Nieuwe aartsbisschop Jozef De Kesel beseft dat pedofiliepagina nog niet omgeslagen kan worden: “De wonden zijn nog veel te diep”

Bescheidenheid. Weinig typeert de nieuwe aartsbisschop meer dan dat. Hij ontkent niet dat hij niet stond te springen voor deze stoel. “Maar als de paus je dat vraagt, zeg je niet neen.” De 68-jarige Jozef De Kesel pleit voor een Kerk die de nieuwe maatschappelijke realiteit aanvaardt. Islamofobe uitspraken zoals die van een West-Vlaamse priester vorige week kunnen voor hem niet door de beugel.

Aartsbisschop De Kesel: “Wij hebben geleerd uit de pedofiliezaken uit het verleden. Ik ben zeer alert geworden. Als ik ook maar iets hoor in die richting, gaan alle rode lichten branden.“ (foto belga)
Aartsbisschop De Kesel: “Wij hebben geleerd uit de pedofiliezaken uit het verleden. Ik ben zeer alert geworden. Als ik ook maar iets hoor in die richting, gaan alle rode lichten branden.“ (foto belga)

In december nam Jozef De Kesel de plaats in van André Léonard in het Aartsbisschoppelijk Paleis in Mechelen. De Oost-Vlaming is geen onbekende voor de Maneblussers. Vooraleer hij bisschop van Brugge werd, was hij er al eens enkele maanden hulpbisschop. Als wij hem spreken, is hij net terug van een ontmoeting met Steunpunt Asiel en Migratie, een lokale vzw die hulp biedt aan vluchtelingen. “Ik was zeer onder de indruk. Die mensen doen dat heel bewust. Ze geven de vluchtelingen hoop, maar geen valse hoop.”

Mechelen staat gekend om zijn openheid.

Je merkt dat. Het multiculturele aspect is duidelijker aanwezig dan in Brugge. Het is ook een mooie stad. De overheid werkt hard aan de aantrekkelijkheid en bewoonbaarheid ervan. Let op, Brugge, dat is natuurlijk topklasse. (lacht)

Is aartsbisschop worden voor een religieus persoon de mooiste bekroning, zoals premier worden dat is voor een politicus?

Neen, elke vergelijking loopt mank. De premier is baas over het volledige land, de aartsbisschop niet. Een aartsbisschop is in de eerste plaats bisschop in zijn eigen bisdom dat weliswaar groter is dan de andere bisdommen.

Maar u hebt wel een groot moreel gezag.

Dat wel. Je bent een beetje de eerste onder de bisschoppen. Maar dit voelt voor mij niet aan als de ultieme bekroning. Dit vraagt veel energie en tijd, en ik heb mijn leeftijd niet mee. Dat je gevraagd wordt, betekent wel dat men je waardeert.

Hebt u getwijfeld?

Ja, natuurlijk. Twijfelen mag je doen. Dit had voor mijn part iemand anders mogen worden. Maar als de paus je dat vraagt, zeg je niet neen. Tenzij je echt goede redenen zou hebben, gezondheidsproblemen bijvoorbeeld.

In de biografie van kardinaal Danneels staat dat u dit in 2010 al had moeten worden.

Dat schijnt zo te zijn, ja. Ik zou als eerste op de lijst hebben gestaan.

Uw vader en grootvader zijn burgemeester geweest voor de CVP in Adegem. Was dat niets voor u?

Dat is opvallend: wij zijn met negen broers en zussen, en niemand is de politiek ingestapt. Ik denk niet dat ik er zou thuishoren. De politiek is een lastig beroep.

Het is belangrijk dat er naast de islam ook een vitaal christendom is.

Waarom bent u priester willen worden?

Ik kom natuurlijk uit katholieke huize, maar ik denk dat ook mijn engagement in de KSA een grote rol heeft gespeeld. In die tijd, begin jaren zestig, was de jeugdbeweging nog zeer verbonden met de parochie. Engagement in de KSA en engagement in de Kerk liepen samen. Het was ook de periode van het Vaticaans Concilie, de vernieuwingsoperatie. Dat hield me bezig. Ik wou maatschappelijk geëngageerd blijven, en zag via het priesterschap die kans. Het was ook een heel eerbaar beroep.

Meer dan nu, bedoelt u.

Dat klopt. Maar het was niet dat aanzien dat mij aantrok.

Schrok het celibaat u niet af?

Niet toen ik achttien was, neen. Je kiest wel voor het seminarie, maar het duurt nog vele jaren voor je tot priester gewijd wordt. Maar eens dat moment komt, ja. (zwijgt even) Dat is een zware beslissing.

Hebt u moeten kiezen tussen een vriendin en de Kerk?

Neen. Ik had wel goede vriendschappen. Maar ik heb nooit voor die existentiële keuze gestaan. Anderen wel, en ik kan begrijpen dat het heel moeilijk moet zijn om iemand te laten vallen. Misschien heb ik bewust of onbewust een echte relatie afgehouden.

Moet de Kerk vasthouden aan dat celibaat?

Ik ben geen voorstander van het afschaffen daarvan. Een celibatair leven is geen betekenisloos leven. Ik heb er bewust voor gekozen: dat was ook de levensstaat van Jezus. Anderzijds vind ik niet dat dat van elke priester kan gevraagd worden, zeker in een tijd waar seksualiteit een grote rol speelt. Ik ben voorstander van het model van de oosterse katholieke kerk. Daar mogen mannen die gehuwd zijn wel tot priester gewijd worden.

Als bisschop van Brugge had u de loodzware opdracht Roger Vangheluwe op te volgen. U noemt dat een leerschool. Wat hebt u dan geleerd?

Heel concreet: leren omgaan met de problematiek van pedofilie. Dat kwam als een tsunami op ons af, en ik moet bekennen dat ik daar onvoldoende kennis van had. Ik heb slachtoffers gesproken. (zachter) Wat ik allemaal gehoord heb. Wij hebben daaruit geleerd, ja. Ik ben zeer alert geworden. Als ik ook maar iets hoor in die richting, dan gaan alle rode lichten branden.

Men zegt dat Vangheluwe in een Frans klooster woont. Dat is een regeling van het Vaticaan.

Deze week zijn nieuwe onthullingen opgedoken over Vangheluwe. Deze pagina is nog niet omslagen.

Neen, dat klopt. En dat zal nog zeker één generatie duren. De wonden zijn nog veel te diep.

Hebt u nog contact met hem?

Neen. (zwijgt even) Dat is al even geleden.

Waar woont hij nu?

Men zegt in een klooster in Frankrijk. Dat is een regeling van het Vaticaan. (zwijgt)

U benadrukte bij uw aantreden als aartsbisschop dat u een open Kerk wil die bezig is met de maatschappelijke problemen. Wat is uw grootste bekommernis?

Het gevaar van onverschilligheid. Zoals paus Franciscus ook zegt. In de eerste plaats op moreel vlak: een cultuur die het goed heeft, zoals de onze in het westen, dreigt zich af te sluiten van de rest van de wereld.

U doelt op de vluchtelingencrisis?

Ja. Ook de Kerk mag niet afzijdig blijven. Wij moeten oproepen tot liefde en solidariteit. Verschillende parochies huren appartementen om vluchtelingen op te vangen. Dat is wat ik bedoel met een open Kerk. Weet u, ik stel me grote vragen als mensen zeggen dat godsdienst volledig geprivatiseerd moet worden. De islam heeft de godsdienst weer op de kaart gezet. Of je dat nu wil of niet. Ik denk dat het belangrijk is voor ons land dat er naast die islam ook een vitaal christendom is.

Nu klinkt u wel heel bescheiden.

Misschien. Het christendom is altijd onze culturele religie geweest, maar die positie bekleden we niet meer. Het is mijn diepe overtuiging dat de Kerk die nieuwe maatschappelijke situatie, de secularisering en de komst van de islam, moet aanvaarden. Maar anderzijds zou ik het niet verstandig vinden het christendom te marginaliseren. Geen enkele overtuiging, ook de islam niet, mag een monopolie verwerven.

Vreest u dat? Dat doet denken aan het scenario dat de Franse schrijver Michel Houellebecq schetst in zijn boek ‘Onderworpen’.

Ik denk niet dat het zo ver zal komen. Ik vrees de islam ook niet. Wij moeten samen leven. En van harte. We kunnen alleen maar een samenleving opbouwen als er eerbied is voor mensen die anders zijn. Voor iemand die moslim is. Of voor iemand die niet gelooft in een God.

Dan moet u niet gelukkig zijn met de islamofobe uitspraken van een West-Vlaamse priester vorige week?

Ik ben niet langer bisschop van Brugge, maar het mag duidelijk zijn dat men met uitspraken die nodeloos polariseren of kwetsen, geen Kerk en ook geen samenleving opbouwt.

Hoe houdt een druk bezet man als u voeling met de leefwereld van de mensen?

Ik sluit me niet op. Ik probeer de contacten met vrienden en familie te onderhouden, al is dat niet altijd gemakkelijk als je veel verhuist. Ik lees ook regelmatig romans. Dat is mijn voornaamste middel om niet vervreemd te geraken. Het is door de literatuur dat je je tijd leert kennen.

“Ik hou niet van polemiek”

Kerkjurist Rik Torfs noemt u “behoorlijk progressief, maar niet de man van de grote risico’s.”

Hij heeft misschien wel gelijk, ja. Ik hou niet van polemieken. Ik kan daar moeilijk mee omgaan. Daarom leg ik een zekere voorzichtigheid aan de dag.

Was u geschrokken van de kritiek op uw uitspraak dat ziekenhuizen euthanasie kunnen weigeren?

Ja, toch wel. Juridisch heb ik gelijk. Maar ik heb niet gezegd dat ze dat moeten doen. Of dat de wet niet gerespecteerd moet worden.

Gaat de euthanasiewetgeving te ver?
Het gevaar is zeer denkbeeldig dat we bij de toepassing ervan op een hellend vlak zitten. Eens je legaliseert, bestaat de tendens om altijd maar verder te gaan. Je kan je daar vragen bij stellen. Ik vind dat de kerk haar stem mag laten horen over zo’n belangrijke kwestie. Als dat nodig is, zal ik een rood licht doen branden. Maar niet te pas en te onpas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier