GENT Voor een keer praten we met Stijn Baert niet over werk en centen. Wel over het meest heuglijke dat de mediagenieke professor ooit overkwam: vader worden. Daarom noemt hij 2025 het mooiste jaar uit zijn leven. Al neemt het gesprek al snel een intieme, maar pijnlijke wending. Over zijn vader …

Een uniek gesprek vraagt een unieke setting. We gaan daarom dwalen in het monumentale Plateaugebouw van de Gentse universiteit. Net voorbij de rijkelijk versierde inkomhal wijst Stijn Baert (42) een wakke muur aan, waar drie drank- en snoepautomaten staan. “Aan die muur hingen vroeger de examenresultaten. Na de eerste examenperiode kwam ik met een bang hartje kijken. Bleek dat ik voor alles een A had. Ik heb zelfs navraag gedaan of dat wel klopte. Daarna heb ik mij nooit meer zorgen gemaakt en kon ik mij toeleggen op het studentenleven.” Hij lacht.
In de eerste gang waar we wandelen, wemelt het van de studenten. Enkelingen kijken op als de bekende professor voorbijkomt. Hij vertelt enthousiast dat hier, in deze gebouwen, zijn tweede leven is begonnen. Zijn mooiste leven. “De eerste keer dat ik hier kwam, was ik 17 jaar. Een Wiskunde Olympiade. Ik wist meteen: hier moet het gebeuren voor mij. De sfeer, het decorum, de inhoud.”
Een jaar later schreef hij zich in voor de opleiding burgerlijk ingenieur. We passeren het auditorium waar hij zijn eerste lessen kreeg. Hij vertelt dat hij twee keer per jaar doorheen universiteitsgebouwen wandelt. Een keer in de zomer, een keer in de winter. In zijn eentje. Om na te denken. “De conclusies van die beschouwingen giet ik neer in drie Excel-kolommen.” Hij is bloedernstig. Maniakaal bezig met statistieken: dat is Stijn Baert ten voeten uit. Ik kan een glimlach niet onderdrukken.
De zoektocht van het jaar
We beklimmen een trap naar een hogere verdieping. Of hij in deze periode toch niet liever op een kerstmarkt wandelt, vraag ik hem. “Neen”, zegt de professor die aan het Baudelopark woont. “Een kerstmarkt is te druk en te onoverzichtelijk voor mij. Bovendien vind ik dat niet zo mooi. (even stil) Als je mij bezig ziet op televisie, zou je misschien het tegendeel vermoeden, maar ik ben heel introvert van aard. Ik hou niet van spontane ontmoetingen, omdat ik niet goed weet hoe mij te gedragen.” Door een hoog raam tuurt hij naar buiten. Ik voel dat hij zijn woorden wikt en weegt.
Dan zegt hij: “Dat was de zoektocht van het jaar.” Hij vertelt dat hij hulp heeft gezocht bij zijn psychologe. “Omdat ik voelde dat het sociaal bergaf ging. Omdat ik dichtklapte, zelfs bij mensen die goed zijn voor mij.” Hij zegt dat de therapie hem een belangrijke les heeft geleerd. “Het sterkste wat ik ooit gedaan heb, is later mijn zwakte geworden. Toen ik 15 was, ben ik gestopt met spreken tegen mijn vader. Door te zwijgen, kon ik hem, die sterke man, blijkbaar raken. Helaas ben ik dat zwijgen blijven gebruiken als valse beschermer. Als ik angst voel voor afwijzing, klap ik dicht.”
Ik word stil van wat hij zegt. “Ik had niet gedacht dat we nu al zo diep zouden gaan”, glimlacht hij voorzichtig. “Vroeger was ik kwaad op mezelf als ik dichtklapte. Nu ik weet vanwaar het komt, kan ik milder zijn. Ik weet dat mijn diepe angst voor afwijzing, voor mensen die laatdunkend doen, met hem te maken heeft.” Hij benadrukt het belang van zijn therapie. “Mijn psychologe heeft me al verschillende keren gered van verdrinking. Ik zie het als mijn plicht om het taboe daarover te doorbreken.”
De dood van zijn vader
Als de fotograaf wenkt om enkele portretten te nemen, verleg ik het gesprek naar zijn jeugd. Of het zijn kinderdroom was om professor te worden, wil ik weten. “Nee, ik wou apotheker worden. Omdat ik graag experimenteerde met potjes en tubes in onze badkamer.” Hij lacht. “Al was het ergens ook wel voorbestemd, denk ik. Als kleine kleuter kon ik al heel goed tellen. Zo goed zelfs dat ouders van andere kinderen mij het koosnaampje ‘de professor’ gaven.”
“De Wever regeert op de typisch Belgische manier. Finaal laat hij het systeem onveranderd”
Stijn Baert is opgegroeid in het landelijke Waasmunster. “Behalve het feit dat daar drie zonenummers zijn, valt daar weinig over te vertellen. Ik had een zeer liefhebbende moeder, tot op vandaag. Ik was een mama’s-kindje. Maar helaas ook een afwezige vader. Een uit de kluiten gewassen man, dat wel. Een zelfstandige.” Hij is gestorven toen Stijn Baert 17 was. Zelfdoding. “Ik voelde heel weinig bij zijn dood, want wij hadden geen band met elkaar. Er waren thuis te veel dingen gebeurd die niet oké waren.” Weet hij waarom zijn vader uit het leven stapte, vraag ik hem. “Ik denk omdat er brokken kwamen in de schone schijn. Zijn zoon die niet meer met hem sprak, een nakende echtscheiding. Daar kon hij als fiere man niet mee om.”

De professor is het voorbije jaar zelf vader geworden. Ik vraag of hij daardoor niet anders naar zijn vader kijkt. Hij blaast. “Neen, integendeel. Ik wil doen wat hij niet deed: zorg dragen voor mijn zoon, lief zijn voor mijn partner. Nu ik zelf vader ben, vind ik zijn gedrag nog onbegrijpelijker.” Kwam de afwijzing door zijn geaardheid, vraag ik. “Neen, want ik was een laatbloeier. Het is mij pas in deze gebouwen duidelijk geworden dat ik op mannen val. Natuurlijk… ik was een zachtaardig mama’s-kindje. Dat zal hem niet aangestaan hebben. (even stil) Ik heb mijn vader nooit gemist, ook nu niet. Ik heb wel een tijdlang gedroomd dat hij nog leefde. Als ik wakker werd, was ik opgelucht dat dat niet zo was.” De woorden komen zo nuchter uit zijn mond, dat ik hem geloof. Hij wil daar nog iets aan toevoegen. “Ik kan intussen wel begrijpen dat anderen hem missen. Misschien dat hij wel een goede broer of vriend was … “
Ondubbelzinnige liefde
We dwalen verder. Soms in muffe gangen. IJzeren rekken met stapels kartonnen dozen. Af en toe open ruimtes, waar studenten samen studeren. Over naar het mooie nieuws: het vaderschap. Zijn ogen fonkelen als hij vertelt over de kleine Pluk. “Het voorbije jaar was het mooiste uit mijn leven. Als je in de nabijheid bent van dat kleine wezentje, voel je zoveel geluk.” Hij zegt dat het vaderschap op een ideaal moment kwam. “Omdat mijn leven in een stabiele plooi is gevallen. Een eigen huis, een goede relatie, een vaste job. “En weet je wat zo speciaal is? Dat ik voor een keer geen controlefreak ben en amper angst voel. In de andere rollen die ik vervul, kan de lat niet hoog genoeg liggen, maar hier heb ik dat niet. Misschien omdat een kind het dichtst bij ondubbelzinnige verliefdheid aanleunt?”
“Het vaderschap is de rol van mijn leven. Voor een keer ben ik geen controlefreak”
Hij zegt dat het vaderschap de rol van zijn leven is. “Zelfs pampers verversen, vind ik leuk. Maar ik ben ook mijn man dankbaar. Het is de rol van mijn leven, dankzij hem. Terwijl hij in zijn andere rollen speelser is, is hij deze keer de perfectionist. Wij vullen elkaar perfect aan. (lacht) Ik heb maar één schrik, en dat is dat Pluk ziek zou worden. De eerste vier maanden droomde ik elke nacht dat ik hem aan het versmachten was. Vreemd, hè. Terwijl hij netjes volgens de regels van Kind & Gezin in zijn eigen bedje slaapt. Gelukkig werkt deze angst niet versmachtend.”
Hoe Pluk tot bij hen gekomen is, vertelt hij liever niet. Omdat dat behoort tot zijn privacy, zegt hij. “Maar ik heb wel altijd geweten dat het vaderschap zou lukken. Is het evident? Neen, dat niet. Wij kunnen niet op weekend gaan, daar voortdurend met elkaar slapen in de veronderstelling dat daarna een kind volgt.” Hij glimlacht.
Een lijstje met supporters
We zijn intussen een uur aan het wandelen – trappen op, trappen af – en we blijven maar nieuwe gangen ontdekken. De vloer met van die kleine mozaïeken ademt nostalgie uit. De uitpuilende houten kasten evenzeer. Een gesprek voeren met Stijn Baert biedt altijd stof om over na te denken. Geen smalltalk. Inhoud. Zomaar dingen eruit floepen, is niet aan hem besteed. Hij weet wat hij vertelt en wat niet. Zelfs als ik hem vraag wat kerst voor hem betekent, wikt hij zijn woorden.
“Dankzij mijn man heeft kerst betekenis gekregen. Vroeger vond ik dat vooral een donkere periode en ik hou niet van duisternis. Vandaag ben ik de eerste om te vragen: waar blijft die kerstboom? (lacht) Jens heeft ervoor gezorgd dat dat een gezellige periode is geworden.” Ik vraag hem of hij gelovig is. Hij zegt dat hij eerder onwetend is. “Tijdens de advent probeer ik wel wat bewuster te leven, wat minder te consumeren. Dat klinkt raar voor een economist, zeker?”

Vlaanderen heeft Stijn Baert de voorbije jaren leren kennen als expert arbeidsmarkt én expert biefstuk-friet. Of dat op zijn nieuwjaarsmenu staat, wil ik weten. “Niet op Nieuwjaar, wel op tweede kerst. Geluk is een verzameling rituelen. Op tweede kerst gaan wij altijd met ons tweetjes naar restaurant Regina in Westende, waar ze de beste steak serveren. Leuk weetje: na de geboorte van Pluk hebben we een lijstje gemaakt van zijn tien grootste supporters. De chef-kok van Regina was daar een van.” Een lijstje met supporters, Stijn Baert ten voeten uit. Ik val in herhaling.
Fier op de universiteit
Hij steekt zijn hoofd binnen in een aula met oude, houten banken. “Hier heb ik ooit mondeling examen gehad van Rik Van de Walle, tot voor kort onze rector.” Het brengt het gesprek bij het bewogen jaar van de Gentse universiteit. Petra De Sutter die de politiek verliet om hier rector te worden. De kritiek dat zij te woke zou zijn en de vrijheid van meningsuiting zou inperken. Baert wuift de kritiek weg. “De nieuwe rector werd fout begrepen in een interview en heeft dat meteen rechtgezet. Ik vind haar komst een goede zaak. Ik hoop en denk dat zij een nieuwe wind kan laten waaien en vooral: dat zij de fierheid kan terugbrengen.”
Dat deze fierheid de voorbije jaren een ferme knauw heeft gekregen, wijt Stijn Baert aan professoren die elkaar in het publieke debat aanvallen. “Wie mij kent, weet hoezeer ik hiermee in mijn maag zit. Oké dat professoren van mening verschillen. Dat mag. Maar de geloofwaardigheid van collega-UGenters ondergraven, dat vind ik not done.” Baert wijst onder meer naar collega’s die opriepen om filosoof Maarten Boudry te sanctioneren voor zijn kijk op Gaza. “Als wij zelf niet fier zijn op onze universiteit, kan je dan verwachten dat studenten en ouders dat zijn?”
Trump en De Wever
Stijn Baert kijkt op zijn horloge. We moeten bijna afronden. Het is zijn beurt om Pluk op te halen bij de crèche. Ik leg nog twee namen op tafel: Donald Trump en Bart De Wever. Omdat we het jaar 2025 niet kunnen neerleggen zonder deze twee leiders te noemen. Hoe kijkt Stijn Baert naar wat zij gedaan hebben? Te beginnen met de Amerikaanse president. “Ik ga iets heel stout zeggen. Als ik afstand neem van zijn beleid, en louter naar de mens kijk, dan moet ik soms zelf heel hard lachen. Het is zo absurd aan het worden. De manier waarop hij de loting voor het WK voetbal in handen nam… Soms kan ik zelfs begrijpen waarom die man zoveel mensen aanspreekt. Hoe hij zichzelf bejubelt, dat is heel Amerikaans. Trump staat symbool voor succes en de mensen hebben dat graag.”

En premier Bart De Wever tot slot, is dat de nieuwe Jean-Luc Dehaene? “Ik vind dat die vergelijking opgaat, ja. De Wever was ooit een Vlaams-nationalist die het systeem wou veranderen. Als premier is hij een even grote loodgieter als Dehaene in zijn tijd. Dat wil zeggen: enkele knopjes verdraaien, sommige koterijen afschaffen, andere weer invoeren, maar finaal het systeem onveranderd laten. De Wever regeert op de typisch Belgische manier.” Is hij nu al de beste premier van deze eeuw zoals sommigen zeggen? Baert: “Ja, maar vooral omdat de tegenstand zo klein is. Al wie hem voorafging, heeft meegewerkt aan de begrotingsput die hij moet dempen.”
We staan opnieuw in de inkomhal. Studenten trekken colablikjes uit de automaten. Stijn Baert moet vertrekken. Pluk ophalen. En daarna genieten van zijn vakantie.
Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be
De vragen van eindejaar
Wie was voor u de figuur van het jaar?
“Mag ik twee namen noemen? Een eerste: filosoof Patrick Loobuyck, die helaas niet zo heel erg bekend is. Wat mij het voorbije jaar opviel, was hoe beperkt de bandbreedte van het publieke debat vaak was. Over Gaza bijvoorbeeld. En over de kerststal in Brussel. Loobuyck is erin geslaagd die bandbreedte open te trekken. Een gezonde democratie heeft zo’n mensen nodig. Een tweede: Gert Verhulst. Omdat hij erbovenuit steekt, vind ik. Al wat hij doet, werkt. Bovendien blijft hij ondanks dat succes een heel normaal iemand. Het is niet meer dan terecht dat hij de carrièreprijs heeft gekregen bij De Kastaars.”
Wat mag ik u toewensen voor het nieuwe jaar?
“Als 2026 voor tachtig procent zo goed wordt als 2025, ga ik heel blij zijn. Ik ben al enkele jaren gespaard gebleven van ziekte en overlijden. Dat is toch altijd een angst. Ooit komen die dingen terug. Maar ik ben hoopvol. Mijn grootmoeder van 89 is recent op WhatsApp gesukkeld. Is dat niet geweldig?”