HASSELT – Vijf Vlaamse provincies, vijf hoofdsteden, vijf burgemeesters: naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober brengen wij die in kaart. We praten met de burgemeester en tonen de uitdagers. Vandaag: Hasselt en Nadja Vananroye (CD&V). De uitdagers krijgen één vraag voorgeschoteld: waarom zou u de beste burgemeester zijn?

De 45-jarige Vananroye is twee jaar geleden in woelige tijden burgemeester geworden. Hilde Claes van coalitiepartner Helemaal Hasselt (lijst van sp.a en Groen, Claes is sp.a, red.) werd na enkele schandalen, onder andere over aanbestedingen, aan de kant gezet. CD&V-voorzitter Wouter Beke wou Vananroye als opvolger. “In tijden van crisis zoekt men iemand die rust kan brengen. Ik weet hoe dat moet, ik heb twintig jaar managementervaring. Ik was ook voorzitter van het OCMW. Dus ik voelde die vraag wel aankomen. Ik heb niet getwijfeld. Deze kans kan je niet laten passeren.”
Wat was voor uw partij de druppel om niet verder te werken met Claes?
Wij hebben die beslissing niet genomen. Háár partij wou niet verder met haar. Wij hebben wel op tafel geklopt: ‘wij gaan nu de burgemeester leveren’.
Heeft uw partij overwogen te breken met sp.a?
We hebben elke optie overwogen. Maar de problemen hadden vooral met de figuur te maken, minder met de partij.
Hoezeer wegen die schandalen op de stad?
(resoluut) Niet. Dat is niet meer aan de orde. De Hasselaar wou vooral rust na de chaos. Wat toen gebeurde, was voor niemand leuk. Ik heb die eerste maanden vooral geïnvesteerd in openheid en vertrouwen. Dat is gelukt. Ik durf zeggen dat wij niet gaan afgestraft worden voor wat er gebeurd is.
“Ik durf zeggen dat wij niet
gaan worden afgestraft
voor wat er gebeurd is.”
Hebt u uw stempel al écht kunnen drukken op het beleid?
Te weinig wellicht. Twee jaar is te kort. Je hebt minstens zes jaar, en eigenlijk zelfs twaalf jaar, nodig om je stempel echt te drukken. Ik kan wel verschillende dossiers opnoemen waar ik persoonlijk een verschil heb gemaakt. Het station is één daarvan.
Een heikel dossier.
(knikt) Ik heb het heft in handen genomen. Dat is te weinig gebeurd in het verleden. Ik ben met CEO Sophie Dutordoir aan tafel gaan zitten. Intussen heeft de NMBS zestien miljoen euro toegezegd voor werken in kader van veiligheid en comfort. Ik onderhandel ook over nieuwe treinverbindingen naar Antwerpen. Die zijn zéér belangrijk voor de ontsluiting van heel Limburg. We voelen ons op dat vlak onheus behandeld vandaag.
Vindt u ook, net als veel Limburgers, dat uw provincie stiefmoederlijk behandeld wordt door Brussel?
Ja. Je ziet dat aan de verdeling van de middelen. Hoe dat komt? Ik weet dat niet. Is dat onze aard? Zijn wij te bescheiden? Dat kan zijn. We mogen daar meer op inzetten.
Eens harder op tafel kloppen?
Ja, wellicht wel. Dat gaat niet alleen over middelen trouwens. Wij hebben het zeer moeilijk met de dreiging om de provincies af te schaffen. Limburg wil dat niet.
U zit niet in het federaal of Vlaams parlement. Is dat geen handicap?
Dat kan. Maar ik denk niet dat dat te combineren is. Burgemeester zijn van een centrumstad, is een voltijdse job. Ik ben heel duidelijk: Hasselt is mijn ambitie. Als ik burgemeester mag blijven, ga ik ook volgend jaar niet naar het parlement. Je kan ook het verschil maken op bovenlokale dossiers zonder in Brussel te zetelen. Ik bewijs dat vandaag met het station. Bovendien hebben wij met Wouter Beke en Jo Vandeurzen al invloedrijke kopstukken in Brussel.
“Als ik eens mag dromen,
dan zou ik de Demer graag openleggen in de stad.”
Wat is uw voornaamste verwezenlijking van de voorbije twee jaar?
Als u een concreet dossier bedoelt, dan zeg ik het Begijnhof. Men wou dat een private bestemming geven. Toen de Hasselaar liet voelen dat dat niet kon, ben ik als bemiddelaar opgetreden. Het Begijnhof is namelijk eigendom van de provincie. We zijn erin geslaagd een andere bestemming door te drukken. De nieuwe site zal publiek toegankelijk blijven. De ontwikkeling gebeurt in samenwerking met de universiteit.
Waarin bent u niet geslaagd?
Ik wou een constructieve dialoog met de oppositie. Dat is niet gelukt. Ik ben vooral in N-VA ontgoocheld. Zij gaven aanvankelijk de indruk wél in dialoog te willen gaan.
Wat is de grootste uitdaging voor de volgende legislatuur?
De bevolking van Hasselt groeit, zoals ik al zei. We moeten erover waken dat andere domeinen meegroeien. Ik denk aan levenskwaliteit, betaalbaar wonen, mobiliteit, onderwijs, noem maar op. Elke Hasselaar moet het goed hebben. Mijn insteek in de politiek is: iedereen inbegrepen. Elke beslissing die ik neem, toets ik daaraan af. Dat is vaak een verschil met anderen aan tafel.
Hebt u een voorakkoord met het rood-groene kartel?
Neen. Die vraag heb ik al vaak beantwoord.
Was dat geen deel van het pakket toen u burgemeester werd?
Opnieuw: neen. We zaten toen in crisis. We wilden wel verder met elkaar, maar we wilden ook kunnen evalueren of dat nog zou lukken. Vandaag kan ik zeggen dat de samenwerking positief geëvolueerd is.
Ziet u een coalitie met N-VA mogelijk?
Ik zie een coalitie met elke partij die positief en constructief is.
Ook met Vlaams Belang?
Neen. Die partij sluit ik uit. Die vraag zal zich ook niet voordoen. Hasselt heeft geen traditie van extreme partijen.
Om af te sluiten: op wat bent u jaloers van de andere provinciehoofdsteden?
Op het water in de stad van Gent. Dat draagt bij tot de warmte en de gezelligheid van een stad. Wij hebben ook de Demer, maar die loopt in buizen onder de stad. Als ik eens mag dromen, dan zou ik die rivier graag open leggen in de stad.
De uitdagers van Nadja Vananroye:
Steven Vandeput (N-VA):

Hans Similon (Open Vld):
“Ik zou het kathedraal-denken introduceren in Hasselt. Bouwheren die in vorige eeuwen opdracht gaven om een kathedraal te bouwen, wisten dat noch zij 
Marc Schepers (Rood Groen + Hasselt):

Frank Troosters (Vlaams Belang):

(foto’s belga)