Terug van nooit weggeweest: Kristof Calvo (Groen) : “Vooruit is onze meest logische partner”

Exact één jaar geleden verdween hij van het politieke podium. Vandaag maakt hij een comeback. En hoe. Kristof Calvo (Groen) maakt een scherpe analyse van partij, land en regering. “Bouchez is niet verkozen geraakt als Kamerlid, maar heeft wel meer macht dan de 150 Kamerleden samen. Dát is het probleem.”

Flashback naar één jaar geleden. Groen-boegbeeld Kristof Calvo verrast vriend en vijand door te stoppen als fractieleider. Hij blijft Kamerlid, maar verlegt zijn habitat van de bühne naar een achterkamer, waar hij teksten schrijft over politieke vernieuwing. Hij wordt ook lid van de denktank van GroenLinks, zijn Nederlandse zusterpartij, waardoor hij regelmatig in Den Haag vertoeft. “Ik heb gekozen voor verdieping en dat blijkt de goede keuze. Ik ben een betere politicus geworden. Ik voel me zelfs meer volksvertegenwoordiger dan toen ik fractieleider was.”

Voor de liefhebbers van het genre: er is het voorbije jaar ook privé een en ander veranderd. De 35-jarige Mechelaar is opnieuw beginnen voetballen én heeft een nieuw lief, een oude bekende zelfs: Jessika Soors, voormalig Kamerlid voor Groen en vandaag politiek directeur van staatssecretaris Sarah Schlitz (Ecolo). Hij bloost even als ik het opwerp. “Ik heb niet de gewoonte veel te zeggen over mijn privé, maar ja, ik ben verliefd en gelukkig. Het is trouwens ook dankzij Jessica dat ik deze stap heb durven te zetten. Ook zij heeft gekozen voor haar passie. Dat heeft mij geïnspireerd.”

Dat betekent geen ‘Billie vs Benjamin’-verhaal voor u?

“Neen. ( lacht ) Wij praten amper over politiek. Dat is ook een evolutie. Vroeger was ik alleen maar met politiek bezig. Voor je omgeving is dat niet prettig. Ik was er te weinig voor vrienden en familie. Vandaag laat ik meer ruimte voor andere dingen die écht belangrijk zijn. Vorige zomer zijn we met de familie naar Spanje op reis geweest. Dat heeft me echt deugd gedaan. Los daarvan: wel een straffe serie, hoor.”

Absoluut. Zou u kunnen samen zijn met iemand van Vlaams Belang?

“Je kan volgens mij samen zijn met iemand van een andere partij, maar niet met iemand die een ander mensbeeld heeft. Dus neen, ik denk het niet. Al heb ik het nog niet geprobeerd. Maar ik ben het ook niet van plan. ( lacht ) De serie toont wel haarfijn aan hoe weinig wij praten met mensen buiten onze bubbel. Dat zouden we wél meer moeten doen. Maar je hoeft daarom niet samen te wonen.”

Waarom zou u nu een betere politicus zijn?

“Omdat ik meer evenwicht in mijn leven heb én omdat ik ruimte heb voor verdieping. Als gewoon Kamerlid word je niet meegesleurd in de waan van de dag. Je hoeft niet elke week zichtbaar te zijn. Dat doet me deugd. Weet je: ik heb eindelijk een politiek idool gevonden: wijlen Hans van Mierlo, voormalig vicepremier en oprichter van D66 ( links-liberale partij, red. ). Een heel bijzonder man. Het spreken en het denken hielden geen gelijke tred meer , zei hij in een afscheidstoespraak. Wel, dat vat perfect samen hoe ik me voelde. Je bent voortdurend aan het praten, maar je hebt geen tijd om te denken.”

Wat doet u eigenlijk in Nederland?

“Sigaren roken, wijn drinken en nadenken. ( lacht ) Neen, dat is om te lachen, schrijf dat er alstublieft bij. Elke partij in Nederland heeft een wetenschappelijk bureau: dat is een denktank waar nagedacht wordt over grote uitdagingen. Héél boeiend. Het is diepgaander dan onze studiediensten die dikwijls met het dossier van de week bezig zijn. Ik heb er een rapport geschreven over partijfinanciering en werk nu aan een dossier over de toekomst van progressieve partijen. In Nederland is er iets interessants aan de gang. GroenLinks en de socialisten van PVDA hebben besloten om hun verschillen te overstijgen en samen oppositie te voeren. Ik ben benieuwd waar dit naartoe gaat. Het is ook daarom dat ik nog even op post zal blijven.”

Pleit u nu voor samenwerking tussen Groen en Vooruit?

“Dat is nu niet aan de orde, maar het is wel onze meest logische partner. Op dat vlak zijn mijn inzichten gerijpt. We moeten meer focussen op de grote gelijkenissen en minder op de kleine verschillen. En om te beginnen, mogen we wat hartelijker voor elkaar zijn. ( op dreef ) Groen moet evolueren naar een progressieve volkspartij: dat is altijd mijn droom geweest. Veel sérieux , veel zelfvertrouwen, assertief, maar niet agressief. Vandaag zijn we te veel met onszelf bezig. We moeten ramen en deuren openzetten en een ontmoetingsplaats worden voor alle progressieven.”

Dat is ook waar Vooruit naartoe wil. U bent te laat.

“Maar neen. ( onverstoord ) We moeten het beste van de liberalen en de socialisten vrijheid en rechtvaardigheid combineren met de zorg voor de planeet. Zo’n groene partij zou de facto een politieke herverkaveling betekenen.”

De Nederlandse politiek is hoffelijker, zei u in De Volkskrant . Is dat écht zo? Is Tom Van Grieken geen doetje in vergelijking met Thierry Baudet?

“Baudet is misschien wel gevaarlijker, al wil ik Van Grieken niet aanmoedigen om nog straffer uit de hoek te komen. Het is zeker niet allemaal rozengeur en maneschijn, maar over het algemeen vind ik het parlementair debat wel van een hoger niveau. Nederlanders kunnen op een hoffelijke manier scherp zijn. Ik kan daar echt van genieten. Zelfs Geert Wilders, toch een extreemrechtse populist, is iemand die het parlementaire vak kent. Hij is samen met Jesse Klaver (GroenLinks) misschien zelfs de sterkhouder van het halfrond.”

Is Nederland een gidsland op politiek vlak?

“Neen, mijn beeld is genuanceerder dan vroeger. Het bestuur is soms té technocratisch. We kunnen wel leren van hun politiek model. Zij hebben geen last van de machtige particratie. Dat is vandaag mijn grote obsessie: als we de democratie willen redden, dan moeten we onze particratie slopen.”

Dat moet u even uitleggen.

“Er wordt veel gezegd en geschreven over Bouchez ( MR-voorzitter, red. ), maar het grootste probleem wordt niet genoemd. De man is niet verkozen geraakt als Kamerlid, maar heeft wel meer macht dan de 150 Kamerleden samen. Er gaat geen week voorbij of een voorstel botst op zijn veto: de gokwetgeving, de woonbonus, de fiscaliteit van voetballers, het reclameplafond voor partijen, noem maar op. ( fel ) Dát is het probleem. De macht moet liggen bij de mensen die verkozen zijn.”

Wat is uw voorstel?

“Eén: weg met de partijvoorzitters, of toch zoals wij die kennen. In Nederland zijn de voorzitters vooral spelverdelers die denken op lange termijn. Dat is een beter systeem. Twee: hervorm de partijfinanciering. En drie: parlementsleden moeten loskomen van de coalitiedwang. Wat niet in het regeerakkoord staat, moet vrij besproken kunnen worden.”

In Nederland worden partijen ook door de privé gefinancierd. Is dat beter?

“Neen, ik wil niet terug naar de tijden van Agusta. Ik ben voorstander van publieke financiering, maar het moet minder zijn en de middelen moeten anders verdeeld worden. Kortweg: minder geld voor Facebook en meer geld voor inhoud. Een voor de hand liggende maatregel is een reclameplafond buiten campagnetijden. Wij geven meer geld uit buiten de campagne dan Nederland tijdens de campagne. Dat is toch niet normaal? Politici moeten geen Facebook-acteurs worden. Wij hebben daarover wetgeving ingediend. Dat wordt binnenkort besproken. Het zou ook goed zijn mochten wij ook wetenschappelijke bureaus financieren zoals in Nederland.”

Krijgt u Vivaldi hiervan overtuigd? Of beter: krijgt u Bouchez overtuigd?

“Hij is héél moeilijk te overtuigen. Dat is tegelijk zijn sterkte. ( lacht ) Neen, dit is een plan op twee snelheden. Wat nú moet gebeuren, is wat in het regeerakkoord staat. De prioriteit is de hervorming van de partijfinanciering. Daar kunnen we niet meer mee wachten. Je kan de politiek in dit land niet veranderen als je niet sleutelt aan de financiering. Dat is een opdracht voor regering en parlement.”

Het palmares van Vivaldi op vlak van politieke vernieuwing is bleek. Bent u ontgoocheld?

“Voorlopig is het inderdaad te weinig. Het tempo moet omhoog. Weet je wat het pijnpunt is? Soms lijken de Vivaldi-partijen wel te strijden om die ene partij te worden die nog twaalf procent haalt. ( fel ) Maar wat ben je met twaalf procent als de anderen verliezen? Dan mag je de oppositie leiden tegen N-VA en Vlaams Belang in het Vlaams parlement. Of je moet premier worden in een coalitie met gedoogsteun van PVDA. De strijd tussen de partijen moet stoppen. Het is samen winnen of samen verliezen. Ik ben Vivaldist van het eerste uur. Ik blijf overtuigd, maar het moet echt beter. Er is te veel zenuwachtigheid.”

Wat is er aan de hand met Energieminister Tinne Van der Straeten (Groen)? Zij lijkt aan een lijdensweg bezig.

( boos ) “Daar ben ik het totaal niet mee eens. Tinne is niet alleen een fijne collega, wat zij in één jaar tijd realiseert, is indrukwekkend: een sluitend plan voor de bevoorradingszekerheid, de energienorm, de windmolens op zee, het sociaal tarief en ik kan nog even doorgaan. We komen van twintig jaar stilstand, hé. Vriend en vijand moeten dat toegeven.”

Ze kreeg kritiek na enkele stuntelige passages op de VRT.

“Iedereen geeft wel eens een slecht interview. Ik ook. ( windt zich op ) Maar wat willen wij eigenlijk? Willen we sterren op de dansvloer? Dan ben je bij ons aan het verkeerde adres. Of willen we politici die beleid voeren? Degelijkheid lijkt wel de nieuwe kwetsbaarheid. Ik ben daar echt bezorgd over.”

Het gaat ook over inhoud. De gasprijzen exploderen, maar de regering verlaagt de btw op elektriciteit. Is dat niet vreemd?

“Er is een pakket van 1,1 miljard euro. Dat is betekenisvol. Is het genoeg? Neen. Tinne en Vincent Van Peteghem ( vicepremier voor CD&V, red. ) hadden een plan klaar dat ook de btw op gas zou verlagen. Dat zou gecompenseerd worden in de accijnzen. Dat is nu niet goedgekeurd, maar het is niet van de baan. De volgende afspraak is in maart. Weet je wat niet fraai was? De aanloop naar het akkoord. Ik vind Alexander De Croo (Open VLD) een goede premier, maar hij moet zulke ministers meer koesteren. Hun plan had meteen groen licht moeten krijgen.”

Ook de kernuitstap krijgt uw partij moeilijk verkocht.

( onverstoord ) “Het energiedossier is een mijnenveld. Het probleem is dat het debat té heftig gevoerd wordt. Ik wil iedereen het boek van Michael Ignatieff aanraden: politieke tegenstanders mogen geen vijanden zijn. Helaas is dat wel aan het gebeuren in dit land. Het vreemde is dat de verschillen tussen de partijen nog nooit zo klein waren. Alle partijen willen vijf van de zeven kerncentrales sluiten. Het debat gaat over de laatste twee.”

Er blijven toch grote twijfels bestaan over de haalbaarheid. Bent u zeker dat de kernuitstap zal lukken?

“Alles staat in de steigers om het te realiseren, dus ja. Voor de kerstvakantie was de levensduurverlenging nog het plan B. Intussen is er zelfs een alternatief gevonden voor de gascentrale in Vilvoorde ( een gascentrale in Wallonië, red. ). En mag ik ook eens benadrukken dat de kernuitstap een middel is om tot een duurzame energiemix te komen en geen doel op zich!”

Als dat echt zo is, moet België dan niet overwegen om kerncentrales van de nieuwe generatie te bouwen zoals Nederland?

“Vandaag ligt er geen enkel geloofwaardig plan op tafel om een nieuwe centrale te bouwen. De problemen op vlak van afval en veiligheid zijn niet verdwenen. Tegelijk wil ik wel met een open blik naar kernenergie kijken. We hebben in dit land veel knowhow. Als Nederland en Frankrijk nieuwe centrales willen bouwen, dan zou ik zeker graag hebben dat onze ingenieurs in Mol ( waar een nucleair studiecentrum is, red. ) daaraan meewerken.”

Wil u dan de wet op de kernuitstap aanpassen? Artikel drie verbiedt de bouw van nieuwe centrales.

( stellig ) “Neen, we hoeven de wet nu niet aan te passen. Dat is trouwens ook zo afgesproken binnen de regering. Het mag ons echter niet tegenhouden om wel te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Alles in de juiste volgorde.”

Zou u geen goede partijvoorzitter zijn?

“( lacht ) Je kan niet het model weg willen en tegelijk hetzelfde willen doen. Dus neen, niet in dit model. Bovendien ben ik héél graag volksvertegenwoordiger. Dat is mijn prioriteit. Ik zit boordevol plannen. Ik ben heel gelukkig vandaag.”

Straks bent u blij dat u geen minister bent geworden.

“Misschien was dat wel het beste wat mij kon overkomen.” ( knipoogt )

(foto Christophe De Muynck)
(foto Christophe De Muynck)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier