Thomas Buffel openhartig: “Dat ik nooit voor Club wou spelen, is een fabeltje”

De jaren lijken op Thomas Buffel geen vat te hebben. Ook op zijn 35ste is de West-Vlaamse flankaanvaller van Racing Genk één van de smaakmakers van ons voetbal. Wij hadden een openhartig gesprek met hem. Over sport en passie, over leven en dood. “Als je achter de ziekenwagen rijdt met je zoontje in, dan kijk je weleens omhoog en smeek je: laat het alstublieft goed komen.”

Amper 16 was hij, toen hij onder moeders’ vleugels vandaan kwam. Van het boerendorpje Ruddervoorde naar het grote Rotterdam. Van het nietige Cercle Brugge naar het ontzagwekkende Feyenoord, toen toch. Die stap heeft hem gevormd tot wie hij vandaag is, zegt hij. “Ik was een verlegen jongen voordien, maar die verlegenheid heb ik in Nederland snel kunnen afwerpen. Ik ben er fantastisch opgevangen in een pleeggezin. Zij lieten mij ook vrij. Ik ben er helemaal ontbolsterd, ja. Je moet ook, als je enkele jaren later in het eerste elftal terechtkomt met jongens als Bosvelt en van Hooijdonck.”

Wie was de belangrijkste figuur in je carrière?
Mijn vader. Zonder twijfel. Hij nam me als kleine jongen mee naar Cercle. Hij stuurde mij aan, zat achter mijn veren als het nodig was. Toen ik in Nederland speelde, kwam hij elk weekend kijken. Al was het 500 kilometer rijden.

Na acht jaar Rotterdam volgde drie jaar Glasgow Rangers. Stak die periode er bovenuit qua voetbalbeleving?
(denkt na) Op een bepaalde manier wel. Je hebt veel sociale achterstand in een stad als Glasgow. Voor die mensen is voetbal alles in hun leven, zij zouden hun laatste cent eraan geven. Dat is anders in Nederland en België. Wat ook een verschil is, zeker met België, is de trots die zo’n club uitstraalt. Als je daar aankomt, word je meteen geconfronteerd met hun rijke geschiedenis. Dat stimuleert, je voelt dat je daar moet presteren. En je wil ook zelf deel uitmaken van die successen. Belgische clubs doen dat minder.

Je hebt nooit bij een absolute topclub gespeeld. Voelt dat aan als een gemis?
Mja, je hebt enerzijds die vervelende blessure op een heel vervelend moment. Was ik toen fit, had ik misschien wel die stap gezet. Maar anderzijds: Feyenoord en Glasgow waren toen echt wel Europese top. Zij speelden Europese finales. Ik bekijk dat liever zo. Nu is het anders. Nu moet je naar de Premier League of de Primera Division om op te vallen.

“ik kan de sfeer op Jan Breydel wel appreciëren.”

Was jij niet voorbestemd ooit voor Club te spelen?
De neef van mijn mama was inderdaad Antoine Vanhove. Maar goed, Club heeft nooit echt gepolst. En het is logisch dat je als kind supportert voor de club van je vader. (zwijgt even) Je voelt wel dat Clubsupporters een bepaalde frustratie hebben omdat zij denken dat ik nooit voor Club heb willen spelen. Maar dat is een fabeltje. Ik heb nooit de kans gehad er een contract te tekenen. In 2012 hebben Mannaert en Verhaeghe mij wel uitgenodigd voor een gesprek. Ik was einde contract bij Genk en zij zochten een vervanger voor Perisic. Maar ik heb nooit een concreet voorstel gezien. In diezelfde periode speelden wij tegen Club en kreeg Blondel geel na een tackle op mij. De supporters hebben mij toen zwaar op de korrel genomen. Misschien hebben ze daarom hun staart introkken.

Had je graag voor Club gespeeld?
Ik ga eerlijk zijn: ik kan de sfeer op Jan Breydel wel appreciëren, ook al is die altijd vijandig tegenover mij. Ik kan me voorstellen dat het voor Clubspelers fijn spelen moet is in zo’n stadion. Kijk, als Club mij echt had gewild en een voorstel had gedaan, dan was die kans reëel, ja. Maar ik heb niet lang getwijfeld toen Genk een nieuw voorstel deed. Dat was heel mooi en ik voelde me goed hier.

Anderhalf jaar geleden zongen enkele Clubsupporters lelijke dingen over je vrouw Stephanie. Heeft je dat diep gekwetst?
Op dat moment wel, ja. Maar ik kan de zaken snel in het juiste perspectief plaatsen. Dat ging om enkelingen. Helaas verpesten zij het altijd voor de rest. Supportersfederatie Blue Army heeft mijn vrouw trouwens een bos bloemen bezorgd.

Misschien vinden ze ooit het medicijn dat mijn vrouw helemaal kan genezen.”

Hoe is het nu met haar? In december kwam het bericht dat de darmkanker terug is.
Ze kent ups en downs. Het is moeilijk voorspellingen te maken. Ze zeggen ons dat het mogelijk moet zijn de ziekte chronisch te behandelen. Wij moeten blijven hopen. En genieten van kleine dingen. En misschien vinden ze ooit het medicijn dat haar helemaal kan genezen.

Sinds de vroeggeboorte van jullie tweeling in november 2013 zitten jullie echt op een rollercoaster van wisselende emoties. Wat houdt jou overeind?
Vorige week lag Stephanie even in het ziekenhuis omdat ze fel verzwakt was na de chemo. Toen ze deze week thuiskwam en we samen de kids ophaalden bij de dagmoeder, had je die gezichten moeten zien. De kids werden gek. En Stephanie fleurde helemaal op. Het zijn die mooie momenten die je op de been houden.

Heb je nooit gedacht aan stoppen met voetballen? Jij hoeft dit niet meer te doen.
Nee, nooit. Voetbal is mijn passie. Je hebt ook een uitlaatklep nodig. Enfin, ik toch. Voetbal is dat voor mij. Je moet eens weg uit die problemen. Als je thuis die positieve kracht wil blijven geven aan de mensen die je nodig hebben, moet je af en toe aan jezelf denken. Anders hou je dat niet vol. Misschien klinkt dat egoïstisch. (stil) Ja, er zijn natuurlijk momenten dat je niet met je hoofd bij het voetbal zit. Als je twee kindjes én je vrouw in het intensieve liggen bijvoorbeeld (begin 2014, red). Of vorige week in Brugge: niet mijn beste wedstrijd na een zware week pendelen naar het ziekenhuis. Let op: ik wil me daar niet achter wegsteken.

Veel mensen houden zich recht aan hun geloof. Ben jij gelovig?
Ik ben christelijk opgevoed. (zwijgt even) En soms, ja, soms zoek je een aanspreekpunt. Ook al weet je niet of dat er is. Als je achter de ziekenwagen rijdt met je zoontje in die beademd moet worden, dan kijk je weleens omhoog en smeek je: laat het alstublieft goed komen.

Raspberry fingers ?? #son #Fausto #mom #fun #rasberries #framboos

A photo posted by Thomas Buffel (@thomasbuffel19) on

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoe kijk jij terug op je periode als Rode Duivel? Je hebt nooit een EK of WK gespeeld.
Dat knaagt ergens, dat is logisch. Maar ik kan dat goed plaatsen. Ik denk dat mijn statistieken goed waren. Maar ik heb door die blessure net de boot van de nieuwe generatie gemist. Ik ben daarna uit beeld verdwenen. Wilmots heeft me één keer opgeroepen, maar ik denk dat dat meer een gift was voor mijn goede prestaties dan een selectie voor de lange termijn.

Waren de verwachtingen voor de zogenaamde Gouden Driehoek met jijzelf, Emile Mpenza en Wesley Sonck te hoog?
Dat vind ik niet. Het EK 2004 hebben we op een haar na gemist. Floot Collina die duidelijke penaltyfout op Mpenza in Bulgarije, dan kwalificeren wij ons. Nu, na die campagne stopte een groot deel van de oudere generatie, en wat in de plaats kwam, was kwalitatief minder goed. Je moet daar eerlijk in zijn.

Jij hebt nog één jaar contract bij Genk. Hoe zie jij je toekomst?
Ik ben met verschillende dingen bezig, binnen en buiten het voetbal. Onder andere met een boek dat in oktober uitkomt. Ik heb mijn trainersdiploma, maar nog niet mijn Pro License. Maar goed, het is nog niet zeker dat ik volgend seizoen stop. En het is ook niet zeker dat ik trainer wil worden. Ik zou graag wat meer weekends vrij hebben.

Genk heeft je wel een all-star game beloofd. Wie roep je zeker op?
Als ik één iemand moet noemen: Paul Bosvelt. Hij heeft me bij Feyenoord onder zijn vleugels genomen.

Het sportrapport van Thomas Buffel

Als kind was mijn idool …
Zinedine Zidane. En op mijn kamer hing ook een poster van Tatjana van de Flodders. (lacht)

Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Lionel Messi. Zo’n goede voetballer, en iemand die zich voor het goede doel inzet. Heel mooi.

Mijn mooiste sportmoment?
Mijn titels met Rangers en Genk. Twee keer op de laatste speeldag.

Mijn grootste ontgoocheling?
Toen ik 26 was, moest ik noodgedwongen geopereerd worden aan mijn knieën. Ik heb twee jaar verloren. Sportief kwam dat op het slechtst mogelijke moment: mijn beste jaren kwamen eraan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier