Simon Mignolet over het leven van een profvoetballer:“Het is een wereld vol haaien, ik heb daar vrede mee”

“Ik huil zelden, maar na die botsing ben ik in het ziekenhuis in tranen uitgebarsten. ‘Stop ermee’, zei mijn vrouw.” Tijdens een wandeling in zijn achtertuin vertelt Simon Mignolet, lid van de ‘Gouden Generatie’, over de mooie en lelijke kanten van het voetballersleven. De rijzige doelman doet enkele opmerkelijke bekentenissen. Was het voetbal niet gelukt, was hij wellicht militair geworden. Theo Francken, lees je mee?

Westkapelle, deelgemeente van het mondaine Knokke-Heist. Het is al enkele jaren dat de Mignolets hier in een mooie buitenwijk wonen. In de zomer van 2019 verruilde de Limburger – sorry, Truienaar – het legendarische Liverpool FC voor Club Brugge. De Merseyside in Engeland voor West-Vlaanderen. Een transfer die ook op menselijk vlak geslaagd is, zegt Simon Mignolet. “Het leven in België is aangenamer. Het niveau van een goede brasserie hier is daar een toprestaurant. Maar het leukste is natuurlijk dat we dichter bij vrienden en familie wonen.”

We gaan wandelen in de groene omgeving. Zoiets was trouwens not done in Liverpool, voegt hij eraan toe. “Daar kan je als voetballer niet ongestoord buitenkomen. De mensen worden gek. Je wordt heel de tijd aangeklampt. Hier in Knokke, maar eigenlijk in heel België, zijn de mensen niet snel onder de indruk. De heldenstatus die voetballers daar krijgen, kennen wij niet. En maar goed ook. Ik ben deze ochtend naar de supermarkt gegaan. Zelfs dat was daar onmogelijk.”

Na zijn carrière keert het gezin terug naar Sint-Truiden, zegt hij. “Om nóg dichter bij vrienden en familie te wonen. Jasmien (zijn vrouw, red.) en ik zijn heel erg gehecht aan onze roots. Je kan de Truienaar nooit uit mij halen.” (lacht)

Vaderschap en topsport

Mignolet is zomers gekleed: bootschoentjes, kort shortje, sobere polo. Zijn bruine benen verraden dat hij met vakantie is geweest. Drie weken Spanje met vrouw en kinderen, de streek rond Valencia, waar hij een buitenverblijf heeft. “Wat ik daar zoek? Heel simpel: tijd voor het gezin. De kinderen zijn nu drie en vijf jaar. Als ze schoolplichtig zijn, kunnen we dit niet meer doen. Dat is het nadeel van onze kalender, dat de vakantie altijd in de maand juni valt.”

“Ik huil zelden, maar na die botsing ben ik in het ziekenhuis in tranen uitgebarsten. ‘Stop ermee’, zei mijn vrouw”

Topsport en vaderschap is niet altijd een geslaagde combinatie, werp ik op. Een topsporter is bijna per definitie egoïstisch en vooral bezig met het eigen lichaam en rust. Hoe ervaart Mignolet dat? Hij denkt even na. “Het is zeker niet makkelijk – vooral omdat je nooit iets kan plannen. Wij kennen geen weekends, dus je kan de kinderen nooit een uitstapje beloven. Egoïstisch is misschien overdreven, maar het is wel zo dat je na een training aan je rust moet denken. Dat gaat ten koste van de tijd en energie die je aan je gezin wil geven. Je moet dikwijls neen zeggen.” Dat wil niet zeggen dat hij elke avond op zijn luie krent in de zetel hangt, benadrukt hij. “Mijn vrouw werkt intussen ook weer deeltijds, dus zij kan niet alles alleen doen. Ik doe de kinderen naar school, de boodschappen en verder de typisch mannelijke taken: de tuin, de vuilzakken buitenzetten… ”

“Ik wil zeker niet te vroeg stoppen.” (foto Christophe De Muynck)
“Ik wil zeker niet te vroeg stoppen.” (foto Christophe De Muynck)

