De terugkeer van Gwendolyn Rutten (Open VLD): “Het zou kunnen dat mijn voorzitter af en toe vloekt”

Voor het eerst in twee jaar wil Gwendolyn Rutten opnieuw op de voorgrond treden. Omdat ze iets te zeggen heeft. Over het stikstofakkoord, dat ze niet zal goedkeuren als de rode lijst niet aangepast wordt. Over de energiemarkt: dat de liberalisering naïef was. Over Sihame El Kaouakibi: dat het gerecht zijn werk moet doen. “Het zou kunnen dat mijn voorzitter af en toe vloekt, maar ik neem mijn controletaak ernstig.”

“Voor u zit een gelukkige vrouw.” Gwendolyn Rutten stráált, als we afspraak hebben op de liberale fractie van het Vlaams parlement. De voormalige voorzitter van Open VLD is vandaag volksvertegenwoordiger en burgemeester van Aarschot. Dat ze vol goesting en energie zit, zegt ze. “Het leven na het voorzitterschap bevalt me. Ik zou het elke voorzitter aanraden. ( lacht ) Eerlijk: ik denk soms dat mijn carrière beter omgekeerd was verlopen. Eerst dít leven en daarna de partijpolitiek. Als je een stad leidt, dan leer je echt wat politiek is. Ik ben milder geworden, minder cassant, en daarom wellicht ook een betere politica. Als je in de partijpolitiek zit, word je meegezogen in je eigen grote gelijk en de waan van de dag. Je bent op de duur meer met journalisten aan het praten dan met de mensen.”

Het valt op dat u al twee jaar in de luwte werkt.
“( knikt ) Een bewuste keuze. Ik ben een jaar lang niet naar het partijbureau gegaan, omdat ik geen schoonmoeder wou spelen. Ik wou mijn opvolger ( Egbert Lachaert, red. ) alle ruimte geven. Het is ook twee jaar geleden dat ik een uitgebreid interview heb gegeven. U bent de eerste. ( lacht ) Ik werk nog even hard, maar ik word minder geleefd. Dat is het grote verschil. En ik geniet ervan.”

Was u niet liever minister geworden?
“Neen, echt niet. Ik was voorzitter toen de Vlaamse regering gevormd werd. Als ik minister had willen worden, dan was ik minister. Maar ik wou dat niet. Dat was een persoonlijke beslissing. En ik heb daar nog geen seconde spijt van.”

U kwam voor het eerst terug op de voorgrond in het beladen stikstofdossier. Wat was de trigger om u daarin te verdiepen?
“De abdij van Averbode. Dat is mijn streek. Ik kén die abdij, ik kén die mensen. Al negenhonderd jaar lang doen de Norbertijnen daar aan landbouw. En plots, bijna van dag op dag, moeten ze de boerderij sluiten van de overheid. ( denkt na ) Een overheid mag moet soms moeilijke beslissingen nemen in het algemeen belang. Maar deze moeten altijd onderbouwd zijn en rechtszekerheid bieden. In het stikstofdossier is dat niet het geval. De abdij van Averbode is maar één voorbeeld. Het was de trigger om mij in het dossier te verdiepen. Maar hoe dieper ik groef, hoe meer fouten naar boven kwamen.”

Zeg eens helder: wat stoort u?
“Het globale politieke akkoord is zeker verdedigbaar. De stikstofuitstoot moet overal naar beneden en dat zal inspanningen vragen van de landbouw. Het heikel punt is de rode lijst van 41 bedrijven die tegen 2025 de deuren moeten sluiten. Ik ga akkoord dat een overheid een sluiting kan opleggen als een bedrijf weet dat ze in overtreding is, maar daar niets aan doet. Wat blijkt echter? ( fel ) Dat verschillende bedrijven helemaal niet wisten dat ze zo zwaar in overtreding waren. Ik heb elk van de 41 dossiers uitgeplozen. Het gaat niet alleen over de abdij, hoor. Dat kan je niet laten passeren als parlementslid. De overheid toont zich hier een onbetrouwbare partner.”

Wat is uw vraag aan bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA)?
“De lijst moet uitgezuiverd worden. Heel wat bedrijven moeten een nieuwe kans krijgen. Ga met die mensen praten, stimuleer hen om over te schakelen op kleinschalige of biologische landbouw, maar leg hen geen sluiting op.”

Wat als dat niet gebeurt?
“Dan zal ik het akkoord niet goedkeuren. Daar ben ik duidelijk in. Het stikstofakkoord is een politiek kader. Het moet dus nog vertaald worden in een decreet. Dat betekent dat het parlement de eindbeslissing heeft.”

(foto Christophe De Muynck)

 

Sihame? Het parlement zal maandag beslissen om haar onschendbaarheid op te heffen. Ik hoop echt dat ze zich niet verzet

Dat is scherp. Wat vindt u van de aanpak van de minister?
“Ik vind het moedig dat ze het status-quo durft doorbreken en dat ze tegen heilige huisjes durft trappen. Wat ik niet moedig vind, is dat ze vaak de controverse opzoekt. Ik voel me niet geroepen om de Boerenbond te verdedigen, maar de leden van deze organisatie zijn wel mensen, hè. Het gaat over hen.”

Gaat het ook niet over de Boerenbond die altijd gepleit heeft om groter en groter te worden?
“Er zit zeker iets fout in het globale landbouwmodel, maar is dat alleen de schuld van de Boerenbond? Het doet me eigenlijk denken aan de energiecrisis. We zijn afhankelijk geworden van het buitenland en dat is niet gezond. Dat geldt voor voeding en voor energie.”

Straks zegt u dat de liberalisering van de energiemarkt in 2007 fout was?
“Wel ja, we waren toen wellicht een beetje naïef. De liberale democratie was de grote winnaar na de Koude Oorlog. We waren daar allemaal enthousiast over. Ik blijf er ook van overtuigd dat we onze welvaart te danken hebben aan de liberale democratie. Maar het was naïef om te denken dat dit model zich als een olievlek zou verspreiden over de hele wereld. Handel blijkt dan toch geen garantie voor vrede. Zie Oekraïne. We moeten daarom een meer volwassen houding aannemen zonder in protectionisme te vervallen. Voeding en energie, maar ook veiligheid, zijn domeinen waarin we best zelfvoorzienend zijn.”

Houden we dan niet beter alle kerncentrales open?
“Als het technisch kan, dan mogen we daar geen neen op zeggen. Maar tegelijk is dit niet het zaligmakende antwoord op de crisis. Sowieso zijn onze kerncentrales een eindig verhaal. Bovendien zijn we ook voor uranium afhankelijk van het buitenland.”

Terug naar het stikstofdossier. Het valt mij op dat u tegen de regering in durft gaan.
“( pikt in ) Ik neem mijn controletaak ernstig.”

Voelt u soms druk van uw partij om gas terug te nemen?
“Neen, en dat zou ook contraproductief werken. Het zou kunnen dat mijn voorzitter af en toe vloekt, maar hij weet ook dat ik op een terechte nagel klop. Ik zeg niet dat het hele dossier bullshit is. Als ik dat zou zeggen, dan zou hij wel bellen. En terecht.”

(foto Christophe De Muynck)

Ik vraag het omdat weinig parlementsleden van de meerderheid durven ingaan tegen de regering.
“( op dreef ) En hoe komt dat? Dat is de particratie en dat is een probleem. Zeg ik dat wij de regering moeten tegenwerken? Neen, zeker niet. Dat zou ik als voorzitter ook niet toegelaten hebben. Maar wij hebben wel de verdomde plicht om de regering te controleren. En als we fouten zien, dan moeten we daarop wijzen. Dat is waarvoor wij verkozen zijn door de zes miljoen Vlamingen. We moeten dat goed onthouden.”

Als het gaat over de Septemberverklaring van Jan Jambon (N-VA), dan leek u wél het meest enthousiaste parlementslid.
“( lacht ) Lag dat niet vooral aan het feit dat enkele anderen niet mee applaudisseerden? Ik heb gedaan wat ik moest doen. Ik vind dat de regering de juiste keuzes maakt. Ze heeft een goed evenwicht gevonden tussen zekerheid bieden zonder de hemel te beloven. Dat is wat we vandaag nodig hebben. Ik had het trouwens moeilijk met de crisis in aanloop naar de Septemberverklaring.”

Zou CD&V-voorzitter Sammy Mahdi de regering gebruikt hebben om zijn partij op de kaart te zetten, zoals critici beweren?
“( droog ) Ik denk dat iedereen dat wel doorheeft, zeker? Het is een probleem als een voorzitter een regering beschouwt als een instrument van zijn partij. Dat zou écht niet mogen. Een regering moet het land dienen, zeker in tijden van crisis.”

(foto Christophe De Muynck)

 

Als de rode lijst niet uitgezuiverd wordt, zal ik het stikstofakkoord niet goedkeuren. Heel wat bedrijven moeten een nieuwe kans krijgen

CD&V wou een volledige indexering van de kinderbijslag. Wou u dat niet?
“Neen. Als de middelen beperkt zijn, dan moet je keuzes maken. Deze regering kiest ervoor om vooral de sociale toeslagen te versterken. Terecht. Het zijn niet de kinderen van Marc Coucke die we vandaag meer kindergeld moeten geven, hè. Weet u wat velen lijken te vergeten? Wat in onze grondwet staat: dat kindergeld het recht is van het kind. Deze middelen moeten zoveel mogelijk bij het kind belanden.”

Zou u het kindergeld dan niet beter schrappen en investeren in gezonde maaltijden op school?
“Het systeem schrappen, lijkt me niet realistisch. Je zou wel kunnen opteren voor een lager basisbedrag en het uitgespaarde geld investeren in gezonde maaltijden. Ik ben daar een grote voorstander van. Dat zou ook een directe impact hebben op het onderwijsniveau. Want wie met een lege maag op school zit, kan niet ernstig studeren, hoor. Dat is een debat dat we in de nabije toekomst zeker moeten voeren.”

Was u even enthousiast over de ‘state of the union’ van premier Alexander De Croo (Open VLD)?
“Já. Ik vind dat hij dat heel goed gedaan heeft. Ik heb ook van hem een duidelijk verhaal gehoord over wat een regering kan doen en niet kan doen. Het was de voorbije twee jaar niet altijd makkelijk tussen Alexander en mij. We hadden een andere visie op de regeringsvorming. Ik wist al vrij snel dat een paarsgroene regering de enige optie zou zijn. Anderen binnen de partij hadden daar wat meer tijd voor nodig. Maar kijk: Alexander doet het toch maar, hoor. Hij staat er.”

Waarom maken politici er een traditie van om zulke belangrijke akkoorden ‘s nachts te sluiten? Ik begrijp dat niet.
“Dat is een uiting van de machocultuur. Ik denk soms dat de politiek één van de laatste machobastions is. Ik kijk trouwens niet alleen naar de mannen. Er zijn ook vrouwelijke macho’s. Let wel: het is niet omdat er pas vlak voor de deadline een akkoord gesloten wordt, dat het allemaal improvisatie is. Het overgrote deel van het werk wordt wél tijdig voorbereid door de kabinetten. Alleen moeten daarna nog de laatste puzzelstukjes gelegd worden door de ministers. Als vervolgens één iemand aan tafel stratego wil spelen en de deadline challengen om zijn slag binnen te halen, dan wordt iedereen daarin meegesleurd. Het is een onderhandelingstechniek. Maar het is geen gezonde manier van werken. Daarin kan ik u volgen.”

Over gezondheid gesproken: morgen, maandag, mag uw ex-partijgenote Sihame El Kaouakibi zichzelf verdedigen in het parlement. Wat denkt u van deze zaak?
“( lang stil ) Ik begrijp er weinig van. Ik begrijp niet hoe iemand zoveel mensen, een hele samenleving eigenlijk, op het verkeerde been kan zetten. Ik zit ook zelf met veel vragen. Waar is het geld? Waarom laat ze zich niet meer zien? Het is gewoon niet correct dat ze in het parlement blijft zetelen. ( voorzichtig ) Maar ik wil met twee woorden spreken, hoe gevoelig deze zaak ook ligt. Ik ben een democraat en ik geloof rotsvast in de rechtstaat. Dat betekent dat ik mijn finaal oordeel maar mag geven als ook de rechter een uitspraak gedaan heeft. Ook bekende mensen hebben recht op verdediging. Dat lijken we soms te vergeten.”

Doet het u denken aan de zaak-Bart De Pauw?
“Ja. Iedereen weet dat ik een feministe ben en opkom voor vrouwenrechten, maar dat neemt niet weg dat ook een bekend persoon zoals Bart De Pauw recht heeft op een eerlijk proces. Zowel voor hem als voor de betrokken vrouwen leek het soms meer op een schandpaal dan op een rechtszaak.”

Ziet u Sihame ook als een persoonlijke mislukking? U was partijvoorzitter toen zij op de Antwerpse lijst gezet werd.
“Veel mensen hebben zich laten betoveren. Veel kiezers, veel politici, veel bedrijfsleiders ook. En dat zorgt voor een wrang gevoel. Maar nogmaals: ik wil wachten tot de rechter uitspraak doet. Wat zal er maandag gebeuren? Het parlement zal beslissen om haar onschendbaarheid op te heffen zoals het hoort. Ik hoop echt dat ze zich daartegen niet zal verzetten. Vervolgens kan de rechterlijke macht haar werk doen in alle onafhankelijkheid.”

(foto Christophe De Muynck)

Hoort u haar nog?
“Neen. Het is een jaar geleden, denk ik. ( zucht ) Dit is een moeilijke zaak. Ik vind het ook moeilijk om erover te praten.”

Waar ligt uw toekomst: in Brussel of in Aarschot? Of beter: op welke lijst mogen we u in 2024 verwachten?
“Wat ik al zeker kan zeggen, is dat ik heel graag verder zou doen als burgemeester van Aarschot. ( enthousiast ) Ik zou het iedereen aanraden: doe aan lokale politiek. Dat is het meest zuivere politieke niveau. En waarom? Omdat je de mensen recht in de ogen moet kijken. Als je naar de bakker gaat, dan moet je kunnen uitleggen waarom je iets doet of niet doet. Maar ik ga niet flauw doen: ik blijf ook geboeid door het nationale niveau. Maar wie, wat of waar, dan zien we later wel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier