Steeds meer land- en tuinbouwers zetten in op rechtstreekse verkoop op de boerderij. De voorbije twee jaar kregen 324 bedrijven financiële steun voor het opstarten van een hoevewinkel.
Uit cijfers van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) blijkt dat er vorig jaar 175 hoevewinkels bij kwamen in Vlaanderen, in 2023 ging het om 149 nieuwe initiatieven. Het VLIF keerde hen de voorbije twee jaar 5,5 miljoen euro investeringssteun uit. Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) juicht deze evolutie toe en ziet hoeveverkoop als een belangrijke hefboom om de kloof tussen boer en burger te verkleinen. “De aandacht voor lokale voeding is sterk gegroeid en de consument heeft de boer om de hoek herontdekt als een belangrijke schakel in onze voedselautonomie”, reageert de minister. “De korte keten biedt land- en tuinbouwers meer prijsvrijheid en direct contact met de consument, waardoor ze ambassadeurs worden van hun eigen sector. Daarom blijven we inzetten op ondersteuning en werken we drempels verder weg.”
Met liefde gemaakt
Bjorn Verstraete en Yasmine Vandenberghe, eigenaars van een boerderij met 120 melkkoeien en 70 kalveren, openden drie weken geleden hun hoevewinkel in Nieuwpoort. “We zijn allebei dol op het boerenleven”, vertelt Yasmine. “Over een periode van vijf jaar hebben we een landbouwbedrijf overgenomen. Landbouw alleen biedt echter niet altijd een zeker inkomen, dus beslisten we om met een hoevewinkel te starten. Bovendien zijn we allebei gepassioneerd door pure producten en willen we mensen laten genieten van voeding die met zorg en liefde is gemaakt.”
Collega-boeren
“Naast onze eigen producten bieden we in onze hoevewinkel ook vlees, kaas, zuivel en groenten en fruit van collega-boeren aan”, vervolgt Yasmine. “We zijn pas gestart en de zaken gaan goed. Het is ook fijn om de reacties van de klanten te zien. Zij komen echt naar onze winkel omdat ze lokale voeding willen kopen. Heel vaak krijgen we dan ook de vraag waar een bepaald product vandaan komt. Vers, lokaal en smaak zijn drie begrippen die we hoog in het vaandel dragen en die we graag combineren in onze hoevewinkel.”