Hij stopt plots met wandelen. “Wacht, ik ben niet zeker waar we zijn. Ik kijk even op mijn telefoon waar we naartoe moeten, zodat we niet verloren lopen.” Ik schrik. Weet hij de weg niet in zijn achtertuin? Hij ziet mijn verbazing en lacht. “Ik was blij dat je een wandeling voorstelde, want wij vinden zelden de tijd daarvoor. Weet je dat ik nog nooit in het Zwin ben geweest? Triestig, hè. Nochtans gaan we graag wandelen. In Spanje hebben we wel enkele mooie tochten gemaakt.”

Clichés

Tijd voor een eerste cliché: dat voetballers een luxeleven leiden. Is dat zo? “Ik ga niet akkoord. Het is een mooi leven. Ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken en ik word daar rijkelijk voor betaald. Daar ben ik dankbaar voor. Ik ben met mijn gat in de boter gevallen, besef ik. Maar je moet dat wel zelf afdwingen. Dat heeft veel opofferingen gevraagd. Een studentenleven bijvoorbeeld: niet gekend. Zatte avonden op kot: niet meegemaakt. Pukkelpop: nooit naartoe geweest. Zoals ik daarnet zei: je moet veel neen zeggen, ook tegen leuke dingen. Maar ik heb daar geen spijt van, want deze keuzes hebben mij gebracht tot waar ik nu sta.”

Tweede cliché: dat een wereld waarin zoveel geld omgaat, altijd fucked up is. Mignolet denkt opnieuw goed na. “Het is een wereld vol haaien, dat klopt. Weet je van wie ik veel geleerd heb? Van Roland Duchâtelet, die vroeger voorzitter van Sint-Truiden was. ‘Als je zaken doet, mogen emoties geen rol spelen’, zei hij. Voetballers waren handelswaar voor hem. Ik heb er vrede mee dat het zo werkt. Of ik ook een haai ben? Als je twintig jaar meedraait, moet je ook zelf een haai zijn. Je moet de grootste haai willen zijn. (lacht) Neen, dat is overdreven, maar je moet wel een dik vel hebben en je ellebogen durven zetten. Maar is dat niet overal zo?”

Wapens en bloesems

Simon Mignolet is opgegroeid in bloesemdorp Brustem, deel van Sint-Truiden. Vader was mecanicien bij het leger, moeder lerares. Hij heeft één oudere broer, met wie hij vandaag de koffiebar Twenty Two Coffee runt. “Een warm en standvastig gezin”, zegt hij. “Voetballer worden was altijd mijn droom. En als dat niet zou lukken, wou ik het leger in, zoals mijn vader. Toen ik zestien was, speelde ik met het idee om naar de militaire school in Brussel te trekken. Maar omdat ik toen al toekomst zag als doelman, heb ik dat toch maar niet gedaan.”

Dat Defensieminister Theo Francken nog altijd volk zoekt voor zijn leger, zeg ik. Mignolet lacht luid. “Daar nu nog aan beginnen, lijkt me wat laat. Zou ik zelfs nog door de testen geraken? Ik denk dat niet. Maar het blijft me fascineren. Kijk naar wat er gebeurt in de wereld. Of ik bang ben? Helemaal niet. Het is niet de eerste keer dat een oorlog zo dichtbij komt. We lijken allemaal vergeten dat er in de jaren negentig ook oorlog was in de Balkan. Oké, wereldleiders zoals Trump en Poetin zijn speciale heren, maar was het ooit anders?”

Ook politiek en geschiedenis boeien hem, zegt hij. Dat is de reden waarom hij een bachelor politieke wetenschappen behaalde. Of zoiets een thema is in de kleedkamer, wil ik weten. Hij grijnst even. “Neen, de meeste jonge gasten zijn daar niet mee bezig. Waarmee ik niet wil zeggen dat ik geen jonge gast meer ben.”

Kapsones en uitspattingen

Mignolet lijkt een atypische voetballer. Hoger diploma. Geen kapsones en uitspattingen die in de krant komen. Nog altijd samen met zijn jeugdlief. Een brave huisvader. Honkvast. Is hij een atypische voetballer? “De vraag is: wat is een typische voetballer? De mensen denken dat dat de voetballers zijn die met uitspattingen in het nieuws komen. Dat is niet zo. Dat zijn de uitzonderingen. Helaas krijg je dat beeld niet gekeerd. Als je voetballer bent, krijg je een stempel. Je raakt dat niet meer kwijt. Je daartegen verzetten, heeft zelfs geen zin. Nu goed: wat je zegt, klopt wel. Mijn profiel is ook een uitzondering, maar dan aan de andere kant.”

Een duik in de tijd

Mooiste reisbestemming? “De Westkust van Amerika. Een roadtrip met de auto, Jasmien en ik. Het is al enkele jaren geleden – nog voor de kinderen geboren waren. Het leven daar spreekt mij heel erg aan. De steden zijn indrukwekkend mooi.”

Meest memorabele festival? “Tomorrowland, omdat dat het enige festival is waar ik ooit naartoe ben geweest. Twee dagen. Leuk, maar zwaar. Twee dagen rechtstaan, ik voelde dat daarna wel.”

Meest gênante vakantiemoment? (blaast) “Moeilijke vraag. Als doelman mag je niet snel beschaamd zijn, want je maakt je onvermijdelijk soms ‘belachelijk’ voor een grote menigte. (denkt na) Eentje misschien. We waren op reis in Turkije – al heel lang geleden. Ik amuseerde mij zo erg op een glijbaan, dat mijn zwembroek achteraan gescheurd was. Ik had dat niet door. Gelukkig werd ik toen nog niet herkend.” (lacht)

Ik wil weten wat zijn geheim is: hoe hou je je voetjes op de grond als je overal als vedette onthaald wordt? Mignolet wijst naar zijn opvoeding, karakter, verstand én… nevenactiviteiten. “Ik was altijd meer dan een voetballer. Eerst mijn studies, daarna mijn koffiebar, in september begin ik een cursus sportief directeur bij de voetbalbond: deze afleidingen zorgen ervoor dat je de voeling met de realiteit niet verliest. Weet je waar ik ook dankbaar voor ben? Dat ik het gewone secundair heb kunnen volgen. Vandaag worden vijftienjarigen naar een topsportschool gestuurd, waar je alleen contact hebt met kinderen van dezelfde bubbel. Zo leer je het echte leven niet kennen.”

Hersenschudding

Het valt mij op dat Mignolet zakelijk en nuchter praat. Wat hij zegt, is beredeneerd, maar ook vanuit het hart. Als hij marsorders heeft gekregen van zijn club, weet hij deze goed te verbergen. Dat hij sportief directeur zou worden na zijn carrière, zou me niets verbazen. Eén keer nemen de emoties toch de bovenhand. Met name nú, als ik Boudewijn de Groot neurie. Als ie maar geen voetballer wordt, ze schoppen hem misschien half dood. Mignolet werd dit voorjaar bewusteloos van het veld gedragen na een zware botsing. Zet zoiets hem aan het denken? Hij wikt zijn woorden.

“Ik ben met mijn gat in de boter gevallen, ik besef dat. Ik ben daar dankbaar voor”

“Het was niet de eerste keer – ik had al vier keer een hersenschudding. Maar nu… (stil) Als je twee kinderen hebt, ga je toch eens nadenken over je toekomst. Toen ik daar in het ziekenhuis lag en ik zag Jasmien zitten naast mijn bed… Ik huil zelden, maar toen ben ik in tranen uitgebarsten. Gelukkig had ze de botsing niet live gezien. Ze was thuis met de kinderen bezig. Toen iemand haar kon bereiken, was ik alweer bij bewustzijn.” Wat zijn vrouw dan zei, vraag ik, toen ze daar aan zijn ziekenhuisbed zat. Stop ermee? Mignolet kijkt me aan. “Dat is inderdaad letterlijk wat ze zei. Ik heb daar niets op gezegd. Je kan daar ook niets op zeggen. (zwijgt) Dat is de emotie van het moment. Vandaag is dat wat gaan liggen – gelukkig. Ook bij mij. In een wedstrijd blijft daar niets van hangen.”

Niet te vroeg stoppen

In maart is Simon Mignolet 37 jaar geworden. Pensioenleeftijd voor een voetballer. Hoe ziet hij dat zelf? Hij blaast even. “Dat is nog niet voor morgen, hoor. Ik wil zeker niet te vroeg stoppen. Zolang je goed kan presteren en je fysieke en mentale goesting voelt, wil ik doorgaan. En honger natuurlijk. (benadrukt) Ik heb al veel gewonnen bij Club, maar nog niet alles: die tweede ster op het shirt (de twintigste titel, red.), de dubbel, dat zijn dingen om voor te spelen. Ik heb nog één jaar contract. Wat daarna komt, durf ik niet te zeggen. Ik heb daar weinig controle over. Maar ik hoop dat ik nog enkele jaren aan de top kan spelen. Wat ik niet wil doen, is afzakken naar lagere ploegen. Daar was mijn carrière te mooi voor.” Wat als hij plots op de bank zou belanden? Hoe zou hij dan reageren? “Daar zou ik het moeilijk mee hebben. Ik denk dat niemand het leuk vindt om op de bank te zitten.”

Wat opvalt, is dat hij slechts voor vier ploegen gespeeld heeft: STVV, Sunderland, Liverpool en Club. Wat zou dat willen zeggen? “Dat ik overal gewaardeerd word, zeker? En dat ik weloverwogen keuzes heb gemaakt. Alhoewel: als ik nu terugblik, denk ik dat ik na STVV beter eerst naar een topploeg in België of Nederland was getrokken. PSV was geïnteresseerd. Dat zou mij beter voorbereid hebben op een topploeg zoals Liverpool. Nu trok ik naar de absolute top zonder ooit voor de prijzen gespeeld te hebben. Dat gebrek aan ervaring heb ik gevoeld.”

Ook opvallend: wat hij wil doen na zijn carrière, weet hij wel al. “Je bereidt je daarop voor, omdat je niet in een zwart gat wil vallen. Idealiter ga ik verder in het voetbal, want daar ligt mijn expertise. Het zou dom zijn om twintig jaar ervaring aan het rioolwater mee te geven. Maar goed: dat is dus niet voor morgen.”

Een vriendengroep

Het palmares dat de Truienaar verzameld heeft, is uitzonderlijk: een Champions League met Liverpool, vier titels en een beker met Club, een Gouden Schoen. Hij was ook deel van de Gouden Generatie die brons pakte op het WK 2018. Hoe hij op deze episode terugblikt, wil ik nog weten. “Het EK van 2016 in Frankrijk had beter gemoeten. We werden daar uitgeschakeld door Wales. Oké, er waren veel geblesseerden, maar ik vond ook dat de voorbereiding en de aanpak ter plekke niet goed genoeg waren. Het WK van 2018 hebben we veel beter aangepakt. In de halve finale eruit tegen Frankrijk, de latere winnaar: daar kan je mee leven. Ik ben dankbaar dat ik die periode heb mogen meemaken. Dat was een groep vol straffe voetballers, maar het was óók een vriendengroep. Dat maakte het zo mooi. Het is spijtig dat ze een na een stoppen. Confronterend ook.” (grijnst)

We staan terug aan zijn woning. Dat er naast mij een contente mens wandelt, zeg ik. Niet uitbundig, gewoon content. Hij knikt. “Ik mag mij gelukkig prijzen met het leven dat ik tot nu toe heb gehad. Zoals ik zei: met mijn gat in de boter gevallen.” (glimlacht)

“Ik wil zeker niet te vroeg stoppen.” (foto Christophe De Muynck)
“Ik wil zeker niet te vroeg stoppen.” (foto Christophe De Muynck)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier