De opmerkelijke verrijzenis van Filip Dewinter, boegbeeld van Vlaams Belang: “Ik heb fouten gemaakt. Maar ik excuseer mij voor niets.”

Filip Dewinter is helemaal terug: 26 mei was ook zíjn verrijzenis. Vandaar dit interview. Het aloude boegbeeld van Vlaams Belang praat voor één keer uit de biecht. Wie heeft Kris Van Dijck geflikt? Waarom is Dewinter de boeman voor N-VA? Waarom mocht hij niet aan tafel voor het regeerakkoord? En wat heeft hij tegen ‘negers’ en homo’s? Ga even zitten voor een pittig gesprek met de meest omstreden politicus van Vlaanderen.

Op de salontafel ten huize Dewinter in Ekeren liggen stapels boeken. Vooral van de islam en van Napoleon Bonaparte, zijn twee grote fascinaties. Een ander boek wekt mijn aandacht. Over de vrijmetselarij in België. Of hij ambities heeft, vraag ik. Dewinter lacht. “De loge heeft mijn partij met alle middelen bestreden. Ik ben ervan overtuigd dat zij zelfs achter de veroordeling van 2004 zit. Dus neen, ik ben geen logebroeder en zal dat nooit worden. Maar dat soort occulte organisaties boeit mij wel. Zij hebben meer macht dat u zou denken. Achter de schermen dan. Ik ben nochtans geen complotdenker.”

Hij is net terug van een trip naar Kiev. “Privé, niet politiek”, haast hij eraan toe te voegen. Na zijn omstreden bezoek aan de Griekse neonazi’s van Gouden Dageraad moet hij op zijn tellen passen. Voor elk politiek contact in het buitenland heeft hij toestemming nodig van zijn voorzitter, Tom Van Grieken. “Ik had voorzichtiger moeten zijn. Die partij is te extreem. Ik weet dat. Dat was een strategische blunder. U ziet: ook ik kan milder worden met de jaren.” Die blunder is niet afgestraft door de kiezer. Integendeel. Dewinter haalde 93.000 stemmen op 26 mei en telt weer mee op het politieke toneel. Of ik mag spreken van een verrijzenis? “De fenix is uit zijn as herrezen. (lacht) Het was erop of eronder. Voor mijn partij én voor mezelf. Maar ik ben bescheiden. De make-over van de partij is de verdienste van de voorzitter, en dus ook de overwinning.”

Hebt u gevreesd voor het einde?

Eerlijk? Já. De eerste drie jaar van de vorige legislatuur dacht ik dat het voorbij was. Zéker voor mezelf. Maar de sterren zijn gedraaid. In de campagne voelde ik de steun toenemen. Dat voel ik nog steeds. Zijn er vandaag verkiezingen, dan halen we meer dan twintig procent en verliest N-VA nog eens vijf procent. Zéker. Ik pleit trouwens voor nieuwe verkiezingen: dat zal de enige uitweg zijn op federaal niveau.

De kiezer heeft nog maar gesproken?

Maar een coalitie is haast onmogelijk. Ik ben voorstander van een tijdelijke regering, noem dat een noodregering, die een grondwetsherziening mogelijk maakt. Daarna kunnen we met open vizier naar de stembus en kan de boedelscheiding georganiseerd worden. De Franstaligen gaan ooit moeten buigen, want ze hebben geld nodig.

Terug naar uw verrijzenis. U was zelfs even voorzitter van het Vlaams parlement.

Ik blik met een wrang gevoel terug op twee dagen. Kris Van Dijck (N-VA) is vreselijk behandeld. Hij verdient dat niet.

Wie heeft dat pikante dossier, over vermeende fraude en prostitutie, naar P-Magazine gelekt?

Ik weet dat niet.

“Kris Van Dijck is het slachtoffer van een afrekening onder prostituees. Dat had niets met politiek te maken.”

U weet dat ongetwijfeld wel.

(aarzelend) Het is allemaal veel banaler dan men denkt. Dat is toch wat ik daarvan verneem. Dat is geen groot complot, maar een afrekening onder prostituees en aanverwanten. Dat had niets met politiek te maken. Kris is daar het slachtoffer van geworden.

Vanuit N-VA-hoek wordt naar u gekeken. U bent goed bevriend met P-Magazine-baas Maurice De Velder.

(zucht) Ik ken Maurice, ja. Net zoals andere politici hem kennen. Maar goed, van dat gerucht is níets aan. Ik wil dat nu toch even rechtzetten. (feller) Of denkt u echt dat ik iemand zó zou flikken om enkele uren op die stoel te zitten? Komaan. Ik was daar niet goed van. Ik beschouw Kris als een politieke kameraad, hè.

Had N-VA écht met uw partij willen besturen, denkt u?

Neen, omdat het mathematisch niet mogelijk was. Hadden we een meerderheid, dan waren we wél vertrokken. De powers that be binnen de N-VA hebben de intentie om het cordon te breken. Maar goed, niet getreurd. Het voorspel is ook belangrijk. We hebben voor het eerst een écht gesprek gevoerd over coalitievorming.

Dat was iets anders dan het gesprek met Yves Leterme (CD&V) in 2004.

Dat was een beleefdheidsgesprek. Maar dat was ook onze fout. Wij hebben toen de stommiteit begaan om breekpunten op tafel te leggen. Ik heb aan mijn jonge voorzitter het advies gegeven diezelfde fout níet te maken. In 2024 zal het cordon sneuvelen. Dan zijn er éérst Vlaamse, en daarna lokale verkiezingen. Die volgorde is belangrijk. Nu was het omgekeerd. Geen enkele partij wou op lokaal niveau een coalitie maken met mijn partij uit schrik om Vlaams en federaal uit de boot te vallen. Dat zal anders zijn binnen vijf jaar.

Ik verneem eigenlijk dat u blij bent met de nieuwe oppositiekuur. Het cordon is uw levensverzekering. Een regeringspartij kan niet zo ‘vuil’ zijn.

Karel Dillen (stichter van Vlaams Blok, red) zou u gelijk gegeven hebben. Het cordon is ook lange tijd onze levensverzekering geweest, tot aan het proces van 2004. Daarna is dat onze grootste nachtmerrie gebleken. Als dertig procent van de mensen op u stemt, dan willen ze u ook zien als burgemeester of minister. Dat konden wij hen niet geven. Daarom zijn al die kiezers naar N-VA overgestapt. (denkt na) Nu, ik ben géén voorstander van regeringsdeelname, als dat bedoeld is om mijn partij te verbranden met allerlei compromissen. In die zin ben ik blij, ja. Als ik in bad ga, dan is dat om te zwemmen, niet om te verzuipen. Maar mensen zoals Trump en Orban bewijzen dat dat kan.

Waarom mocht u niet onderhandelen voor uw partij, en Barbara Pas en Chris Janssens wel?

Dat is de nieuwe generatie. Ik kon me daarin vinden. Ik werd natuurlijk op de hoogte gehouden en heb ook adviezen gegeven.

Toch noemen N-VA-kopstukken Theo Francken en Zuhal Demir u een voorname struikelblok. Gelooft u dat?

Neen, neen en nog eens neen. (zucht) Dat is óók een reden waarom ik beter niet aan die tafel zat. Anders had N-VA al op voorhand de zondebok te pakken. Nu hebben ze móeten onderhandelen. Men zal altijd wel een stok vinden om de hond te slaan. Als ik het niet ben, dan is het Guy D’haeseleer of Dries Van Langenhove.

“Ik voel me vereerd dat Theo Francken mij wil kopiëren. Dat hij al die standpunten van het zeventigpuntenplan wil overnemen.”

Was u bereid om een stap opzij te doen, indien nodig?

Als ik nóg stappen opzij zet, val ik van de wereldbol. Trouwens, mijn naam is niet één keer gevallen aan de onderhandelingstafel. Dat zegt iets, hè. Bart De Wever en ik zijn politieke tegenstanders, maar respecteren elkaar ook.

En Theo Francken?

Die lijkt soms mijn tweelingbroer te willen zijn. Wat ik allemaal lees van hem op sociale media: ik zou het niet beter kunnen. (lacht) Ik voel me vereerd dat hij mij wil kopiëren. Dat hij al die standpunten van het zeventigpuntenplan wil overnemen. Maar op andere momenten gebruikt hij mij om zijn maagdelijkheid te bewijzen. Dat vind ik triestig. Hij moet dringend beseffen wie zijn vrienden zijn en wie zijn vijanden.

U haalt dat omstreden plan aan. Ziet u de schaduw daarvan in de startnota van de Vlaamse regering?

De schaduw van het VB-programma hangt boven de nota. Dat is niet hetzelfde als het zeventigpuntenplan. Maar ik zie inderdaad gelijkenissen. Het inburgeringsexamen koppelen aan een verblijfsvergunning bijvoorbeeld. Of een aparte sociale zekerheid voor vreemdelingen, minstens tijdelijk. (op dreef) Wij zijn daarvoor veroordeeld, hè. Ze noemden dat toen racisme. Nu nemen de traditionele partijen dat over.

Had u eigenlijk vrede kunnen nemen met het inclusief nationalisme van N-VA, waarin ook de islam een plek heeft?

Dat is inderdaad een groot punt van verschil. De erkenning van de islam moet ingetrokken worden, evenals de subsidiëring. Dat is een breekpunt voor mij. Als we in een regering stappen, moeten we op dat vlak zeker onze slag thuis halen.

“Een kat die in een viswinkel geboren wordt, is daarom nog geen vis”, zei u eens. Wat bedoelde u daarmee?

Dat is toch duidelijk?

Iemand met Marokkaanse roots kan nooit Vlaming zijn, ook al is die in Vlaanderen geboren. Is dat geen racisme?

Dat is niet wat ik bedoel. Dit gaat niet over afkomst of huidskleur. Dit gaat over de islam.

Kan iemand met Marokkaanse roots Vlaming zijn?

Jawel. Op één voorwaarde: dat die persoon afstand doet van de sharia (de islamitische wet, red) en de vrouwonvriendelijke, gewelddadige en ondemocratische passages in de Koran. Maar dat willen de meeste moslims niet. Zij willen niet aanpassen, ook zij niet die hier geboren zijn. Zij verwerpen onze manier van leven.

Onlangs waarschuwde u in het parlement dat Antwerpen over tien jaar een ‘neger’ zal hebben als burgemeester. Waarom zou dat erg zijn?

Ik heb Herman De Croo (Open VLD) willen citeren.

“Ik wil geen moslim als burgemeester van Antwerpen. Dát zou ik erg vinden. Dat gaat niet over bruin of zwart.”

Die sprak in een interview over ‘un noir’, een zwarte.

(blaast) Oké, ja, goed. Mijn generatie spreekt nu eenmaal over negers. Dat is weer zo’n taboewoord. Maar goed, ik gebruik dat niet bewust.

Dat geloof ik niet. U weet dat u daarmee aandacht krijgt.

Een kleine partij moet scherper uit de hoek komen om aandacht te krijgen. Dat klopt.  Hadden we dat nooit gedaan, dan hadden we nu niet gewonnen.

Terug naar de vraag. Waarom zou dat erg zijn voor Antwerpen?

(feller) Dat gaat niet over huidskleur. Ik wil geen moslim als burgemeester van Antwerpen. Dát zou ik erg vinden. Maar ik vrees dat dat vroeg of laat toch zal gebeuren. Kijk naar Sadiq Khan, de burgemeester van Londen. Die is zijn islamitische overtuiging aan het doorduwen.

Dat is niet wat u in het parlement zei.

Ik heb daar De Croo geciteerd. Vandaag zeg ik wat ik zeg. Dat is mijn vrees. Dat gaat niet over bruin of zwart.

Ook uw houding tegenover homoseksualiteit stoot andere partijen af. Vindt u dat nog steeds een modeverschijnsel?

Neen. Ik ben geëvolueerd op dat vlak. De politiek moet zich niet moeien met seksualiteit. Ik heb ook het homohuwelijk aanvaard. Als twee volwassenen willen trouwen, dan moeten ze dat maar doen. Homoadoptie is een ander paar mouwen. Daar ben ik geen voorstander van. Dat gaat over de bescherming van het kind. Een kind heeft volgens mij recht op een vader en een moeder.

Waarom zou dat beter zijn dan twee moeders?

Ik ga me daar niet over uitspreken. (aarzelend) Maar eerbiedigt homoadoptie alle rechten van een kind? Ik weet dat niet. En wordt dat kind dan ook niet in die richting geduwd? Bon, dat is alles wat ik daarover wil zeggen.

Waarom? Is dat zo’n gevoelig thema?

Ja. Je wordt al snel van homofobie beschuldigd. Ik ben inderdaad voorstander van de man-vrouw-relatie als hoeksteen van de samenleving. Mag dat nog? Ik ben daarom geen homofoob.

U zetelt nu 32 jaar in het parlement. Bent u trots op uw parcours?

Mijn politieke erfenis mag gezien worden. Mijn ideeën zijn overeind gebleven, en overgenomen door steeds meer partijen en politici. Ik heb gelijk gehad, maar ik kwam wellicht te vroeg.

U wordt zelfs de invloedrijkste politicus van Vlaanderen genoemd.

Ik lees dat ook. In De Morgen, zeker? (lacht) Dat is ietwat overdreven. In de politiek telt één iets: volharding. Dat heb ik 32 jaar gedaan. Ik wist dat ik gelijk had. Vandaag zijn velen daarvan overtuigd. De anderen, de Michels, de Reyndersen en de Bourgeois, krijgen nog even asiel in Europa, maar daarna zal het over zijn.

Anderzijds leidt uw opruiende taal ook tot haat en geweld tegenover nieuwkomers. Iedereen herinnert zich de moordende raid van Hans Van Themsche. Ligt u daar wakker van?

Ik lig wakker van die excessen, ja. Dat zijn individuen die ontsporen. Gekken. Kunnen die zich beroepen op mijn woorden? Wellicht, maar helemaal ten onrechte. Moet ik daarom inboeten aan duidelijkheid? Néén. Zonder het VB waren er tien keer zoveel Hans Van Themscheders. Wij zijn voor veel mensen de laatste reddingsboei.

Vindt u niet dat u soms te ver gaat?

Ik heb fouten gemaakt. Maar ik heb nergens spijt van. Ik doe niet mee aan dat excuseren voor dit en dat. Ik excuseer mij voor niets.

Tomas Boutens zat deze week in het nieuws. Wie is dat weer?

Een waanzinnige man die ooit een plan beraamde om Abou Jahjah en ikzelf te vermoorden. Hij wou zo een bevolkingsclash ontketenen. Hij wil nu blijkbaar een mars op Brussel organiseren ten voordele van mijn partij. Ik geloof daar niets van. Die man wil mijn partij beschadigen. (even stil) Het systeem maakt wel vaker gebruik van dat soort figuren.

Dan toch complotdenken?

Ik maak mij geen illusies. Mijn tegenstanders zitten overal. Infiltratie is een oud middel om rechtse bewegingen kapot te krijgen.

Wordt 2024 uw afscheid?

Dat denk ik niet. Ik voel nog een grote drive. Ik neem mezelf voor om minder aan dagjespolitiek te doen. Dé grote uitdaging vandaag is de explosieve groei van de wereldbevolking. Dat is ook mijn bekommernis. Als we daaraan niets doen, zijn alle andere debatten overbodig. Op dat thema wil ik graag nog even werken.

Biografie

  • Geboren op 11 september 1962 in Brugge.
  • Getrouwd met Lutgarde Verboven, vader van drie dochters, woont in Ekeren, een district van Antwerpen.
  • Studeerde journalistiek aan de Erasmushogeschool in Brussel.
  • Parlementslid voor Vlaams Blok/ Belang sinds 1987.
  • Werd op 26 mei verkozen voor het Vlaams parlement. Is daar eerste ondervoorzitter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier