N-VA-voorzitter Bart De Wever maakt de balans op van de crisis en klinkt strijdvaardig voor de toekomst: “Het is niet voorbij: ik kom nog aan zet”

ANTWERPEN Of zijn val is ingezet? De vraag doet hem grijnzen. Deze crisis verloopt niet zoals gewenst voor Bart De Wever. Hij was liever op de stoel van Sophie Wilmès gaan zitten. Maar wie denkt dat hij daarom spartelend op de grond ligt, vergist zich. Wat na de volmachten, welke koppen moeten rollen, wat met de rekening en … wat met zijn vijftigste verjaardag: de voorzitter van N-VA maakt de balans op.

We zijn donderdagmiddag. Ik heb een kamer aangemaakt op Whereby, een populaire online ontmoetingsplek. Bart De Wever klopt stipt op tijd op mijn digitale deur. Hij kijkt bezorgd. Dat doet hij altijd wel, maar nu iets meer. “Deze crisis doet iets met een burgemeester. De vragen die ik krijg van mensen. (blaast) Dat is een niet-aflatende stroom. Nu ben ik bezig met het openen van extra stedelijke faciliteiten voor de kinderopvang. Maar vaak zijn dat zaken die ik niet kan uitleggen. Mensen die niet naar de begrafenis van een vriend mogen. (even stil) Ik moet regelmatig naar adem happen als ik dergelijke verhalen hoor.”

Hoe gaat het met ú?

Goed. Ik ben gezond en ik werk door. Maar ik hou me strikt aan de maatregelen. Ik leef in mijn silo, mijn bubbel, met vrouw en kinderen, en zie enkel op kantoor wat andere mensen. Verder niemand.

Zijn uw kinderen u nog niet beu gezien?

Dat valt mee. (glimlacht) Ik ga werken als vanouds, al ben ik ’s avonds wel wat vroeger thuis. Mijn vrouw doet de preteaching. Wij hebben vier tieners in huis: dat is niet altijd evident. Maar ik wil hulde brengen aan het onderwijs. De leerkrachten doen echt hun best om dat goed te organiseren. Het is pittig, dat wel. Ik hoor dat ook van medewerkers die telewerken. Maar wij mogen niet klagen. Zowat één kind op vier in mijn stad groeit op in een omgeving waar thuisonderwijs onmogelijk is. Dat baart mij zorgen.

Wat is uw grootste bekommernis in deze crisis?

Dat is de zoektocht naar hoe we duurzaam en veilig kunnen verder doen. Ik heb veel gelezen over corona. Experten zijn het over één ding eens: dit virus is heel besmettelijk en zal niet meteen verdwijnen. We gaan naar een nieuw normaal. We moeten leren leven met corona. Dat wordt dé uitdaging. We moeten duurzaam en veilig door doen. Het alternatief is twee jaar in lockdown gaan, maar dat zou een ongeziene terugval van de welvaart betekenen.

U wou een exit-plan, u hebt een exit-plan. Bent u blij?

Ik ben gematigd tevreden. Nu, wij zitten alleen in de Vlaamse regering, dus onze invloed op de Nationale Veiligheidsraad is beperkt. Daar zitten vooral veel verschillende meningen samen. Bovendien is het federale leiderschap heel zwak.

U bedoelt premier Wilmès?

Ik bedoel dat niet persoonlijk. Zij kan er niet aan doen dat ze premier is moeten worden van een regering zonder meerderheid in een moeilijk land. Zij heeft ook niet de power en niet het charisma voor sterk leiderschap. Maar ook daar kan ze niets aan doen. Het resultaat is wel dat vergaderingen urenlang aanslepen.

Wat maakt u dan tevreden?

De heropstart van de economie. Dat is een goede zaak. Eerst onze boterham verdienen, daarna die boterham opeten met vrienden. Het is goed dat wordt ingezet op industrie, retail en onderwijs. Je kan discussiëren over de volgorde, maar zoiets vastleggen, is niet makkelijk. Ik heb daar begrip voor. Het voornaamste is dat die sectoren van start kunnen gaan. Dat zijn de need to haves. Al de rest, de nice to haves, is voor later.

Groen-voorzitter Meyrem Almaci betreurt dat de economie primeert op de mens.

Ik vind dat flauwe kritiek. Dat is goedkoop scoren op emoties. Wie nu nog niet begrijpt dat we onze silo’s niet mogen vermengen, die begrijpt niets van dit virus.

We gaan naar een nieuw normaal. We moeten leren leven met corona. Dat wordt dé uitdaging.”

Uw familie mogen zien, vindt u dat niet meer dan een nice to have?

Dat is beeldspraak, hé. Ik begrijp de emoties van mensen. Mijn moeder zit ook in een woon-zorgcentrum. Ik bezoek haar aan het venster. Dat is vreselijk. (stil) Maar de sterftecijfers zijn wat ze zijn. Corona treft vooral mensen ouder dan 65 jaar. Dat is de kwetsbare groep die beschermd moet worden, zo comfortabel mogelijk. Al de rest moet gaan werken, uiteraard veilig en duurzaam.

Een belangrijk debat moet nog volgen. Wie gaat dit betalen? De linkse partijen eisen een vermogensbelasting.

(knikt) We gaan wakker worden met een gigantische staatsschuld. Wellicht worden we terug gekatapulteerd naar de jaren tachtig. Dat zal grote inspanningen vragen van een krachtdadige regering. Dat laatste hebben we al niet.

Dat is voor straks. Eerst: wie gaat dit betalen?

Als je de PS zou volgen, dan is dat al wie werkt, spaart en onderneemt. Of korter: de Vlaming.

Ook minister-president Jan Jambon, uw partijgenoot, zei al dat de belastingbetaler de rekening zal krijgen.

Dat zal onvermijdelijk zo zijn. De vraag is: op welke manier. We gaan voor een stuk schuldopbouw moeten toelaten. Helaas, maar niets aan te doen. Dan kunnen we de lasten op lange termijn uitzweten. Intussen moeten we zorgen voor méér belastingbetalers. Dat wordt de sleutel. Maar ik zeg neen tegen elke nieuwe belasting, zolang het overheidsbeslag meer dan vijftig procent bedraagt. Ik sta wel open voor een lastenverschuiving.

Ook naar vermogen?

Ik wil over alles praten, maar vergeet niet dat kapitaal al zwaar belast wordt in dit land.

Steekt het dat u zelf niet aan de knoppen zit?

Jawel. Ik durf dat toegeven, ook al komt dat bitter over. In dat fatale weekend van 14 en 15 maart had een volwaardige regering gevormd kunnen worden met N-VA en PS. Ik had een akkoord met Paul Magnette. Hij heeft dat eenzijdig ingetrokken. Dat was woordbreuk. Daarna zijn die volmachten gekomen. Wat een mislukking is gebleken.

U hebt dit misschien ook aan uzelf te danken? U zat aan de knoppen, maar toen liet u de regering vallen over Marrakesh.

Neen, niet akkoord. Het is onzinnig om dat weekend van maart te linken aan wat in december twee jaar geleden gebeurd is. Dat staat los van elkaar. Waren we in die regering blijven zitten, dan waren we de dweil geworden. Ik heb daar geen spijt van. Telkens een partij een probleem had met iets, dan hielden de andere partijen daar rekening mee. Behalve die keer. Dat was de eerste keer dat wij zoiets vroegen.

Er zullen koppen rollen, zegt politiek commentator Rik Van Cauwelaert in Knack. Denkt u dat ook?

Dat kan. Maar het zou ongepast zijn om nu namen te noemen. De manier waarop in Franstalig België gejaagd wordt op Maggie De Block (Open VLD-minister, red.), vind ik niet kunnen. Dit is niet het moment voor een heksenjacht. Ik ben voorstander van een grondig onderzoek naar die mondmaskersaga. Dat lijkt mij ook een schoolvoorbeeld van slecht bestuur. Maar dat moet na de crisis gebeuren. De minister moet zich ernstig kunnen verdedigen. Je kan middenin een oorlog geen generaal weghalen.

Wat met Wouter Beke (CD&V), Vlaams minister van Welzijn? Mag ook onderzocht worden wat fout is gelopen in de woon-zorgcentra?

Die analyse mag gemaakt worden. Dat kan helpen om structurele fouten weg te werken. Maar ik ga geen stenen gooien naar de minister. Ik weet dat Wouter Beke doet wat hij kan.

De Veiligheidsraad die eerst instemt met bezoek aan woon-zorgcentra, waarna Vlaanderen toch neen zegt: dat kan toch niet?

Dat was heel pijnlijk, ja. Maar ik zal u zeggen hoe dat verlopen is. Wie is daar de ceremoniemeester? Dat is de premier, hé. Die afschuwelijke slides van die persconferentie, die zijn niet door een Vlaams kabinet gemaakt, hoor. Ik las daar zelfs het woord fourniturenwinkel. Dat is het werk van de vertaalmachine van Google.

We wijken af. Jan Jambon zit daar ook. Hij kon toch neen zeggen?

Al wie daar zit, krijgt enkele uren voordien de teksten binnen. Dat is veel te laat. Vervolgens wordt er uren geluisterd naar experten die elkaar tegenspreken. Natuurlijk worden er dan fouten gemaakt. Dat is geen goede werkmethode. Jan dacht dat die zaak al doorgesproken was. Dat was niet het geval. Ik kan u garanderen dat dat geen twee keer zal gebeuren.

Wat zou u anders doen als premier?

Ik ga daar geen algemeen antwoord op geven. Dat zou te makkelijk zijn met de kennis die ik nu heb. Ik zou wel gewacht hebben met die persconferentie over het exit-plan. Ik zou de dag nadien een krachtige en duidelijke boodschap gegeven hebben. Deze federale regering is amper in staat om een deftige uitleg te geven. Dan moet je niet schrikken dat de burger je niet meer vertrouwt.

De premier heeft niet de power en niet het charisma voor sterk leiderschap.”

In juni verlopen de volmachten. Wat moet er dan gebeuren?

Dan zal de premier opnieuw voor de naakte waarheid staan: dat ze geen meerderheid heeft. Er moet een échte regering aan zet komen. Wij willen opnieuw aan tafel met de PS. Ik zeg dat niet graag, maar dat is de énige mogelijkheid voor een regering die krachtig kan besturen in het hele land. Maar wil de PS aan tafel? Ik denk van niet, ik heb de indruk dat die partij het federale niveau opgegeven heeft.

U maakt een fout. Deze regering heeft wél het vertrouwen van een meerderheid in het parlement.

Dat klopt, maar dat vertrouwen is niets waard. Dat komt van partijen die niet in haar regering zitten. Dat is niet meer dan een laag vernis, net als de volmachten.

Waarom zouden die acht partijen niet verder gaan? Dat is dan de zogenaamde Vivaldi-coalitie.

Ik zie dat niet gebeuren. De PS loopt de PVDA achterna. Ik zie niet in hoe Open VLD en CD&V zich daarmee kunnen verzoenen. En dan zwijg ik nog over Ecolo. Daarmee valt geen regering te maken. Tenzij de liberalen alle zelfrespect overboord gooien. Dan kan het wel. Neen, ik vrees een nieuwe episode van lopende zaken. Dat zal duren tot de mensen het écht beu zijn. En dan komt de confederale hervorming op tafel.

U kan het schaakbord doorgaans goed inschatten. Zou uw politieke val ingezet zijn?

(grijnst) De wens is de vader van de gedachte. Ik zie ook dat veel analisten deze dagen die wens uitdrukken. Zij hopen natuurlijk op Vivaldi. Maar ik moet hen ontgoochelen. Ze gaan geen gelijk krijgen, denk ik. Ik ga nog aan zet komen. Ik kan dat natuurlijk niet met zekerheid zeggen, want de politieke situatie in Vlaanderen is moeilijk. Het extremisme is in opmars. Een crisis kan dat nog versterken. Maar ik heb niet het gevoel dat het voorbij is voor mij.

Ik vond die betaalde sociale mediacampagne op dat bankje onbegrijpelijk. Dat bracht zelfs de politie in een moeilijk parket.

Dat laatste geloof ik niet. Maar goed: die campagne heeft een verkeerd debat op gang getrokken, dus was dat geen goede campagne. Maar ik blijf achter mijn boodschap staan. Er zijn steden waar mensen beboet worden omdat ze alleen op een bankje gaan zitten. Dat kan niet en is zelfs onwettig.

Iets anders. U wordt vijftig eind dit jaar. Zal u een groot feest mogen geven, denkt u?

(droog) Ik geef doorgaans geen feesten voor mijn verjaardag. Maar als we mogen tegen die datum, ga ik misschien een uitzondering maken voor de relance. Maar ik ben niet overdreven optimistisch. Zeker niet over de zomer. We gaan naar een nieuw normaal, en dat is die anderhalve meter-samenleving. Het is wachten op een vaccin, maar dat zal wellicht niet voor meteen zijn. Daarom zeg ik: duurzaam en veilig door doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier