mijn pensioentje is te klein om daar te overleven. Hoe het daar is momenteel? Ik kan het aan niemand meer vragen. Ik ben alleen op de wereld. Daarom besloot ik ook om te vertrekken. Misschien zie ik nooit meer het graf van mijn zoon.” (stil) “Ik weet ook niet of ik nog terugwil. Ik heb dit jaar beslist om hier te blijven. Eén ding heb ik geleerd: dat je hele leven kan veranderen in één minuut. Maar je moet verder.”

In het nooddorp in Oostakker wonen nog zo’n honderdvijftig gezinnen. Eind dit jaar komt een einde aan de tijdelijke woonoplossing, maar terugkeren is voor veel Oekraïners niet altijd een logische oplossing. (foto Christophe De Muynck)
In het nooddorp in Oostakker wonen nog zo’n honderdvijftig gezinnen. Eind dit jaar komt een einde aan de tijdelijke woonoplossing, maar terugkeren is voor veel Oekraïners niet altijd een logische oplossing. (foto Christophe De Muynck)

Vrije mensen

Ook Olha Yakavlieva (42) uit Odessa zag haar leven overhoop gegooid worden. De spanning is nog steeds op haar lijf te zien. Als het gaat over haar zoontje, verbijt ze haar tranen. “Ik ben hier sinds een tweetal maanden. Mijn man en ons zoontje zijn hier sinds een jaar. Ik bleef in Oekraïne om voor mijn zieke vader te zorgen. Af en toe kwam ik naar hier om mijn gezin te zien, en we hoorden elkaar veel, maar als je belt en je zoontje vraagt ‘waarom ik niet naar hem kom’, dan is dat heel moeilijk.”

Hoewel de mensen in het nooddorp trots zijn op hun vaderland, ligt hun focus vooral op het welzijn van hun geliefden: “Ik ben hier sinds een tweetal maanden”, zegt Olha Yakavlieva (42). “Mijn man en ons zoontje zijn hier sinds een jaar. Ik bleef in Oekraïne om voor mijn zieke vader te zorgen.” (foto’s Christophe De Muynck)
Hoewel de mensen in het nooddorp trots zijn op hun vaderland, ligt hun focus vooral op het welzijn van hun geliefden: “Ik ben hier sinds een tweetal maanden”, zegt Olha Yakavlieva (42). “Mijn man en ons zoontje zijn hier sinds een jaar. Ik bleef in Oekraïne om voor mijn zieke vader te zorgen.” (foto’s Christophe De Muynck) © Christophe De Muynck

Maar dit weekend viert ze feest. “Onze onafhankelijkheid vieren is heel belangrijk. Sinds 1991 (toen de onafhankelijkheid werd uitgeroepen, red.) is er veel veranderd: mensen kregen meer kansen voor opleidingen en om een zaak op te starten. Sindsdien voelt iedereen zich vrij. De laatste jaren is die dag nog belangrijker geworden, omdat we dan écht kunnen tonen dat we een mooi land zijn met vrije mensen. Dat willen we vieren.”

De toekomst is momenteel onduidelijk voor haar gezin. “Terugkeren is moeilijk. Ik zie het ook niet meteen goed komen. Ginder werkte ik als jurist en hadden we een goed leven. Hier wordt dat moeilijker. Vanaf september ga ik Nederlands studeren. Ik bak heel graag taarten, dus misschien kan ik intussen ergens in een bakkerij aan de slag. Hoe het écht met mij gaat?” (slikt) “Het lastigste is je familie achterlaten. Maar ik ben dankbaar voor deze plek. We zijn veilig hier. Ik ben hier bij mijn gezin, en bij hen ligt mijn toekomst. Zij zijn het allerbelangrijkste.” (door Bert Vanden Berghe)

Coördinator Ilse Dutry: “Meerderheid blijft in België”

Begin dit jaar werden de bewoners van het nooddorp ingelicht dat ze op zoek moesten naar een nieuwe woonoplossing. “Van zij die ondertussen verhuisden, blijft de meerderheid in België”, weet coördinator Ilse Dutry, die werkt op het departement Welzijn en Samenleving aan de stad Gent en die ter plaatse actief is. “Ze blijven niet noodzakelijk in Gent. Sommigen zoeken hun familie op in andere steden of landen in de hoop daar een nieuw leven op te bouwen.”

Tot eind juni was er nog een instroom van nieuwe Oekraïense vluchtelingen. Het merendeel van de huisjes is vandaag nog bezet, maar wekelijks vertrekken er mensen. Het gros van de mensen zijn alleenstaande mama’s met kinderen. Een vierde van alle bewoners is minderjarig. “Je kan het nooddorp vergelijken met een doorsnee wijk”, aldus Ilse. “Er is een hele goeie cohesie, ook met de omgeving. De vzw De Kromme Boom, de buur van het dorp, stond een deel van haar landbouwgrond af om samen een moestuin op te zetten.”

In het dorp, waar ook een 30-tal dove Oekraïners werden ondergebracht, worden vriendschappen gesmeed en activiteiten georganiseerd. De bewoners zetten zelf danslessen, yogasessies en huiswerkbegeleiding op poten. “Tegelijkertijd beseffen ze ook dat dit geen definitieve oplossing is. Je voelt ook dat hun thuisland nooit ver weg is. Van zodra daar iets gebeurt, voel je de spanning stijgen. De onzekerheid is groot, zeker nu ze moeten beslissen waar ze een nieuwe thuis willen. Ik wil niet veralgemenen, maar wat opvalt is dat het een heel fier volk is, met veel sterke persoonlijkheden die ook veeleisend zijn voor zichzelf. Ze willen het op alle fronten goed doen, en zijn dan ook heel dankbaar en respectvol naar ons toe.” (BVB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier