Tien jaar geleden leerde het land Zuhal Demir kennen. Een stomende fotoshoot in het parlement: meer was niet nodig om de natie in rep en roer te zetten. Vandaag is de Limburgse pasionara een vaste waarde in de regering. Al liep het vorige zomer bijna fout… In deze eerste aflevering van onze zomerreeks worden we op sleeptouw genomen in haar achtertuin. Een gesprek met een onstuimige, maar bevrijde vrouw en moeder.
“Had ik onderwijs niet mogen doen, dan was ik gestopt met politiek.” We zijn halfweg onze wandeling als Zuhal Demir, leading lady van N-VA, plots stilstaat en me scherp aankijkt. Haar woorden verrassen me. “Ik was er helemaal klaar mee. Altijd maar aanmodderen, al die ruzies. (zucht) Je wordt daar niet vrolijk van. Weet je waar ik mij vooral aan erger? Dat politici altijd vertrekken van het belang van hun achterban. Dat ben ik zó beu. Je doet toch aan politiek voor het algemeen belang? (even stil) Ik had voor mezelf uitgemaakt dat ik iets anders wou doen met mijn leven. Tenzij ik dus onderwijs kon krijgen. Omdat dat over de toekomst van onze kinderen gaat, het belangrijkste wat er is. Dat kan mij wel energie geven.”
Demir kreeg onderwijs en dus legde ze vorig jaar op 30 september toch opnieuw de eed af als minister in de Vlaamse regering. Hoe haar leven er in het andere geval zou uitzien, wil ze niet zeggen. “Ik wist wel wat ik wou doen, maar dat hier en nu zeggen, heeft geen zin, want het is anders uitgedraaid. Terug naar de advocatuur? Neen, dat niet. Het zou iets zijn met sociaal engagement en jongeren.”
Pispaal van de boeren
Flashback naar een uur eerder. De parking van natuurgebied De Maten in Genk, de stad waar Zuhal Demir geboren en getogen is en nog altijd woont. Ze heeft zonet het rapport van haar dochtertje Rozanne (7) opgehaald. “Alleen maar goede punten. Een bemerking wel: dat ze eigenwijs is. Van wie zou ze dat hebben?” Demir schatert het uit – de politica oogt fris en energiek. “Ik kom hier elke week minstens drie keer wandelen of joggen. Ik heb dat nodig om mijn hoofd leeg te maken. Dokters zouden veel vaker een kuur in de natuur moeten voorschrijven als iemand zich niet goed voelt. Kom, we gaan wandelen.” Ze wijst op het nieuwe bezoekerscentrum dat in aanbouw is: De Slagmolen. “Dat moet opnieuw een trefpunt worden voor bezoekers en verenigingen, net zoals het vroeger was.”
“Er zijn grenzen aan wat iemand aankan. Ik kon het niet meer aan. Overal waar ik kwam, was er protest”
De centen daarvoor zijn vorige legislatuur vrijgemaakt, toen Demir bevoegd was voor toerisme en omgeving. Vriend en vijand erkennen dat ze haar stempel heeft gedrukt op onze natuur: extra bos, nieuwe Nationale Parken, de Blue Deal. Maar er was ook veel commotie. Stikstof. Demir was de pispaal van boerend Vlaanderen. “Ik heb heel hard gewerkt om onze natuur en biodiversiteit te beschermen en te versterken. Ik heb dat ook graag gedaan. (stil) Maar op het einde was het op. Er zijn grenzen aan wat iemand aankan. Ik kon het niet meer aan, Paul. Het kroop te fel onder mijn huid. Ik sliep niet meer. Overal waar ik kwam, was er protest. De boeren werden tegen mij opgezet. Daarom wou ik dat domein niet verder zetten. Ik wou niet nogmaals vijf jaar in een negatieve sfeer werken.”
Bevrijd en onbevangen
Al vijftien jaar dwaalt Zuhal Demir rond in de Wetstraat. Tien jaar geleden zette ze het land een eerste keer in rep en roer met een stomende covershoot voor P-Magazine in het parlementaire pluche. “Is dat al tien jaar geleden”, reageert ze verrast. “Toen zag ik er veel beter uit, zeker? (lacht) Zou ik dat vandaag opnieuw doen? Neen – omdat ik al 45 jaar ben, hè. Maar ik heb daar geen spijt van. Ik wou aantonen dat het parlement ook een plek is voor vrouwen. Dat waren zulke mooie foto’s! Ik heb daar zelfs een puzzel van. Als je jong bent, moet je zulke dingen durven.”
Twee jaar later werd ze staatssecretaris. Sindsdien was ze bijna onafgebroken lid van de federale of Vlaamse regering. Of ze nog altijd dezelfde politica is als toen, wil ik weten. “Ik denk van wel. Het rebelse is zeker gebleven, evenals de durf om tegen heilige huisjes te schoppen. Dat is eigenlijk de rode draad in mijn carrière, durven dingen in vraag stellen. (denkt na) Ik ben wel meer bevrijd, denk ik. Ik doe onbevangener aan politiek. Ik laat mij niet meer tegenhouden door partijkleuren en belangengroepen – zeker deze legislatuur niet. Soms botst dat – ook met de eigen partij, ja. Dat is dan maar zo. Ik verdedig het algemeen belang.”
Dat ze daarom geen minister-president is geworden, wordt soms gezegd. Té onstuimig en té onvoorspelbaar. Demir haalt de schouders op. “Is dat zo? Ik weet dat niet. Dat zou alleszins triestig zijn.”
Curieuzeneuzen!
We wandelen langs heide, duinen en vijvers met wuivende rietkragen. Af en toe breekt de zon door de donkere wolken. We stoppen aan een bord waarop enkele vogels afgebeeld staan die hier leven. De meest zeldzame is de roerdomp, een onzichtbare reigersoort. “Onzichtbaar? Ik heb die al gehoord én gezien, hoor. Die maakt een heel speciaal geluid.”
Enkele maanden nadat ze lid werd van de regering, werd Demir ook moeder. Dat het ploeteren is om het allemaal gedaan te krijgen, geeft ze toe. “Rozanneke heeft me dikwijls gezegd dat ze mij mist, dat ze de politiek niet leuk vindt, omdat ik altijd weg ben. Dat doet pijn, want ik wil geen afwezige mama zijn. (stil) De laatste tijd denk ik wel dat ik een beter evenwicht heb gevonden. Ik zeg vaker neen tegen recepties – hoe moeilijk dat ook is – en avondlijke vergaderingen volg ik meestal digitaal van thuis uit. Vroeger was dat not done. Ik ben nog maximaal drie avonden per week weg. Maar ik ben niet de enige die ploetert. Elke ochtend zie je aan de schoolpoort mama’s en papa’s die keihard moeten uitblazen na de eerste rush van de dag. (lacht) Weet je wat helpt? Dat ik graag hard werk. Dat heb ik van mijn vader. Vijf minuten luieren in de zetel, was al te veel voor hem.”
Of ze thuis iemand heeft om samen mee te ploeteren, vraag ik. Ik zie plots ook onze fotograaf de oren spitsen. “Curieuzeneuzen!” Demir geeft me een duw en schatert het uit. “Wist je dat dat op Google het meest gezochte is over mij? (wikt haar woorden) Ik wil dat een beetje afschermen, maar laat me zeggen dat ik heel gelukkig ben met mijn leven vandaag en de mensen in mijn omgeving. (zwijgt even) Het is geen geheim dat ik mij een tijdje minder goed heb gevoeld: mama die stierf, de breuk met de papa van Rozanne, de protesten… Dat waren moeilijke jaren. Vandaag voel ik me veel beter.”
Een duik in de tijd
Mooiste reisbestemming ooit? “Cap-Ferrat, een vissersdorp in het zuiden van Frankrijk, omgeven door water. Een vijftien jaar geleden hebben we met vriendinnen een autovakantie gedaan. Toen we daar arriveerden, werden we zo geraakt door de schoonheid. Alsof de tijd was blijven stilstaan. ‘Oh my God’, zeiden we tegen elkaar. ‘Dit is het mooiste dat we ooit zagen.’ Waarna we elkaar in de armen vielen.”
Meest memorabele festival ooit? “Pukkelpop! Ik ga elk jaar, al van toen ik jong was. Vorig jaar ben ik met Rozanneke naar Pommelien Thijs gaan kijken. Maar de muziek is bijkomstig, ik ga vooral voor de sfeer en de vele mensen die je daar kent.”
Meest gênante vakantiemoment ooit? “Zo’n twintig jaar geleden vlogen we met vrienden naar Brazilië. In Portugal hadden we een halfuur om over te stappen. Ik was op mijn dooie gemak de winkeltjes aan het bekijken, toen de gate haar deuren sloot. Als enige van onze groep was ik te laat. (lacht) Gelukkig kon ik vijf uur later een nieuwe vlucht nemen.”
Terug naar de top
De fotograaf wenkt. Hij wil enkele plaatjes schieten aan een idyllisch bankje bij een mooie vijver. In de verte staat een blauwe reiger te azen op lekkere vis. Deze legislatuur is Demir dus bevoegd voor onderwijs, werk en justitie. En ook deze keer is ze tegen heilige huisjes aan het schoppen. Na de zomer krijgt het onderwijs een smartphoneverbod opgelegd. “Broodnodig, want de impact daarvan op het brein van onze kinderen is vreselijk. Ik maak me daar echt grote zorgen over. Wist je dat kinderen veel minder buiten spelen? De cijfers zijn alarmerend!” Of ze dan ook de leeftijdsgrens voor sociale media zou verhogen tot 16 jaar, wil ik weten. Ze aarzelt even. “Daar zijn we nog niet uit. Er komt een nieuwe studie en daarna gaan we beslissen wat er moet gebeuren.”
“Ik ben niet de enige die ploetert. Elke ochtend zie je aan de schoolpoort mama’s en papa’s die uitblazen na deeerste rush van de dag”
Maar dé prioriteit voor de minister is het dalend onderwijsniveau. Een gevolg van keuzes uit het verleden, benadrukt ze. “We hebben twee dingen losgelaten. Ten eerste de drang naar kennis. Dat moet weer centraal staan. Wiskunde, taal, kennis, dáár moeten onze kinderen mee bezig zijn – en niet met hun smartphone. Daarom hebben we nieuwe minimumdoelen gemaakt voor het lager en het kleuter. En twee: meer orde en discipline. Ik heb zelf op een uniformschool gezeten. Als kind is het leuk om duidelijke regels te hebben. Vandaag is de slinger te ver doorgeslagen naar de andere kant.”
De politica geraakt helemaal op dreef als ze over onderwijs praat. “Er is nog een derde punt dat ik wil maken: kinderen die amper of geen Nederlands spreken. Laten we ook daar eens taboeloos naar kijken. Toen ik kind was, werd ik uit de klas gehaald om Nederlands te leren. Dat werd erin gedrild: vijf, zes uur per week. Als ik Turks sprak op de speelplaats, trok de juffrouw aan mijn oor. (lacht) Ik zeg niet dat we terug aan de oren moeten trekken, maar met het anderhalf uur Nederlands dat nieuwkomers vandaag krijgen, gaan we er niet geraken. Daarom ga ik nog deze zomer met maatregelen naar de regering om volle bak te investeren in taal. (benadrukt) Als we deze drie dingen doen, en tegelijk investeren in onze leerkrachten, dan gaan we de weg naar de top terug vinden.”
Met dank aan haar moeder
Demir wandelt zoals ze praat. Forse tred, altijd rechtdoor, zonder omkijken. Of de kleine Zuhal een flinke leerling was, wil ik graag weten. Ze glimlacht. “Ik denk dat wel. In het lager ben ik afgestudeerd met 87 procent. Toch zei het toenmalige CLB dat ik geen Latijn zou kunnen, omdat wij thuis geen Nederlands spraken. Uiteindelijk heb ik toch Latijn gedaan. Dat is dat eigenwijze, hè. (lacht) Al moet ik zeggen dat ik op school minder rebels was dan thuis. Ik durfde wel dingen ter discussie stellen, maar ik overdreef niet. Thuis wel. Van de vijf kinderen was ik de grootste rebel. Ik ging altijd in discussie, zeker met mijn vader. Als we niet naar fuiven mochten, zei ik: ‘Pa, we leven hier in Vlaanderen, hè’.”
Dat onderwijs heel belangrijk was ten huize Demir, zegt ze. Slechte punten scoren, was not done. “Mijn vader was leerkracht in het lager in het Turks dorp waar hij vandaan komt. Hij heeft die job opgegeven om hier in de mijnen te werken. Dan zei hij: ‘Ik heb mijn leven achtergelaten voor jullie, ik wil nu wel dat jullie goed studeren.’ Dat ik nu minister van onderwijs ben, maakt hem natuurlijk fier. ‘Wie had dat gedacht, dat mijn dochter dat zou kunnen worden’, zegt hij.”
Als Demir over haar ouders praat, is dat met veel trots en waardering. Haar moeder is zeven jaar geleden gestorven, nog altijd een diepe kras op haar ziel. “Ook zij zou heel fier zijn op wat ik doe. Mama was een moderne feministe. ‘Zorg dat je nooit afhankelijk bent van een man’, zei ze altijd. Dat is een les die ik ook mijn dochter aanleer. Het is dankzij mijn moeder dat wij hier lopen. Ik heb mijn ouders één keer echt ruzie weten maken. Na enkele jaren in de mijnen wou mijn vader terugkeren. Mijn moeder zei neen, omdat wij, de kinderen, daar geen toekomst zouden hebben.”
Een picon in steenkerke
We naderen weer het startpunt van onze wandeling. De zon heeft de wolken helemaal verdreven. Een machtige buizerd vliegt boven onze hoofden, wellicht op jacht naar een dessert. Welke band Zuhal Demir heeft met het land van haar ouders, wil ik nog weten. Hun wortels liggen in het oosten van Turkije, waar de Koerden wonen. “Enkele jaren geleden heb ik bewust afstand genomen van de Turkse nationaliteit, omdat ik vind dat je als minister maar aan één land loyaal kan zijn. Maar natuurlijk voel je je ergens ook verbonden. Ik spreek de taal, luister naar de muziek, lees Orhan Pamuk, hou van een mix van Vlaamse en Turkse keuken. Het is wel al vijftien jaar geleden dat ik daar geweest ben. Zou ik daar zelfs nog welkom zijn? Ik denk soms dat ze mij gaan oppakken na al wat ik ooit gezegd heb.” (lacht)
Geen Turkije dus deze zomer voor Demir, wel een week Sicilië en een week … het West-Vlaamse Sint-Idesbald, deelgemeente van Koksijde. “Eerst gaan we met onze vrienden, Pepe en Ines, naar Sicilië. Rozanneke gaat ook mee. Wat we daar gaan doen? Heel gewone dingen: slapen, lezen, wandelen, op het strand liggen, ijsjes eten. Daarna gaan we naar de Vlaamse kust – intussen een jaarlijkse traditie. Mijn ex-schoonzus woont daar vlakbij, in Steenkerke, het dorp van Willem Vermandere. In zijn straat is trouwens een klein cafeetje waar ze de beste picon schenken. Elk jaar springen we daar eens binnen. Heerlijk vind ik dat!” (lacht)