Nieuwbakken Vlaams minister Jo Brouns (CD&V) wil geen valse verwachtingen creëren: “Ik zal het stikstofakkoord niet schrappen”

Dat hij opkomt voor de boeren, niet voor de Boerenbond: twee weken na zijn aantreden maakt Vlaams minister Jo Brouns een stevig statement. Ook over het omstreden stikstofakkoord spreekt hij duidelijke taal. “Als er terechte bezwaren komen, en die zullen er waarschijnlijk zijn, dan wordt het akkoord aangepast.” Meet Jo Brouns: vroeger de Messi van Kinrooi, vandaag de Messias van CD&V.

Het is donderdag en Hemelvaart, een vrije dag voor het grootste deel van Vlaanderen, maar niet voor ondertekende en voor de nieuwbakken minister. “De voorbije anderhalve week was een rollercoaster ”, vertelt Jo Brouns. “Ik had de ene afspraak na de andere, zonder vrij moment. Het was overweldigend, je wordt echt geleefd. Het verlengd weekend betekent eindelijk wat ademruimte om dossiers in te studeren. Ik hoop dat ik snel wat meer grip krijg op mijn agenda. Al besef ik dat dat niet evident wordt.”

We hebben afspraak in een brasserie in Kinrooi, de meest noordoostelijke gemeente van België. Aan de overkant van de Maas ligt Nederland. We zien tientallen enthousiaste fietstoeristen de veerboot nemen naar onze noorderburen. Brouns, die vorige week Wouter Beke opvolgde in de Vlaamse regering, weliswaar na een grondige reshuffle van bevoegdheden, is hier geboren en getogen. Vanwaar we de gemeente moeten kennen? “Van de asperges natuurlijk. Wij zijn dé aspergegemeente van Vlaanderen, volgens de Mechelse veiling. Dat is een grote eer.”

Kan u ze lekker klaarmaken?

“Neen, maar ik heb de luxe dat mijn moeder een topkok is. Zij maakt graag asperges op Kinrooise wijze: dat betekent met snoekbaars van eigen streek. Héérlijk. Dat is goud in de mond, zeg ik. Ik ben een echte liefhebber, zoals u hoort. ( lacht )”

Went het al om minister genoemd te worden?

“Intussen wel, ja, maar in het begin was het vreemd. Als iemand minister zegt, heb ik de neiging om ‘zeg maar Jo’ te antwoorden. Ik ben niet iemand die gaat zweven.”

‘Dat u een gewone jongen bent’, zei u toen u aantrad. Is dat geen praatje? Uw vader was burgemeester en parlementslid.

“( zucht ) Ja, oké, maar wat wil ik daarmee zeggen? Dat ik met mijn twee voeten in de realiteit sta. Ik weet wat er leeft in de Dorpsstraat en dat neem ik mee naar Brussel. Ook als minister wil ik authentiek en laagdrempelig aan politiek doen. Ik ben een gewone jongen die houdt van gewone dingen zoals lekker eten en voetbal. Niet meer, niet minder.”

Werd u niet de Messi van Kinrooi genoemd?

“( lacht ) Ja, omdat ik eens zes doelpunten scoorde in 63 minuten. Ik ben helaas vroegtijdig moeten stoppen door rugproblemen. Zwemmen is de enige sport die nog goed lukt. Maar ik ga nog altijd graag kijken, hoor. Mijn zoon speelt ook.”

U bent criminoloog van opleiding. Waarom hebt u voor de politiek gekozen?

“Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik vergelijk het met een bakkerszoon. Het ging bij ons thuis alleen maar over politiek. Toen ik puber was, wou ik daar niets mee te maken hebben. Ook een bakkerszoon zal wel een periode hebben dat hij geen vlaai kan zien of ruiken. Maar uiteindelijk bleek de microbe toch in mij te zitten. Ik heb enkele jaren voor de politie gewerkt in Genk, maar ik wou liever de politiek in.”

(foto Christophe De Muynck)

 

Ik kom op voor de individuele boeren, niet voor belangenorganisaties zoals Boerenbond of Natuurpunt

Hoe werd u gevraagd om minister te worden?

“( enthousiast ) Dat moment zal ik niet snel vergeten. Het was maandagavond 16 mei om 20.10 uur dat de voorzitter ( Joachim Coens, red. ) mij belde. We zaten in de Wetstraat 89 ( het hoofdkwartier van CD&V, red. ), waar de partijraad zou beginnen. Of ik minister wou worden? Het was ja of neen. Ik heb direct ja gezegd.”

Moet u zoiets niet overleggen met uw vrouw?

“Dat was voordien al gebeurd. Mijn naam werd genoemd in de pers, dus ik wist dat er een kans was. Zij was meteen mee in het verhaal. Anders had ik het niet gedaan. Dat meen ik. Ik wil mij tot aan de stembusslag in 2024 zeven dagen op zeven inzetten voor de Vlaming. Zonder haar steun zou ik dit niet kunnen.”

Waarom bent u gevraagd, denkt u?

“Dat zou u aan de voorzitter moeten vragen. Omdat de puzzel klopte, zeker? Ik kén de landbouwwereld: dat was heel belangrijk. Ik kom bovendien uit de Vlaamse fractie en de geografische puzzel klopt: dat waren ook twee voorwaarden.”

U zou ook iets minder wollig zijn dan de gemiddelde CD&V-er, hoor ik.

“( lacht ) Dat oordeel laat ik aan u. Ik probeer alvast te zeggen waar het op staat.”

Welaan dan: waarom zit u gewrongen met het stikstofakkoord dat de Vlaamse regering in februari afsloot?

“( droog ) Ik zit daar niet mee gewrongen. Er was een akkoord nodig, laat dat duidelijk zijn. Onze stikstofdichtheid per hectare behoort tot de hoogste van Europa en dus moeten we maatregelen nemen voor alle sectoren die stikstof uitstoten, waaronder de landbouw. Deze maatregelen liggen nu voor in een openbaar onderzoek dat loopt tot 17 juni. Dat betekent dat ze in elke gemeente ingekeken kunnen worden. Dat is de normale gang van zaken. Ik zou ook alle betrokkenen oproepen om het te bekijken.”

Is het niet vreemd dat uw partij de boeren oproept om bezwaren in te dienen tegen het eigen akkoord?

“( windt zich op ) Neen, dat doen we niet. Dat is een foute framing . Je moet luisteren naar wat ik zeg. Wij vragen iedereen om de plannen te bekijken. En wie niet akkoord is, moet bezwaar indienen. Als er terechte bezwaren komen, dan zal het akkoord aangepast worden. Dat moet ook, want anders zal het onderuitgehaald worden door een rechtbank en hebben we weer geen rechtszeker kader. Nogmaals: dit is de normale gang van zaken.”

Dus als er geen terechte bezwaren zijn, wordt er niet aan geraakt?

“Klopt. Maar die zullen er waarschijnlijk wél zijn. We weten dat nu al. Ik kan nu al voorbeelden geven. Er is bijvoorbeeld een bepaalde emissiereducerende techniek voor varkensstallen waar geen rekening mee gehouden werd voor het opmaken van de scores die aan de bedrijven gegeven werd ( deze scores leiden tot rode, oranje en groene bedrijven, red. ). Dat kan natuurlijk niet. Zoiets moeten we ernstig nemen.”

Is het denkbaar dat u van nul herbegint?

“Neen. Het is belangrijk dat álle elementen die aan de basis liggen van de scores, kloppen. Maar ik wil geen valse verwachtingen creëren. Ik zal het akkoord niet schrappen. Ook ik wil absoluut minder uitstoot van stikstof. Alleen wil ik dat op een correcte manier bereiken, in samenspraak met de boeren.”

Had u eigenlijk een ander akkoord gesloten?

“Goede vraag. ( even stil ) Maar het heeft geen zin om naar het verleden te kijken. Ik wil bezig zijn met de toekomst.”

De Boerenbond wil wel opnieuw beginnen. Zij noemt het akkoord waanzin.

“( stellig ) Ik kom op voor de individuele boeren, niet voor belangenorganisaties zoals Boerenbond of Natuurpunt. Veel boeren beseffen wel degelijk dat er iets moet gebeuren.”

(foto Christophe De Muynck)

 

Ik had mijn twijfels over Vivaldi, maar u zal me niet horen zeggen dat we uit die regering moeten stappen

Komt de Boerenbond niet op voor de individuele boeren?

“( geprikkeld ) Dat is niet wat ik zeg. U moet mij niets in de mond leggen. De Boerenbond is een belangenorganisatie. Zij heeft dus haar eigen belangen.”

Bent u er ambetant van dat u de vriend van de Boerenbond genoemd wordt?

“Dat is het politieke spel. Ik wil daar niet te veel in meegaan. Ja, ik kom goed overeen met Lode Ceyssens ( voorzitter van de Boerenbond, red. ) die een oud-collega is als burgemeester, maar ik ben daarom zijn woordvoerder niet. Ik heb ook goede contacten met mensen van Natuurpunt. ( op dreef ) Weet je wat mijn ambitie is? Op het kleine stukje aarde dat Vlaanderen is, én landbouw én wonen én industrie én natuur verzoenen. Dat is een gigantische uitdaging, maar ik geloof dat het kan.”

Eerlijk: zou u jonge mensen aanraden om te boeren?

“Já, ik geloof rotsvast in een duurzame toekomst voor onze landbouw. We hebben de beste bedrijven en de beste producten. Er is ook plek. Ook de mensen zijn zich meer dan ooit bewust van het belang van lokale voedselproductie. Maar voor sommige sectoren zoals de varkens wordt het moeilijk. Dat moeten we erkennen. Mijn oom zei me eens dat hij negentig cent krijgt voor een kilogram varkensvlees. Bij de slager betaal je zestien euro voor diezelfde kilogram.”

Dat is het aloude euvel van de boer. Kan u daar iets doen?

“Weinig. Dat is een mondiaal gegeven. Je kan maar hopen dat de mensen daar bij stilstaan als ze in de supermarkt veel te goedkoop buitenlands vlees aantreffen.”

Is onze landbouw niet té exportgericht? Dat maakt haar kwetsbaar.

“Dat is een existentieel debat. De Vlaamse economie is sowieso bijzonder exportgericht. Maar blijkbaar wordt dat minder aanvaard van de landbouw. Let wel: ik geloof ook dat het klassieke model, gericht op groter worden en groei, zijn limieten heeft bereikt. Er moet een betere harmonie komen met de omgeving.”

(foto Christophe De Muynck)

U bent ook bevoegd voor Werk en Economie. Wat is hier de prioriteit?

“De arbeidsmarkt staat in brand: er is een enorm tekort aan arbeidskrachten. Er zijn bijna 400.000 vacatures tegenover 180.000 werkzoekenden. Er zijn echter ook 240.000 langdurig zieken. We moeten deze mensen beter activeren. Ik wil niet alleen de ambassadeur zijn van wie werkt en onderneemt, maar ook van wie even niet mee is. Dat zal een beleid op maat van elke regio vragen.”

Zou u het arbeidsmarktbeleid splitsen?

“Van mij mag Vlaanderen zeker meer instrumenten krijgen. Dat moet deel zijn van de volgende staatshervorming. Maar we hoeven daar niet op te wachten. Wij zijn nu al vragende partij voor asymmetrisch beleid ( beleid op maat voor Vlaanderen en Wallonië, red. ). Die mogelijkheid staat ook in het federaal regeerakkoord. Het is tijd om daar werk van te maken.”

De bevoegde federale minister Pierre-Yves Dermagne (PS) lijkt dat niet te willen. Uw voorgangster Hilde Crevits werd er gek van.

“( glimlacht ) We moeten blijven spreken met elkaar. Alleen zo kunnen we tot oplossingen komen. Intussen wil ik volop aan de slag gaan met de bestaande Vlaamse instrumenten. We moeten bijvoorbeeld tijdelijk werklozen sneller inschrijven bij de VDAB. Dat is een prioriteit.”

Waarom zou iemand nog willen werken? Uit nieuw onderzoek blijkt dat het loon nergens zo zwaar belast wordt als in België.

“Ja, maar we hebben wel een sterk uitgebouwde sociale zekerheid en gezondheidszorg. Daar gaat veel geld naartoe.”

 

Dat verklaart toch het immense verschil niet met bijvoorbeeld Nederland?

“Voor een stuk wel, hoor. Ik zie hier in Kinrooi Nederlandse kinderen naar de kinderopvang gaan, omdat het daar onbetaalbaar is. Je moet daar tot 75 euro per dag betalen. Dat is een gevolg van de privatisering. Dat is niet de richting die wij uit willen. Dat neemt niet weg dat we kritisch moeten zijn voor onze belastingdruk. Ik ben het absoluut met u eens dat werken meer moet lonen.”

Zou uw partij niet beter uit de federale regering stappen? Zelfs uw achterban begrijpt niet wat ze daar doet.

“Onze ministers doen daar véél goede dingen. Het is Vincent Van Peteghem die over onze koopkracht waakt: zie de btw-verlaging op energie, zie de verhoging van de minimumuitkeringen.”

Dat zou ook beslist zijn zonder CD&V.

“Dat zegt u. Maar wij hebben het wel gedaan, hè. Dat is de realiteit.”

Was u echt voorstander van toetreding tot Vivaldi?

“( aarzelend ) Ik had mijn twijfels, ik ga dat niet ontkennen. Maar u zal me niet horen zeggen dat we uit die regering moeten stappen. Dat is sowieso niet aan mij. Los daarvan wil ik wel zeggen dat onze drie regeringsleden sterk werk leveren.”

(foto Christophe De Muynck)

Over werk gesproken: kan een minister ook een aanwezige vader zijn?

“Da’s een goede vraag. Ik heb het geluk dat mijn kinderen al wat ouder zijn. Ze zijn bovendien een uithuizige vader gewoon, maar inderdaad: het zal niet beteren. Ik heb dit ook besproken met hen en ik heb gelukkig vooral fierheid gevoeld. ( denkt na ) Dit is zeker de keerzijde van de medaille. Je stelt je als minister volledig ten dienste van de Vlaming en dat gaat ten koste van je eigen gezin. Dat ontkennen, zou liegen zijn. Je gezin betaalt een prijs voor je keuze. Ik zal minder thuis zijn, maar als ik thuis ben, dan zal het intenser zijn. Dat heb ik geleerd van mijn vader. Hij was ook zelden thuis, maar ik heb wel de beste band met hem. Als ik hem nodig had, dan was hij er. Dat mogen mijn vrouw en kinderen ook van mij verwachten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier